Details
Nothing to say, yet
Big christmas sale
Premium Access 35% OFF
Details
Nothing to say, yet
Comment
Nothing to say, yet
Professor Freddy Heelen discusses the demographic trends in Belgium, including increasing life expectancy, declining birth rates, and the impact of the baby boomer generation reaching retirement age. These trends will lead to a higher dependency ratio, with more retirees compared to the working population. The macroeconomic effects include a decrease in per capita economic growth and both negative and positive behavioral effects. The government will need to introduce policies to address the consequences, such as raising the retirement age and implementing incentives for people to work longer. Failure to take action will result in unsustainable levels of government debt. Welkom. Vandaag hebben we het genoegen om professor Freddy Heelen, een vooraanstaand expert in maken-economie aan de Universiteit Gent te verwelkomen. We gaan dieper in op zijn onderzoek en bespreken hoe de toekomst eruitziet voor maken-economie en demografische verandering in België. Professor Heelen, welkom bij de podcast. Wat zijn enkele van de belangrijkste demografische trends die België momenteel doormaakt en wat voor impact hebben ze op de economie? Daar komen we. Ik denk dat we drie belangrijke demografische trends moeten onderscheiden. Eerst is er de toenemende levensverwachting. Twee is er het gedaalde aantal kinderen per vrouw, dus gedaalde geboortecijfers. En drie is de hele specifieke situatie van de zogenaamde babyboom-generatie, een flinke toename van geboortes in de jaren 60. En dat zijn dus allemaal mensen die nu geleidelijk op pensioen gegaan en aan het gaan zijn. Om iets concreter te zijn, als we het hebben over die toenemende levensverwachting. Wie geboren werd in 1950, die mocht rekenen op een levensverwachting van ongeveer 68 jaar. In 2010 was dat al 80 jaar. In 2070 was dat al 90 jaar. Dus een sterk toenemende levensverwachting. Wat het gedaalde aantal kinderen betreft per vrouw. In de jaren 60 waren dat ongeveer 2,5 kinderen per vrouw. Momenteel zitten we rond 1,6. Dus dat beduidend beneden 2. En 2,1 is het aantal dat je moet hebben om je bevolking constant te houden. Later verwachting is ook dat dat rond 1,7 blijft. Dat is dus flink gedaald tegenover de jaren 60 en vroeger. De implicatie van die dingen is dat we een toenemende afhankelijkheidsgraad kunnen krijgen. Als je kijkt naar de verhouding van mensen ouder dan 67 tot de groep 18 tot 66. Dus ouderen tegenover mensen op actieve leeftijd. Wel, 20 jaar geleden was dat 23%. Dus voor alle 100 mensen op actieve leeftijd waren er 23 gepensioneerde, ouder dan 66. In 2040 gaat dat naar 38%. Dat is bijna dubbel. En in 2070 is het bijna 42%. Heeft u daar een concreet voorbeeld van? Om het concreter te maken, als we het hebben over de toenemende levensverwachting. Wie in 1950 geboren werd, die mocht rekenen op 68 jaar te worden. In 2010 mocht men bij geboorte al rekenen op 80 jaar. En de verwachting voor 2070 is dat je een levensverwachting krijgt bij geboorte van 90 jaar. Dus flinke toename. Als ik het heb over het gedaalde aantal kinderen per vrouw. In de jaren 60 was dat nog 2,5. Dat is dan betaald begin jaren 90 tot nog 1,6. Dus betuidend onder de 2. En dat hebben we ook nu nog als verwachting 1,6. Later 1,7. Dus betuidend beneden de 2. En dat maakt natuurlijk mensen leven langer. Er zijn momenteel ook de babyboomers, die grote groep die op pensioen is. Dat je met een alsnog toenemende afhankelijkheidsgraad te maken krijgt. Wat bedoelen we daarmee? Afhankelijkheidsgraad is de verhouding van het aantal mensen boven 66 of ouder dan 66. Tot de groep op actieve leeftijd. Tussen 18 en 66 jaar. Ga ik 20 jaar terug. 23% was dat. Dus voor elke 100 mensen op actieve leeftijd. Waren er toen 23 mensen ouder dan 66. Tegen 2040 was dat 38. 38% afhankelijkheidsgraad. Voor 2070 verwacht men 42%. Dus dat is quasi een verdubbeling van het aantal ouderen tegenover mensen op actieve leeftijd. En wat zou de impact zijn van deze ontwikkelingen? Ja enorm. Dus er is impact, sterke impact op heel veel aspecten binnen de macroeconomie. Maar ook budgetair. Om er even op in te gaan. Wat de macroeconomische effecten betreft. Wat de reële macroeconomie betreft. Ten eerste is er wat we noemen een rekenkundige effect. Puur rekenkundig. Als er steeds minder mensen zijn die economisch actief zijn. Die dus produceren. Die het bbp creëren. En daartegenover staan steeds meer inactieven. Die hadden een rekenkundige effect. Waarbij de economische groei per hoofdstande bevolking in ons land gaat dalen. En dat hebben we uit ons onderzoek wel geleerd. Je mag verwachten tussen nu en 2040. Dat dit pure rekenkundige effect. De economische groei per hoofdstande bevolking. Aan 0,4% zal