Details
Nothing to say, yet
Details
Nothing to say, yet
Comment
Nothing to say, yet
Anna has two hands with ten fingers. She can wave and eat with them. She can hold the handlebars of her bike but cannot wave because it's dangerous. Anna can also wash her hands by herself. Sometimes her hands do naughty things when she's angry, like hitting her friend Leon. Her hands also hit her dad sometimes. Anna can use her mouth to talk and explain why she's angry. If she can't talk, she goes to the hallway to calm down and do activities like drawing or reading. Then she can apologize to Leon and they can play together again. Anna's hands are good at hugging, with her family and her favorite stuffed rabbit. Anna heeft twee handjes. Twee handjes en tien vingers. Met die handjes kan ze zwaaien. Daag, zwaait Anna. Zie je mij? Met haar handjes kan Anna eten. De workhout in haar ene hand en het mes in de andere hand. Netjes eten, dat kan Anna al heel goed. Met haar handjes houdt Anna het stuur vast van haar fiets. Maar zwaaien lukt dan niet. Want dat is gevaarlijk, zegt mama. Haar twee handjes horen op het stuur. Anna kan haar handjes ook helemaal alleen wassen. Met het water van de kraan. Kijk, Anna toverschuimt dus haar vingers. Na het spoelen en drogen zijn haar handjes weer schoon. Soms helpt Anna mama met opruimen. Met haar handjes legt ze alle blokken in de rode doos. En de auto's en knuffels in de groene doos. Anna klapt in haar handjes, want dat heeft Anna zo goed gedaan. Maar soms, als Anna boos is, dan doen haar handjes stoute dingen. Dan willen ze haar vriendje Leon slaan. En dat doet pijn. Of ze trekken aan de haren van Leon. Au, au, dat doet pijn, zegt Leon. Leon gaat dan heel hard huilen en brullen. Of hij slaat terug en dan gaat Anna ook brullen. Soms slaan de handjes van alle Anna zelf naar papa. Als papa geen koekje krijgt en dat vindt papa niet zo fijn. Dan moet Anna eventjes in de gang gaan staan. Papa zegt dat Anna wel boos mag zijn, maar dat ze niet mag slaan. Want slaan, dat hoort niet. En slaan doet pijn. Je hebt een mondje, Anna, zegt papa. En met dat mondje kun je praten. Anna kan vertellen waarom ze boos is. Of vragen of vragen of ze loopt. Als praten niet lukt, dan kan Anna beter even weggaan. In de gang gaan zitten, een boekje leren. Ze kan dan een tekening maken of rustig in een boekje kijken. Tot ze niet meer boos is. Ze kan dan ook sorry gaan zeggen tegen haar vriendje Leon. Die ze daar straks weer pijn gedaan. Anna zegt sorry en dan zijn ze even dikke vrienden samen. Nu kunnen ze samen terug spelen, want ze weten allebei dat ze niet meer mogen slaan. Daarna gaat Anna naar papa en haar broertje. Maar weten jullie waar Anna's handjes echt goed in zijn? In knuffelen. Knuffelen met mama, knuffelen met papa, knuffelen met de hond of met haar kleine broertje Lars. En met Anna haar allerliefste knuffelkonijn.