Home Page
cover of VITTR podcast 3
VITTR podcast 3

VITTR podcast 3

00:00-30:35

Nothing to say, yet

0
Plays
0
Downloads
0
Shares

Transcription

Anne van der Put, a researcher at the University of Utrecht, discusses her research on health promotion in the workplace. She emphasizes that vitality is more than just physical health and includes having energy, feeling good, and enjoying life. Her study found that autonomy and shared values among coworkers play a role in promoting employee health. Managers have less influence than expected, but providing support and creating a culture that values employee well-being can have positive effects on performance. Overall, health promotion programs in the workplace can lead to better employee performance and increased engagement. Welkom bij een nieuwe aflevering van Fitter de podcast. De podcast over vitaliteit die gemaakt is voor de fitter community. In deze podcast praten we met verschillende gasten over vitaliteit. Samen gaan we ontdekken wat vitaliteit voor die persoon is en wat daar gedaan wordt. Vandaag praten we met Anne van der Put, werkzaam bij de Universiteit Utrecht over het onderzoek gezond op het werk. De rol van de werkomgeving in gezondheidsbevoorziening op de werkvloer. Laten we gelijk beginnen. Anne, welkom. Leuk dat je te gast bent bij de Fitter de podcast. Ja, dankjewel voor de uitnodiging. Inderdaad, erg leuk dat je wilde komen. Zou je jezelf even voorbeelden stellen voor de luisteraars? Ja, natuurlijk. Ik ben Anne van der Put. Ik werk als onderzoeker aan de Universiteit van Utrecht bij de afdeling sociologie. Daar doe ik veel onderzoek naar duurzaam inzetbaarheid van medewerkers. En gezondheid en vitaliteit is daar eigenlijk een onderdeel van. Zo ben ik vorig jaar gepromoveerd. Ja, Luca zei het net al, mijn proefschrift gezond op het werk. Waarin we hebben gekeken op welke manier de organisaties de gezondheid van de medewerkers stimuleren en wat de gevolgen daarvan zijn. Oké, dat klinkt allemaal erg interessant. U doet erg veel, zo te horen. U zei ook dat u iets met vitaliteit doet op de Universiteit van Utrecht. Maar zou u dan kort uit kunnen leggen wat vitaliteit voor u betekent? Ja, natuurlijk. Ik denk veel mensen denken vaak aan vitaliteit. Echt een supergezonde lifestyle. Dus heel veel gezond eten en heel veel sporten. Maar ik denk eigenlijk dat het veel meer draait om gewoon energie hebben. Lekker in je vel zitten. Met plezier naar je werk gaan. En natuurlijk helpt het daarbij als je gezond eet en als je voldoende beweegt. Maar dat betekent echt niet dat je niet af en toe even lekker ook van het leven kan genieten. Want dat juist ook heel erg bijdraagt aan je goed voelen en energiek zijn. Ik denk dat dat inderdaad ook wel vaak voorkomt. Dat mensen inderdaad bij vitaliteit denken, ja, veel sporten, veel bewegen. Maar dat is eigenlijk maar een klein stukje van vitaliteit. Het gaat natuurlijk gewoon het lek in je vel zitten. En als je kijkt op de berg voor gewoon plezier hebben in je werk. En gewoon comfortabel voelen, op de wijze van spreken. En niet alleen maar dus het sporten en bewegen en zo. Ik hoop dat mensen dat uiteindelijk meer gaan realiseren. Dat het gewoon zowel fysiek als mentaal is. En niet alleen maar fysiek. Zou je ons, de luisteraars, kort mee kunnen nemen over de resultaten van het onderzoek? Ja, natuurlijk. In mijn onderzoek heb ik eigenlijk drie vragen gesteld. De eerste vraag was, wat is de rol van de werkomgeving in het gebruikmaken van gezondheidsbevoording op de werkvloer? Daarbij heb ik dus wel gefocust op die fysieke gezondheid. Dus vooral op gezond eten en op bewegen. Omdat dat eenmaal de gegevens waren die wij beschikbaar hadden in het onderzoek. Dus we hebben gekeken naar een aantal aspecten van het werk. Bijvoorbeeld autonomie. En daarin zagen we dat medewerkers die meer vrijheid hebben om zelf hun werk in te delen, dat die eerder geneigd zijn om deel te nemen. Dus als voorbeeld, stel jij werkt altijd tot vijf uur standaards dienst. En om vier uur is er een sportles. Ja, dan is dat lastig om daaraan deel te nemen. Maar als je wel zelf die vrijheid hebt door te denken, nou dan stop ik om vier uur en dan werk ik zaterdag nog een uurtje. Dan kan dat bijvoorbeeld wel. We hebben ook gekeken naar werkdruk. Vaak