doen dalen. Steeds minder mensen die produceren. Maar het inkomen moet verdelen over steeds meer mensen. Waarbij vooral die grotere oudere groep dan weegt op dat inkomen per hoofd. Dat is een rekenkundige effect. Daarnaast hebben macroeconomers heel wat gedragseffecten. Mensen reageren daarop. Bedrijven reageren op die situatie. En ik kan heel wat vertellen. Er zijn negatieve gedragseffecten. En dat zien we bijvoorbeeld bij de bedrijfsinvesteringen. Bedrijven vinden nu alsnog moeilijker mensen om het beste uit hun machines te halen. Dus zoiets remt de rendabiliteit van investeringen. En dat ontmoedigt investeringen. Dat is een negatief gedragseffect. Maar je hebt ook heel wat positieve gedragseffecten. Mensen weten dat ze langer leven. Dat ze dus langer moeten voorzien in hun oude dag. Wat doe je? Je gaat meer werken, je gaat langer werken. Je gaat ook meer sparen. En dus waar er minder mensen zijn die actief zijn, diegenen die actief zijn, gaan langer werken. Gaan meer werken. Die gaan meer sparen, dat zien we ook. Waardoor meer spaarmassa, dat doet de rente zakken. En dat heeft een gunstige effect op investeringen. Er zijn heel veel gedragseffecten. Bedrijven die moeilijk mensen vinden, gaan automatiseren. Je krijgt robotisering, automatisering. Dus ook daar, negatieve gedragseffecten, positieve gedragseffecten. Als we dat allemaal meenemen in het onderzoek, dan gaat, herinner u, dat negatief rekenkundige effect, dat gaat wel een stuk gecompenseerd worden, maar niet helemaal. Dus er blijft nog altijd een licht negatief effect op de capita groeien. Rekenkundige effect, gedragseffecten, financiële effecten. Dit gaat de overheidsbegroting belasten. Als we naar de prognoses van het planbureau kijken, en naar de prognoses van de commissie-vergrijding in ons land, enkel en alleen al maar de pensioenlast, die commissie-vergrijding en het planbureau, die momenteel op zo'n 11% van het dbp ligt, alle pensioenuitgaven in verhouding tot het dbp, dat wordt tegen 2040 13%. Tegen 2050 13,5%. Dus dat aandeel stijgt. En ook de maatregelen nemen. Kunnen we verwachten dat de Belgische overheid in de toekomst nieuwe beleidsmaatregelen zal introduceren om de gevolgen van demografische veranderingen aan te pakken? Kunnen we dat verwachten? Dat is een kwestie van ja, moeten. De overheid gaat moeten maatregelen nemen. Je weet, budgetair, we hebben nu een overheidsschuld van 106% van het dbp. En dat kan je perfect berekenen. Het zijn simulaties. En ik sprak over, dat komt aan de kant van de pensioenen, vlot 2% van het dbp bij. Ik weet niet of u nog uw macro-economie kent. De schulddynamiek, die afhankelijk van het primair tekort van de overheid, en de bestaande schuld, dat primair tekort is momenteel 3%. En je weet wat er veel over te doen is. Budgetaire situatie is ongunstig. Stel dat die 2% aan de kant van de pensioenen daarom bijkomt. En daar heb ik het nog niet over de gezondheidskosten, maar enkel die 2% aan de kant van de pensioenen, dat was een primair tekort, wat ook het plan Bureau laat zien, naar 5%. Als dit blijft, dan ga je naar een schuldgraad, nu 106%, maar vlot 150% tegen 2040. Dus dat is onhoudbaar. Dus als u mij vraagt, mogen we maatregelen verwachten? Er moeten maatregelen komen, Europa zal dat ook opleggen. Je hebt die budgetaire regels, Europa zal die ook opleggen. We mogen dat verwachten. Maatregelen zijn nodig, zijn echt nodig. Laten we beginnen met het bundelpensioensysteem. Ik denk dat het heel logisch is, dat straks, zeg ik, levensgewachting die zelfs gaat naar 90 jaar, ja, dan is het logisch dat je opnieuw parallel de pensioenleeftijd verhoogt. De regering Michel heeft dat gedaan in 2015, en toen is de pensioenleeftijd al verhoogd van 65 jaar als normale pensioenleeftijd naar 67. Tegen 2030 moeten we tot 67 werken. Vermoedelijk gaat die nog verder omhoog moeten. Dat is één aspect, de verhoging van de pensioenleeftijd. Twee, het inbouwen van heel veel incentives, waarvoor mensen ook langer werken tot die pensioenleeftijd. We hebben in ons land nu heel wat systemen van vervroegd pensioen, waarvoor mensen niet die 65 allemaal veel vroeger uitstappen. Hier zal de kwestie zijn om incentives in te bouwen, zodat men wel langer werkt. De regering Michel heeft pensioenhervorming doorgemoet, dus die pensioenleeftijd naar boven. De huidige regering De Croo heeft ook pensioenmaatregelen benomen, minimumpensioenen verhoogd, de pensioenbonus ingevoerd. Berekeningen door het planbureau, wat heeft dat aan besparing geleverd? 0,2%. Dankjewel professor Heelen, voor uw inzichten en expertise. Het was waard genoeg om met u te praten over de toekomst van macroeconomie en demografische verandering in België. En dank aan onze luisteraars voor het beluisteren van deze podcast. Ondertitels ingediend door de Amara.org gemeenschap