Angst bij honden deel 1

This podcast discusses anxiety and fear in dogs. Anxiety is a clinical disorder that disrupts someone's life, making normal functioning impossible. Dogs and other animals can also experience anxiety, which can disrupt their lives. Anxiety is a universal emotion that serves as a warning for potential dangers. Understanding how anxiety works is crucial to reducing it in dogs or humans. There are two types of anxiety: fear of future events and fear as a response to real or perceived danger. It is important to recognize these differences as they have different characteristics. Anxiety can manifest in various ways, such as worry, discomfort, tension, stress, nervousness, heightened alertness, aggression, and panic. These symptoms can occur in both humans and dogs. Anxiety disorders have specific criteria, including not being explained by another psychological disorder, difficulty controlling worry, impairment in social, occupational, or other important areas, excessive and persistent anxiet Welkom bij de podcast over angst en angst bij honden. Angst, wat is angst? Angst is een klinische angststoornis waarbij iemands leven dermate is ontregeld waardoor normaal functioneren niet meer mogelijk is. Ook honden en andere dieren kunnen angst. Het kan ook het leven van uw hond ontregelen. Angst is een universele emotie. Ieder persoon en dier ervaart soms angst. Dat is maar goed ook. We hebben namelijk angst nodig om te overleven en om ons te waarschuwen voor mogelijke gevaren. Als jij je angstig voelt, reageert je lichaam onder andere door je spieren sterker aan te spannen, je hartslag te versnellen en het aanmaken van adreline. Bij honden zie je dat ze ook de spieren aanspannen. Je ziet ook wel dat ze adreline aanmaken. De hartslag voelen wij en zien wij niet, maar die zal er zeker aanwezig zijn. Dit alles zorgt er weer voor dat je sneller op een mogelijk gevaar kunt reageren. Dat dit heel erg nuttig is in een situatie waarin het werkelijk sprake is van gevaar. Angst op zich is een normale nuttige emotie die we allemaal wel een keer ervaren. Maar willen we angst verminderen bij honden of bij personen, onthoud dan dit. Angst verminderen maakt de weg vrij om achterliggende problemen op te lossen. Angst verminderen begint altijd met begrijpen hoe angst werkt. Om te beginnen bestaan er twee soorten angst. De twee soorten angsten zijn 1. Angst voor iets wat in de toekomst mogelijk kan gebeuren. 2. Angst als reactie op al dan niet reëel gevaar. Het is wel heel belangrijk om dit verschil tussen beide angsten te benadrukken. Omdat beide soorten angsten een heel ander karakter hebben. Er zijn veel soorten angsten waardoor het soms moeilijk te herkennen is. Andere woorden die angstgevoelens kunnen vertegenwoordigen zijn bezorgdheid, ongemakkelijkheid, blozen, spanning, stress, nervositeit, geprikkeldheid, verhoogde alertheid, lamgeslagen zijn, extreme verwarring, paniek, doodsangst, agressie. Dit rijtje kunnen we ook weer onderbrengen in de twee soorten angsten. Dan kun je het zo indelen. Angst 1. Angst voor iets wat in de toekomst mogelijk kan gebeuren. Daarom wordt bezorgdheid bij ongemakkelijkheid, spanning, stress, nervositeit, geprikkeldheid, verhoogde alertheid. Bij angst nummer 2. Angst als reactie op al dan niet reëel gevaar wordt blozen, lamgeslagen zijn, extreme verwarring, paniek, doodangst, agressie. De betekenis of definitie van lamgeslagen is machteloos maken, uit het evenwicht raken, ontrust, machteloosheid door verbazing en verrassing. Dan hebben we ook angststoornissen. Maar wanneer kan je niet spreken over een angststoornis? Wanneer is een angsttoon zo ernstig dat je daadwerkelijk kunt spreken over een angststoornis? Dan zal een persoon of een hond aan de volgende kenmerken moeten voordoen. De vijf hoofdkermerken van alle angststoornissen bij personen zijn 1. De stoornis kan niet beter worden verklaard door een andere, psychische stoornis. 