het idee van als mensen heel druk zijn, dan doen ze niet mee. Dat vonden wij niet. Dat was wel opvallend. Wat we wel zagen is dat mensen die veel uren werken, dus veel op hun werk zijn, dat die eerder gebruik maken van eetgelegenheden. Dus als ze naar de kantine gaan of een gezonde voeding daar kiezen. Een beetje met het idee van je moet toch eten. Dus als je op werk bent, kun je dat mooi daar doen. Het andere deel waar we naar hebben gekeken daarin was meer organisatiecultuur, gedeelde normen en waarden. En daarin zagen we dat organisaties die heel erg georganiseerd zijn, rondom de notie dat werk heel belangrijk is. Dus dat eigenlijk alles moet wijken om maar het werk gedaan te krijgen. Dus dat mensen veel overwerken. Het idee hebben van je moet echt laten zien dat ik loyaal ben, gecommitteerd, dat ik mijn werk goed doe. Die mensen of dat soort organisaties gaan niet meedoen of de kans daarop is veel lager. Ik kan me dat ook wel goed voorstellen. Dus als jouw collega's allemaal keihard aan het werk zijn, dan ga je niet zo snel eventjes weg van je bureau naar de kantine en eet je gewoon je boterham daar om even te sporten. Je wil laten zien dat je je werk ook serieus neemt. En de tweede manier waarop normen en waarden echt heel erg gedeeld kunnen worden is door de sociale relaties op het werk. Dus daar hebben we gekeken naar collega's. En daarin dragen we dat hoe meer collega's gebruik maken van regelingen die er zijn, hoe groter de kans is dat jij dat zelf ook doet. En dat heeft ook een beetje geleid tot de tweede vraag die we gesteld hebben in het onderzoek. Dus wat is nou de rol van die sociale relaties op het werk? Ik zei het net ook al van ik werk bij Sociologie, dus dat is eigenlijk iets waar we altijd heel erg geïnteresseerd in zijn. Dus we hebben gekeken naar collega's en managers. En we zagen dat dat, verrassend genoeg, managers eigenlijk niet zo'n grote rol hadden. In ieder geval niet naar ons onderzoek. Collega's wel. En op twee manieren. We zagen dat als zij gezond gedrag stimuleren, dus waarmee ze laten zien van, dit vind ik belangrijk, dat de kans groter is dat werknemers gebruik maken van gezondheidsbevorderingen en ook gezond gedrag in het algemeen vertonen. En ook dat hun eigen gedrag een rol speelt. Dus ik zei net al hoe meer collega's meedoen, maar ook hoe meer collega's bijvoorbeeld gezond eten, hoe groter de kans dat mensen dat doen. Niet alleen op het werk, maar ook daarbuiten. En daarin vonden we wel dat het gedrag van mensen eigenlijk een groter effect had. En dat kun je je natuurlijk ook wel voorstellen. Dus bijvoorbeeld, ik zit samen met een collega Thomas op een kantoor. En als hij om drie uur tegen mij zegt van, goh, nou Anne, het is drie uur tijd om te gaan wandelen. Ja, dan ga ik dat waarschijnlijk wel doen. Het is misschien hard wegend. Maar als hij zegt van, nou, het is nu drie uur. We gaan samen een rondje wandelen. Dan is de kans dat ik ook ga natuurlijk eigenlijk veel groter. Anders denk ik van, ja, waarom moet ik wel gaan wandelen? En waarom kun jij gewoon lekker achter je bro blijven zitten? Dus dat zagen we daar ook in. En het derde deel van het onderzoek richt zich echt heel erg op de gevolgen van gezondheidsbevorderingen op het werk. En daar wil ik eigenlijk één interessant resultaat uit prikken. Dus we hebben gekeken naar, zorg het ook voor betere prestaties. En je zei net al in de intro van, nou, dat is vaak de verwachting. Dat vonden we inderdaad. Dus werknemers die gebruik maken van gezondheidsbevorderingen, die voeren beter hun taken uit en doen ook vaker een stapje extra voor de organisatie. En wat we opvallend daarin ook zagen, is dat het gebruik een rol speelt, maar ook de groep werknemers die wel weet dat dit soort regelingen bestaan, maar daar niet zelf gebruik van maken, dat die eigenlijk ook beter hun best doen. En we dachten dat dat een beetje komt door dat die werkgever dus heel erg laat zien van, goh, ik ben heel erg begaan met mijn mensen. Ik geef om hun welzijn, om hun vitaliteit. En dat dat alleen al voldoende is om ook een soort van positieve reactie te triggeren onder die werknemers om dan zelf ook aan de slag te gaan. Nou, ik denk dat je wat je net zegt, dan hoor ik inderdaad van dat de manager ook bereid is om gewoon er voor jou te