2. De betrokkene vindt het moeilijk om zijn of haar bezorgdheid onder controle te houden. 3. De bezorgdheid of de lichamelijke klachten veroorzaken beperkingen in het sociaal of beroepsmaatige functioneren of in het functioneren op andere belangrijke terreinen. 4. Een excessieve angst en bezorgdheid, woonvoorgevoelens die gedurende minstens zes maanden of vaker wel dan niet aanwezig zijn en betrekking hebben op een aantal gebeurtenissen of activiteiten. 5. De angst en bezorgdheid gaan gepaard met minimaal drie van de volgende zes symptomen. A. Rusteloosheid. B. Versnel vermoerd raken. C. Moeite met concentreren. D. Prikkelbaarheid. E. Spierspanning. F. Slaapstoornis. Komen of kunnen de kenmerken ook bij honden voorkomen? Ja, ze komen ook bij honden en andere dieren voor. Als je start bij wat ik onder nummer 1 heb gezegd, de stoornis kan niet beter worden verklaard door een andere psychische stoornis, dan is het meest voor de hand liggende antwoord, we weten niet waarom de hond zo reageert. Ga maar eens kijken in het park, bos of op een andere plek waar honden komen. Kijk maar eens hoe sommige honden kunnen reageren op een scootmobiel of op een skateboard. Is het het geluid dat ze maken? Denk aan de wieltjes van een skateboard. Denk aan het gezoem van een scootmobiel. Doordat er geen duidelijke achterliggende reden voor is waarom een hond zo reageert, kunnen we zeggen dat hij niet door een andere stoornis zou kunnen komen. Kunnen we dan ook nummer 2, de betrokkene vindt het moeilijk om zijn of haar bezorgdheid onder controle te houden, vertalen naar hond? Ja, dat kan. Je ziet het heel erg bij honden die op de eigenaar gericht zijn. Het kan gebeuren als de eigenaar met iemand aan het praten is, die heel dichtbij staat, dat de hond heel duidelijk laat weten daar niet voor gediend te zijn. Maar de hond laat dan ook wel merken dat je niet aan de eigenaar moet komen of moet zitten. Het gedrag dat de hond dan wel eens kan vertonen is tussen beide te gaan staan. De hond kan een beetje wegduwen, maar de hond kan ook wel blaffen, zodat je op gepaste afstand blijft staan. In de wandelgangen wordt het ook wel eens gezegd dat de hond jaloers is. Maar het hoeft niet waar te zijn. Het kan namelijk de bezorgdheid van de hond zijn. Kunnen we dan ook nummer 3, de angstbezorgdheid of de lichamelijke klachten veroorzaken beperking in het sociaal verbroepsmatige functioneer of in het functioneer op andere belangrijke terreinen? Nee, niet echt. Tenzij de angstbezorgdheid in der mate aanwezig is, waardoor het gedrag van de hond zo aan het veranderen is, dat het sociaal aspect van de hond en de eigenaar wordt aangetast. Mocht dit het geval zijn, dan moet je heel goed kijken hoe de hond reageert, maar ook heel goed luisteren naar de eigenaar. Durf dan ook de vragen te stellen met wat de hond allemaal heeft meegemaakt en ga daar verder op in met je vragen. Het kan zo zijn dat de hond angst agressie heeft, waardoor het sociale leven van de hond overhoop ligt. Dit omdat de hond misschien geen andere honden meer vertrouwt. Dit doordat de hond te vaak in een conflict is geweest met de andere honden. Maar let dan wel op dat je dit dan ook onder de nummers 4 en 5 kan plaatsen, of in een combinatie van deze nummers. Nummer 4 Een excessieve angst en bezorgdheid, bange voorgevoelens, die gedurende minstens zes maanden vaker wel of niet aanwezig zijn en betrekking hebben op een aantal gebeurtenissen of activiteiten bij honden, kan er wel eerder voorkomen. We