zijn. Dat je ook een beetje er voor elkaar bent. Dat de werknemers ook meer bereid zijn om wat voor hun te doen. Dat ze er ook voor jou zijn zeggen. Want het is wel interessant om te horen. Ja, precies. Als je gewoon een soort van aandacht geeft aan je medewerkers, en dat kan dit inderdaad door te zeggen van, nou weet je, we vinden het prima als jullie een uurtje gaan sporten op een dag of een uurtje gaan wandelen. Dan doet het eigenlijk ook al iets. Wat heel mooi is om te horen. Zeker. Ik vond het ook wel interessant om te horen dat je zei dat managers niet heel veel invloed erop hebben. Vaak wordt verwacht dat managers vaak dan juist wel invloed hebben. Omdat ze de vitaliteitsprogramma's aanbieden en zeggen, ja, ga maar naar de gym of iets in die richting. Maar inderdaad, wat ik moet zeggen, het is juist veel meer de sociale druk of misschien wel groepsdruk als het ware, dat beter helpt om wel bijvoorbeeld een keertje te gaan wandelen of wel naar de sportschool te gaan. Met collega's dan natuurlijk. Ja, het is ook inderdaad, je hoort inderdaad wat je zegt van heel veel van het aanbieden. Dat is natuurlijk iets wat meer het management van een organisatie doet. Inderdaad, wij hebben ook heel erg gekeken naar die directe leidinggevende. Van, goh, wat doen zij nou? En we zagen wel dat het wel een verband houdt, maar zodra je kijkt naar manager en collega's, dan doet die manager er eigenlijk niet echt meer toe. Dus ik denk inderdaad wat je zegt, dat het echt heel erg aan het faciliteren is. Dus zorg dat mensen dat gevoel hebben, dat ze die ruimte hebben, ook dat ze weten dat het er is. Want ook best wel een grote groep weet gewoon überhaupt niet dat er regelingen zijn of dat dat mogelijk is in hun organisatie. Kijk, zo'n manager kan daar natuurlijk wel in ieder geval die informatie bieden en ook het goede voorbeeld erin geven. Bijvoorbeeld mijn leidinggevende, zij plant altijd tussen twaalf en één haar agenda leeg, dus dat gewoon lunch. Nou, dan kunnen we in ieder geval niet vergaderen tijdens die tijd. Dat betekent wel dat we gewoon met elkaar gaan lunchen, dat we even die pauze nemen. Dus op die manier kun je natuurlijk wel... Het feit dat wij het niet hebben gevonden, betekent niet dat het er helemaal niet is. Dus ik denk dat het zeker wel een rol speelt. Maar wat je zegt, die sociale druk en die collega's, die spelen waarschijnlijk een grotere rol. Verandering hoeft niet alleen te ondervinden bij een manager, maar ik denk dat dat ook gewoon bij een werknemer kan. Als er te weinig wordt beweugd op de werkvloer of geen gezond werkklimaat is, want je hoeft niet altijd te wachten totdat je manager wat doet. Je kan ook zelf actie ondernemen en in de hoop van, zoals je net zegt, dat iemand gewoon met je meedoet. Ja, en dat is nog wel interessant ook om te vermelden. We hebben ook nog specifiek gekeken naar wat nou als mensen thuis werken, want dan heb je misschien wat minder die sociale druk, omdat je collega's, die zie je misschien wel een uurtje via Teams, maar daar zit je niet de hele tijd naast. En ook dan speelt wat zij doen nog steeds wel een beetje een rol. Dus nog steeds wel dat we dat voorbeeld geven. Wel een stukje minder dan op het werk, wat ook logisch is, want je ziet ze ook gewoon minder. Maar ook daar speelt een beetje die cultuur of die manier waarop het werk geregeld is. Dus we vonden het grootste effect voor bijvoorbeeld inderdaad wandelen onder werktijd, en dat dat ook echt mag onder werktijd. Dus dat je dan zeg maar niet zegt van oké, ik ga nu een half uur wandelen. Nou, dan werk ik een half uur langer door, maar dat dat ook gewoon oké is dat je dat onder werktijd doet en dat dat ook gewoon een soort van begrepen wordt van hé, dat helpt ook juist om weer even na te denken of even fris te worden. Dus het draagt ook erg bij aan die cultuur van het is oké om bezig te zijn met je vitaliteit en je gezondheid. Mooi. Welke factoren op de werkplek dragen het meest bij aan stress bij werknemers? Ja, dat is een hele goede vraag. Ik moet zeggen, ik heb daar dus niet per se zelf heel veel onderzoek naar gedaan. Ik weet er wel iets over. Dus wat we vaak zien, is dat aan de ene kant hoge eisen, dus het idee dat je echt heel veel moet doen of dat je gewoon eigenlijk te veel werk hebt, hoge