kunnen dit wel toepassen op de gebeurtenissen. Bijvoorbeeld als je ons in het bos, het park, in de eigen omgeving, of waar je ons ook uitlaat, betrokken is geweest bij een gebeurtenis, incident, dan kan het voorkomen dat de hond daar niet meer heen wilt en juist de andere kant op wilt gaan. Dit omdat de angst, de bange voorgevoelens, zegt dat er weer wat kan gebeuren. Je merkt het al aan de hond dat de hond anders gaat lopen en de ang en zich anders gaat gedragen. Dan zijn we bij de laatste aangekomen, nummer 5. De angst en bezorgdheid gaan gepaard met minimaal drie van de volgende zes symptomen. 1. Rusteloosheid. 2. Snel vermoed raken. 3. Moeite met concentreren. 4. Prikkelbaarheid. 5. Spierspanning. 6. Slaapstoornissen. Dit kunnen we allemaal onderkoekelen. De meest voorkomende symptomen bij honden zijn rusteloosheid, prikkelbaarheid, spierspanning en moeite met concentreren. Dit waren de vijf hoofdkenmerken van alle angststoornissen, bij zowel mens als bij dieren. Zo is de angst altijd een reactie op een waargenomen of veronderstellende bedreiging. Dat een hond of een persoon een situatie als bedreigend ervaren, wil nog niet zeggen dat de situatie echt gevaarlijk of bedreigend is. Daarvoor hebben we trickers nodig. Een tricker of trickers activeren het angstsysteem van zowel personen als honden en andere dieren. Maar wat is nu een tricker? Een tricker is een externe of interne prikkel die een reactie veroorzaakt. Het herkennen van welke trickers de angstsysteem activeren is heel erg belangrijk om bij verstoorde angstgevoelens te verminderen. Het is ook heel belangrijk om onderscheid te maken tussen externe en interne trickers, vooral bij personen. Het onderscheid maken is belangrijk omdat beide gevoelig zijn voor andere invertenties. Het verschil tussen externe en interne trickers is, Externe trickers zijn voorwerpen, specifieke situaties, maar ook bezigheden die een hond of persoon als angst ervaren. Interne trickers hebben betrekking op gedachten of fysieke gewaarwordingen. Fysieke gewaarwordingen, lichamelijke sensaties of gevoelens worden ook wel interoceptieve trickers genoemd. Nu we onderscheid hebben gemaakt van interne en externe trickers, kunnen we trickers ook weer verdelen. We kunnen ze verdelen in trickerssequentie en trickersfrequentie. Het verschil tussen beiden is, trickerssequentie is een reeks trickers die snel achter elkaar worden geactiveerd. Met andere woorden, de eerste tricker activeert een tweede tricker, die dan weer op zijn beurt een derde tricker activeert en gaat zomaar door. Trickerssequentie komt voor bij de meeste angstoornische bijhonden. Trickersfrequentie, zoals de naam het al zegt, een frequente tricker, dit houdt in hoe vaak komt een bepaalde tricker voor in het dagelijks leven. Voorbeeld, je hond is angstig voor scooters en skateboards. Wat komt het meest voor? De scooter. De angst is dan misschien wel gelijk, maar de scooters komen veel vaker voor dan een skateboard. Daarom kunnen we spreken over een frequente angst. Een paar angstoornissen die ook bijhonden kunnen voorkomen. Angstoornissen, de paniekstoornissen. Paniekstoornissen, dit komt op zich weinig voor, maar komt meestal in context van andere angstoornissen. Wat is een paniekstoornis of paniekangst? Een paniekaanval of een paniekangst, paniekstoornis, is een plotseling golf van interne angst of intense onbehagen die binnen enkele minuten een piek bereikt. Symptomen die gepaard gaan bij een paniekstoornis, bijhonden kunnen zijn. Trillen, beven, angst, zelfbeheersing te verliezen, gevoel naar ademsnakken, koude rillingen of opvliegers. Wat wij niet kunnen zien, maar wel aanwezig kan zijn, is hartkloppingen, boncentaart of een versnelde