werkdruk, weinig steun, dus van je leidinggevenden, van je collega's. Mocht je veel werkdruk hebben en je hebt juist wel veel steun, dan werkt het ook een beetje als een soort buffer. Dus dan krijg je misschien het eerste idee van oké, we hebben wel veel te doen, maar we doen het samen, we helpen elkaar. Dus dan zorgt het weer wat minder voor stress. Dus dat denk ik heel erg. Misschien ook het feit dat mensen soms het idee hebben dat ze net een stapje te veel moeten doen. Dus niet alleen dat ze te veel werk hebben, maar ook dat het eigenlijk wel iets te uitdagend voor ze is. Dat het ook echt wel heel stressvol kan zijn. Dus je ziet dat nu best wel vaak met het toenemen van technologie op het werk. Nou ja, dat is voor sommige mensen, die begrijpen daar superveel van, voor andere mensen hebben eigenlijk wel een beetje moeite om daar goed mee om te gaan. Dus dat dat ook wel een uitdaging kan zijn. En tenslotte, maar dat ligt niet zo heel erg op het werk, maar ik denk ook de interactie met thuis en alles wat mensen daar tegenkomen. Dus bijvoorbeeld kleine kinderen of alleen eens een man te zorgen. Hoe hebben ze het thuis geregeld dat dat ook kan leiden tot stress op het werk als dat lastig is? Ja, precies. Als ze dat meenemen naar hun werk, dat dat inderdaad best wel veel kan zijn. Als je wel met je werk zit en dan ook nog in een thuissituatie zit die misschien niet helemaal ideaal is of stressvol is, dan snap ik dat dat natuurlijk ook kan verdalen naar het werken. Dat je de hele tijd met je hoofd zit. Ja, dat zeg je bijvoorbeeld ook heel erg. Ten tijde, dat is natuurlijk nu nog steeds misschien iets minder, toen de energieprijzen heel hoog werden. Dat voor veel mensen het ook gewoon, dat ze gewoon steeds meer moeite kregen om financieel rond te komen. Ja, dat is ook iets waar mensen zich heel erg zorgen om maken. Wat ze ook meenemen naar het werk en wat ook daardoor van invloed is op de mate waarin ze, op hun vitaliteit of in ieder geval de mate waarin ze zich lekker voelen en in staat zijn om hun werk goed uit te voeren. Dit ben ik eigenlijk wel benieuwd. Weet u toevallig hoe een werkgever kan helpen om een stressvrije werkomgeving te creëren? Ja, ik zou zeggen dat er een aantal verschillende dingen zijn die je kan doen. En ook een aantal dingen die je juist niet moet doen. Wat je heel vaak ziet is dat, of vaak soms ziet, dat er gedacht wordt, oh, onze mensen hebben heel veel stress. Daar moeten we wat aan gaan doen. Weet je wat? We doen een mindfulnesscursus. Of we gaan een dagje met z'n allen een workshop volgen, terwijl je dan eigenlijk niet de oorzaak wegneemt. Dus tuurlijk, het kan heel fijn zijn voor mensen om een manier te vinden om met die stress om te gaan. Maar zolang jij niet de oorzaak van de stress wegneemt, zullen mensen nog steeds gestresst worden. Of dan is het misschien echt nog een korte termijn oplossing. Dus ik denk dat daar heel erg de crux eigenlijk in ligt. Dus zorg dat mensen voldoende werk hebben, niet te veel plannen, niet te veel van die onnodige meetings in. Dat geeft mensen soms ook wel een gevoel van stress, dat ze maar van meeting naar meeting eigenlijk geen tijd hebben om nog hun werk te doen. Omdat ze de hele dag in een vergadering zitten, waarin ze praten over wat ze zouden moeten doen, maar dat niet kunnen gaan doen. En ja, geef mensen ook de ruimte om ook zelf te kijken wat voor hun nodig is en wat voor hun werkt. Ook weer niet te veel. Ik hoor ook weleens verhalen dat juist te veel autonomie, dat dat voor sommige mensen juist ook heel stressvol kan zijn. Dus probeer daar ook een beetje een balans in te zoeken. En we zien natuurlijk ook heel erg zeker nu, is die discussie met groeiende personeelstekorten. Dus ja, dan is er tekort en dan moeten mensen die er zijn nog harder werken, omdat ze toch wel de gaten moeten dichtlopen. Nou, dat leidt dan weer tot meer stress, tot meer misschien uitval, want dan zijn er nog minder mensen. Dus ook daar. Het is natuurlijk heel moeilijk om dan te zeggen van, oké, nou ja, dan gaan we maar meer mensen aannemen. Want als die er niet zijn of als je die niet kan vinden, dan is dat niet echt een oplossing. Maar dan kun je natuurlijk wel met elkaar nadenken van, oké, welke werkzaamheden vinden we echt essentieel dat echt gedaan moeten