hartactie. De stoornis kan niet beter worden verklaard door een andere psychische stoornis. Bij paniekaanvallen met duidelijk aanwijsbare triggers wordt vaker specifiek de trigger vermijden. Een voorbeeld, een hond die bang is voor andere honden, zullen de honden vermijden en er zelfs voor omlopen. Ze kunnen ook een hele andere kant op lopen, om de honden te vermijden. Is je hond bang voor een vuilnisbak, zal hij altijd dat, de vuilnisbak, vermijden, hij zal er nooit langs lopen. De angorafobie Angora is Grieks voor marktplaats. Angorafobie wordt ook wel pleinvrees of straatvrees genoemd. Situaties worden vermeden, maar ook plekken of plaatsen worden vermeden. De angorafobie is een angst, een angst van ontsnappen. De angorafobie is een angst, een angst van ontsnappen. De angorafobie is een angst, een angst van ontsnappen. De angorafobie is een angst, een angst van ontsnappen. De angorafobie is een angst, een angst van ontsnappen. De angorafobie is een angst, een angst van ontsnappen. De angorafobie is een angst, een angst van ontsnappen. Situaties worden vermeden, maar ook plekken of plaatsen worden vermeden. Belangrijke kenmerk en symptomen waar je op moet letten bij een hond zijn. Je hond strippelt tegen om naar een bepaalde plek of plaats te gaan. Je hond gaat gespannen lopen. Je hond blijft om zich heen kijken en dan wel zenuwachtig kijken. Je hond wilt een andere kant op lopen dan waar jij heen wilt gaan. Je hond blijft staan en je krijgt je hond niet meer mee naar de kant waar jij naartoe wilt gaan. Je hond kan zich omdraaien en teruglopen. Je hond doet dit omdat je hond de situatie of plek wilt vermijden vanwege dat je hond niet kan vlug ontsnappen. Meer zich symptomen zouden ontwikkelen door de triggers. Angorafobie komt voor bij honden die vaak op een plek of een plaats vervelende gebeurtenissen hebben meegemaakt. Met meegemaakt hebben kunnen we verstaan dat ze zelf bij de gebeurtenissen of incidenten betrokken zijn geweest. Of dat ze het van dichtbij hebben gezien waardoor ze het op deze manier hebben meegemaakt. Kijk maar bij een pub, als een pub ergens loopt en hij ziet continu dat honden daar wild aan het spelen zijn of aan het vechten zijn, kan een pub die plek vermijden want hij kan bang worden omdat het om hem gebeurt. Een hond die vaak bij een incident is betrokken zal altijd die plek vermijden want hij is bang dat daar continu weer wat komt en weer wat zou gebeuren. Dus ze zullen altijd die plek vermijden. En dan komen we ook bij de sociale angstoornissen oftewel de sociale fobie. Een sociale angst heeft bij persoonlijke betrekking op angst in situaties waarin een persoon zich misschien beoordeeld of geobserveerd voelt. Dit gaat dan gepaard met de angst om gekritiseerd en beschamd of vernederd te worden. Bij honden kan je dit stalen dat het hond zich geobserveerd, dat fixeren voelt. Dit observeren, dat fixeren, kan voor een hond weer overkomen als een vernedering. De hond kan zich minder voelen dan de andere hond. Het kan ook voorkomen bij honden die bij incidenten zijn betrokken. Belangrijke kenmerken bij een sociaal angstoornissen zijn. Duidelijke angst of vrees voor één of meer sociale situaties. Twee, de sociale situatie roept angst op bij de hond. Drie, de hond vermijdt sociale situaties tenzij de eigenaar doorloopt. Dan zal de hond het kunnen verdragen, maar dan wel met intense angst of vrees. U ziet dat heel vaak bij honden met angstagressie. Ik heb zelf een hond gehad met angstagressie. Hij zocht niks op, hij vermeedt alles. Ook andere honden vermeedt hij. Op het moment dat een hond heel dichtbij kwam hing hij in zijn nek. Dus je kan al zeggen dat het zijn sociale stoornis was. Want ze worden bang, ze keken je aan van