worden? En wat kan misschien nog wel even wachten of kan ook nog wel wat later? Dus dat je echt die oorzaak van de stress probeert weg te nemen, of in ieder geval te verminderen. Hoi. Nou, we hebben het net over stress gehad en wat er aangepast kan worden om die stress eigenlijk weg te nemen op de werkvloer. En hoe kan de werkomgeving worden aangepast om fysieke klachten te voorkomen? Ja, dat ligt, denk ik, heel erg aan wat je verstaat onder fysieke klachten. Dus je hebt natuurlijk heel erg de kansklachten aan de, wat is het, nek, arm, schouder. Ik ben even vergeten waar de K voor staat, maar geen zelfde of klachten, geen idee. Dus dat heeft echt heel erg te maken met gewoon een goede werkplek. Dus heb je bijvoorbeeld, als je achter een bureau zit, heb je een bureau wat je op hoogte kunt instellen, zodat het voor jou goed is. Heb je een bureaustoel die goed zit, heb je een scherm dat goed zit, heb je een losse muis, een los toetsenbord, gewoon allemaal om te zorgen dat je goed kan werken. Maar ook bijvoorbeeld als jij in de zorg werkt, hoef je niet het patiënt uit bed te tillen, zijn er hulpmiddelen voor? Of als jij in een fabriek werkt, moet je heel veel repetitief werk doen, ja of nee? Dus op die manier kun je natuurlijk echt fysieke klachten die door het werk komen, proberen te verminderen. Ja, ik denk dat het, als je het meer hebt over fysieke gezondheid in het algemeen, hoe je dat kunt verbeteren. Nou ja, dat is denk ik, kan het op verschillende manieren. En dat het ook belangrijk is in wat je daar doet, dat dat ook aansluit bij de behoeften die je medewerkers hebben. Dus je kunt, ik weet, bijvoorbeeld op onze campus hebben wij het anti-rokenbeleid. Dus dat betekent dat je eigenlijk op de campus, dat er nergens gerookt mag worden. Nou, dat hangen er allemaal mooie bordjes en mooie stoeptegels. Maar goed, dat wordt niet door iedereen nageleefd, helaas. Dus je kunt dan wel denken, als je merkt van oké, dit werkt misschien niet voldoende. Je zou wel kunnen overwegen, oké, moet ik dan iets anders doen om te zorgen dat mijn mensen stoppen met roken? Want dit ontmoedigend beleid werkt dus onvoldoende. Tel de geld voor bijvoorbeeld voldoende beweging. Ja, hoe kun je zorgen dat mensen dat in hun werkdag kunnen integreren? Dan hoeft het echt niet per se allemaal tijdens het werk. Maar je kunt ook denken aan, kunnen mensen wandelend of fietsend naar het werk komen? En ondersteun je dat? Is er bijvoorbeeld een fietsenplan waardoor mensen met korting of deels vergoed een fiets kunnen kopen die ze kunnen gebruiken om naar hun werk te reizen? Of als ze ver weg wonen, stimuleer je ze dan dat ze met het OV kunnen gaan in plaats van met de auto? Want dan hebben ze ook wel iets meer beweging in je werkdag. Zijn er leuke routes die je kunt lopen in de buurt? Of zit je op een of andere bedrijfterrein naast de snelweg waar je van je sokken wordt gereden als je denkt van nou, ik ga aan de lunchpauze even een rondje lopen. Dus gewoon allemaal dat soort manieren. Gewoon kijken wat er mogelijk is, maar ook wat mensen willen. Misschien willen ze helemaal niet sporten. Ik geef wel eens als voorbeeld, stel je hebt allemaal 50 plus mannen in dienst. Ja, die zitten misschien niet te wachten op een jonge vrouwelijke yoga instructrice. Ja, misschien wel, maar om andere redenen, geen idee. Terwijl die misschien liever gewoon een rondje wandelen. En heb je veel jonge mensen in dienst, dan zitten die misschien wel te wachten op padel of op hit of op misschien meer intensieve. Dus ook daar is het denk ik goed om te bedenken van oké, waar zitten die mensen op te wachten en ook met hun dat gesprek daarover aan te gaan. Dus niet maar bovenop te denken van oké, nou, dit wil ik graag doen, maar kijken van wat vinden ze leuk en hoe past dat ook bij hun werkomstandigheden. En merk je dat ook op je eigen werk? Wat doet de Universiteit Utrecht daar bijvoorbeeld daarvoor, om de fysieke klachten eigenlijk te voorkomen? Ja, ik vind dat wij daar wel wat meer in zouden kunnen doen. Dus wij hebben wel goede zitstaatbureaus en dus op zich dat is wel goed geregeld. We hebben op zich ook best wel een hele mooie campus waar je prima lekker kan gaan wandelen. Er is een sportcentrum waar je kunt sporten. Moet ik zeggen dat die tijden van die medewerkerslessen, die zijn soms niet altijd even handig. Dus die beginnen dan bijvoorbeeld om 8 uur ochtend. Ja, dat is prima als je in Utrecht woont, maar als je daar niet woont zoals ik, ja, ik ga toch niet om kwart over 7 al weg, omdat ik dan op het werk wil gaan sporten. Dan denk ik dan doe ik het s'avonds wel lekker thuis. We hadden ooit een kantine waar wij heen gingen, die is inmiddels dicht. Daar wordt wel wat gezond aanbod aangeboden, maar niet superveel. Ik weet wel dat we bijvoorbeeld wat wandelrondjes die je zou kunnen doen, dus als je inspiratie zoekt. Moet ik zeggen dat bij ons op de afdeling eigenlijk heel weinig gewandeld wordt. Dus ik werk 1 dag in de week thuis en dan ga ik eigenlijk altijd wandelen tussen de middag. En op mijn werk ga ik eigenlijk nooit wandelen, omdat mijn collega's het ook niet doen. Dus dat laat ook wel zien dat die norm eigenlijk best wel streng kan zijn of best wel bepalend. Ik weet bijvoorbeeld in Eindhoven hebben ze ook een soort meeting, een wandelmeeting room die je kunt reserveren. Dan kun je zeggen, nou, mijn vergadering duurt een half uur en dan krijg je een rondje wat je in een half uur kunt lopen. Zodat je het ook echt een soort van fysiek in je eigen nek kan zetten. Ik denk dat dat echt wel helpt ook voor mensen om dat dan een keer te doen. Wij denken van, ja, vergadering, oh, ik doe even een zaaltje en dan gaan we met z'n allen in dat zaaltje zitten. Dus ik denk gewoon dit soort kleine dingetjes. En dat betekent niet dat iedereen dat dan de hele tijd moet doen of gaat doen. Maar voor de mensen die het willen doen is het natuurlijk wel heel mooi dat het op die manier ook gefaciliteerd wordt. Ik heb er zelf nog nooit van gehoord van een, hoe noem je het nou? Een meeting. Een wandelende meeting. Klinkt wel best interessant, denk ik. Ik ben ook heel erg benieuwd. Ik ga vanavond ook wat mensen begeleiden. Ik wil dat ook wel uitproberen. Kijken hoe dat gaat. Hoe zo'n vergadering dan op dat beetje werkt. Ja, hoe leuk dat is. Ja, snap ik. Misschien ook voor de luisteraars leuk. Probeer een keer een meeting in plaats van een sittende meeting. Zeker. Hoe kan de werkomgeving een gezonde leefstijl bevorderen? Ja, goede vraag. Ik denk verschillende manieren. Dus wat ik al zei, was een van de bevindingen uit ons onderzoek is dat heel erg die organisatiecultuur daar belangrijk in is. Dus laat zien dat ook gewoon op het werk, dat je het belangrijk vindt als organisatie, dat mensen met hun gezondheid en hun vitaliteit bezig zijn. En dat kan op verschillende manieren. En om terug te komen wat ik net al zei, dat is daarin wel handig als je iets doet wat ook aansluit bij waar mensen op zitten te wachten en waar ze behoefte aan hebben. Maar als jij dus wel aanbod hebt, maar mensen weten niet dat dat bestaat, ja, hoe belangrijk vind je het dan echt? Ook daar denk ik dat die collega's daarin een grote rol spelen. Dus echt heel erg de norm creëren met elkaar, dat aandacht voor gezondheid en vitaliteit, dat dat belangrijk is. En ja, ik zou zeggen de eerste stap daarin is wel zorgen dat je überhaupt regelingen of dingen hebt. Mensen denken vaak van, oh, dat moet echt heel groot en dat moet meeslepend, maar zet dus een keer een bakje fruit neer of ga een keer met elkaar wandelen. Dat is helemaal niet gelijk. Met elkaar gaan trainen voor de Marathon van Rotterdam-bewijzen van, het kan ook heel laagdrempelig. Dus dat is denk ik belangrijk, dat het laagdrempelig is. Dat mensen weten wat er is. Het is leuk als je van alles aanbiedt, maar als mensen dat vervolgens niet weten, ja, dan schikt het ook niet echt op. Dus daar kun je natuurlijk met communicatie heel erg veel in doen. Bijvoorbeeld met een nieuwsbrief of op het internet of op sociale media laten zien dat je dat belangrijk vindt. Daarmee wordt het ook heel zichtbaar, dus dan krijgen mensen ook sowieso eerder dat idee van, hey, het is belangrijk. Wat ik denk ook heel belangrijk is, is dat je ook aansluit bij de werkomstandigheden van mensen. Dus ik had net al het voorbeeld van het roosteren van de sportactiviteit. Ik weet in het ziekenhuis, daar hebben ze spinninglessen om 1 uur. Daar zijn de artsen hartstikke leuk, maar dan sta ik in de operatiekamer. Dus dat werkt voor mij niet. Ook met gezond eten. Stel je bent een transportbedrijf