help, help, help. Dus als je een hond hebt met dat, zorg dan ook dat die hond altijd helpt en uit een situatie kan redden. Het is belangrijk als je als eigenaar een hond hebt die bang is voor andere honden, dat je hem ook goed begeleidt. Ga niet eigenwijs doen en er langs lopen. Durf ook eens afstand te nemen. Durf ook eens een blokje om te lopen. Het is niet alleen voor jezelf maar ook voor een hond heel belangrijk dat je dan de hond het vertrouwen teruggeeft dat jij daadwerkelijk aan hem denkt. En niet dat je denkt van ik loop door en jij moet maar meelopen. Met angst moet je altijd oppassen. En het is echt heel belangrijk dat je het ook kan zien aan je hond. Kijk maar hoe je hond ook loopt, wat ik net al heb opgenoemd. En dan komen we bij de situationele fobieën. Wat zijn dat nou? Dat kun je eigenlijk zien als bang zijn voor autorij of bang voor een bepaald voorwerp. Wat ik al zei voor een vuilnisbak. Of bang voor een bepaald object. Bang voor een specifieke situatie. Dat kan allemaal. En dan hebben we ook nog de separatieangst, ook wel scheidingangst genoemd. Bij honden verlatingangst. Wat is een separatieangst? Dat is een angst om gescheiden te worden van vertrouwde en bekende personen. Dat zie je ook vaak als je een puppy hebt opgehaald. En je neemt je pup mee naar huis. Als je hem thuis neerzet. Je komt thuis met je pup. Je laat hem lekker lopen. En dan hoor je hem altijd piepen, piepen, piepen. Want het is nieuw. Hij komt uit een vertrouwd nest. Komt hij in een onbekend gebied. En dat moeten we eigenlijk gaan helpen. Dat hij daar overheen komt. En dat kan je gewoon op hele leuke manieren doen. Door hem aandacht te geven. Door ook wat van het oude nest mee te krijgen. Of dat hij het vertrouwen gevoel bij je krijgt. Ja, en dan is het soms ook moeilijk om een diagnose te stellen. Denk er dan aan. Problemen zijn niet altijd gemakkelijk om hokjes te vangen. Of zijn bij honden en personen niet ernstig dat je van de angst kan spreken. Maar dat de angst bij de eigenaar groter kan zijn dan bij de hond. En dit zie je heel vaak bij kleinhondjes. Dat mensen hun hondje al optillen voor een wat groter hond. Dus dan ligt de angst al bij de eigenaar in plaats van bij de hond. Maar ze maken de hond er wel bang voor. En dan moet je eigenlijk de eigenaar gaan helpen. Mocht dat zo zijn, werk dan aan de eigenaar en haal daar dan de angst weg. Indien je dat kan. Kan je het niet, stuur de eigenaar dan door naar een professional. Zodat die de angst kan weghalen bij de eigenaar. Want het is heel belangrijk. Want als je er zelf aan gaat groeien, kan de angst alleen maar erger worden in plaats van minder. En wij willen proberen dat het allemaal minder wordt. Dus als je het niet weet, ga dan niet zeggen van, ik kan je helpen. Maar durf dan ook te zeggen, ik weet iemand, ik stuur u daar heen en ga eens met die praten. Dat is veel belangrijker dan als je zelf gaat knoeien. En denk ook aan je eigenaar. Als je het niet weet en je gaat eraan knoeien, kunnen mensen zeggen, die weten het niet. Dus denk altijd ook van, als je iets niet kan, doe het dan niet. Maar durf het uit te besteden. Als je er zelf geen ervaring mee hebt met de angst, bij honden of per persoon, ga het dan niet zelf proberen om te verminderen. Maar zoek echt hulp en laat de mensen ook hulp zoeken voor hun probleem. Dat is een stuk makkelijker voor jou. Jij blijft er van af. Mensen zullen eerder naar jou terugkomen door te zeggen van, ik ben bij haar geweest of bij hem geweest. Zij hebben me zo goed geholpen door naar iemand te gaan. Dus ga eens met haar of met hem praten. En daar schiet je veel meer mee op dan als je zelf gaat knoeien. Dit was het eerste deel van angst bij honden en bij personen.