en je mensen zijn constant op de vrachtwagen. Ja, het is heel leuk dat je dan een gezonde kantine hebt, maar ja, daar zijn ze dan nooit. Dus daar hebben ze eigenlijk niks aan. Je zou dan kunnen denken van, goh, kan ik ze een lunchpakket meegeven waarin ze wat gezonde opties kunnen vinden in plaats van dat ze stereotyp een broodje bal naast de snelweg gaan halen. Dat is af en toe tuurlijk prima en lekker, maar dat moet ook niet elke dag. Zeker niet als je veel zit. Dus op die manier denk ik dat het ook goed is om te bedenken van, goh, hoe ziet mijn personeelsbestand er eigenlijk uit en wat sluit aan bij enerzijds hun behoeften, maar ook bij hun werkomstandigheden. Ik vind het eigenlijk wel heel interessant dat u dat zegt, dat de vitaliteitsprogramma's eigenlijk veel meer op moeten gaan vallen, dat dat te weinig gebeurt. Daar komen wij zelf eigenlijk ook achter nu we onderzoek doen naar succesvolle vitaliteitsprogramma's. Wat wij veel horen is dat bedrijven zeggen van, ja, we hebben eigenlijk heel veel. We hebben een gym, we zorgen voor gezonde mogelijkheden, voor voeding, ze mogen wandelen tijdens werk. Maar als we dan verder de diepte ingaan en vragen van, ja, gebeurt het dan ook echt? Dan zeggen ze van, ja, dat weet je eigenlijk niet. Er wordt te weinig aanbesteed om daadwerkelijk erachter te komen of dat hun programma daadwerkelijk succesvol is. En dat is misschien wel een hele belangrijke stap, van misschien doe je wel heel veel, maar het kan zijn dat het helemaal niet aansluit bij jouw personeel. Dus dat er naar meer dingen gekeken moet worden dan daadwerkelijk alleen het aanbieden. Ja, en ik denk ook daar dat het ook goed is als je dat ook gewoon voortdurend onder de aandacht brengt. Inderdaad, als je zegt van, oh, we hebben een gym. Nou, dat je een soort van evenement organiseert van, nou, de gym is geopend. En dan denken mensen, oh ja, we hebben een gym. En dan drie weken later zijn ze het weer vergeten. Dus ook daar denk ik dat daarom ook juist die communicatie zo belangrijk is. Omdat je daarmee gewoon constant laat zien van, hey, wij vinden het belangrijk. En ook gewoon mensen wijst op de mogelijkheden die er zijn. En bijvoorbeeld ook, wat ik eerder zei, kunnen mensen met de fiets naar het werk. Stel, eind van het jaar is er weer en al die keuzevoorwaarden, modellen, of weet ik wat, moet worden ingevuld. Nou ja, wijs mensen er nog een keer op van, hey, je kunt ook de verlofwielden die je over hebt bijvoorbeeld inzetten om een fiets te kopen. Zodat mensen dan ook meer weer realiseren van, oh ja, dat kan ook. En op die manier kan ik ook vitaal bezig zijn. Dus ik vind in dat licht ook altijd een beetje, we hebben veel organisaties die denken van, oh ja, we doen een vitaliteitsweek. Dan zetten we echt even de vitaliteit lekker in de aandacht. En op maandag gaan we met z'n allen yoga doen. Op dinsdag hebben we gezonde smoothies voor de lunch. En woensdag gaan we wandelen. En dan denk ik, ja, dat is op zich heel goed om er aandacht aan te besteden. En dan na die week, dan is het weer klaar. En dan een jaar later denken ze, oh ja, de vitaliteitsweek komt er weer aan. Laten we nog een keer. Op maandag gaan we weer wandelen. Dan denk ik, ja, dat is eigenlijk ook niet wat je wil. Natuurlijk kan het helpen voor het bewustzijn, maar eigenlijk wil je gewoon constant dat er aandacht is. Het liefst ook dat er misschien gewoon iemand is die dat in zijn portfolio heeft, die zorgt dat er elke maand in een nieuwsbrief een stukje over vitaliteit komt, of elke drie weken, of de sociale media iets, ik noem maar wat. Maar dat het gewoon het hele jaar door eigenlijk altijd onder de aandacht wordt gebracht. Ja, ik denk ook het stukje personaliseren van het vitaliteitsprogramma, dat dat belangrijk is. Nu hebben veel bedrijven van, ja, we hebben een sportschool. En ja, je kan hier dit doen, je kan hier dat doen. Maar het gaat er uiteindelijk om, ga je werknemers er gebruik van maken? En willen zij het uiteindelijk doen? En ik denk dat eerder de vraag is van, hoe kan je ervoor zorgen dat jij iets doet wat aansluit op je werknemers? Want bij een bedrijf van mensen die wat ouder zijn, dan heeft het misschien minder zin om een sportschool te hebben bij een bedrijf, maar zou het wel bijvoorbeeld nuttig kunnen zijn als je allemaal wandelroutes hebt uitgestippeld, die ze kunnen doen in hun pauze. Dus ik denk dat het stukje personaliseren daar heel erg belangrijk is. Ja, wil jij bijvoorbeeld met je collega sporten en dan samen douchen? Of zeg je van, nou, ik kan me best voorstellen dat je daar niet zo op zit te wachten. Ik weet nog niet of ik daar zelf per se met mijn leiding geëvent denk, ja, dat zou prima zijn met haar rondjes te gaan hardlopen. Maar ja, dan zou ik wel graag een eigen douchehoekje willen hebben, of niet per se samen onder een grote douche. Terwijl als ik ga zwemmen, vind ik dat prima. Als ik met mijn maatjes van de club, dat we daarna afloop, samen in de kleedkamer staan, ja, daar heb ik dan niet zo veel moeite mee. Gewoon omdat die, ja, die relatie ook gewoon heel anders is. Dus dat is natuurlijk ook iets om over na te denken, hoe je dat dan, ja, voor me kan geven. Zeker. Welke trends zien we op het gebied van de werkomgeving en gezondheid? Oeh, dat is een interessante vraag. Ik heb wel het idee dat er steeds meer aandacht überhaupt voor is voor gezondheid en vitaliteit op het werk. En ook een beetje sinds de coronapandemie, dat dat toch wel, ja, mensen wel een soort van meer hebben ingezien van, hey, oké, gezondheid is toch wel belangrijk en daar moeten we echt wel aandacht aan besteden. Ik merk wel dat er heel veel soort wisselen, dus de aandacht ook ervoor, die blijft wel, maar die verschuift zich wel heel erg van perspectief. Dus ik heb wel het idee dat er ook veel aandacht is voor mentale gezondheid en stress en zingeving op het werk. Dat dat eigenlijk momenteel best wel een hot topic is, als ik een beetje mijn netwerk en mijn LinkedIn-tijdlijn mag geloven. Dus ik zou zeggen dat daar wel steeds wat meer aandacht voor komt. Ja, ik denk dat dat eigenlijk de grootste trend is die ik daarin zie. Ja, dat is wel goed om te horen, want heel lang is het eigenlijk niet zo geweest dat er aandacht aan wordt besteed. Klopt, ja. Maar inderdaad, fijn dat dat dan nu wel steeds meer opkomt en hopelijk dat eigenlijk elk bedrag dat over gaat nemen. Ja, en ik zie inderdaad ook echt wel dat er gewoon meer vitaliteitsprogramma's worden opgetuigd. En dat is natuurlijk, denk ik, heel mooi. Daarnaast denk ik ook dat het nog steeds goed is om ook gewoon laagdrempelige dingen te doen. Dus misschien niet iedereen heeft zin in zo'n heel uitgebreid programma of dat ze echt dingen moeten volgen. Dus daar denk ik dat het goed is als dat elkaar aanvult ook. Zeker. En ja, om de podcast dan eigenlijk af te sluiten. Welke tips wil jij de luisteraars meegeven om vitaler in hun werkomgeving te zijn? Ik denk aan de ene kant goed is ook om gebruik te maken van die sociale normen en die sociale relaties op het werk. Dus als jij zelf iets gaat doen, dus je denkt, ik ga een rondje wandelen, vraag je collega's mee. Doe het goed zodat zij ook gezond kunnen gaan doen, maar het is ook gewoon gezellig. Dus dat is ook heel belangrijk. Ik denk dat zeker gezamenlijk gebruik van, gezamenlijke deelname aan dit soort activiteiten, dat juist ook echt heel erg de teamspirit kan verhogen en daarmee ook juist vergoed is voor het werk. En ten tweede denk ik dat het heel goed is om er een gewoonte van te maken. Dus stel, je hebt een zitsta bureau. Ik deed dat zelf voor corona wel heel erg. Toen gingen we thuis werken, toen hadden we het niet en nu vergeet ik het elke keer. Maar dan ga ik dan elke dag om drie uur van oké, nu is het drie uur, nu ga ik even een half uurtje staan. Dus om er gewoon echt een gewoonte van te maken en dat heeft dan even tijd nodig, maar uiteindelijk helpt dat wel en hoef je er ook niet meer over na te denken. Daardoor kost het ook gewoon minder energie en kun je het gewoon makkelijk doen in je werk. Oké, top. Heel erg bedankt. Ja, heel erg bedankt dat je tijd hebt vrijgemaakt om deze podcast met ons op te nemen. Wij vonden het in ieder geval een erg interessant gesprek en ik denk ook een leuk gesprek voor de luisteraars om te luisteren. En dan bedankt voor het luisteren naar de derde aflevering van Fitte de podcast. We hopen dat jullie ervan hebben genoten en dat jullie nieuwe dingen te weten zijn gekomen over gezond op werk. Bedankt en tot de volgende aflevering van Fitte de podcast.

Listen Next

Other Creators