Home Page
cover of podcast linda en rianne
podcast linda en rianne

podcast linda en rianne

00:00-46:01

Nothing to say, yet

4
Plays
0
Downloads
0
Shares

Transcription

Linda Pryor is a cupping masseuse who also works for the local government. She uses glass cups to perform traditional Chinese cupping therapy, which involves massaging and sliding the cups over the body to locate and treat blockages. The treatment can be painful, but it helps release toxins and improve energy flow. Linda advises her clients to take it easy after the session and drink plenty of water. She believes that many physical ailments stem from emotional and mental imbalances, and encourages self-reflection and personal growth. Linda has had personal experiences with plant medicine and believes in the power of intuition and collaboration. She is open to developing her own psychic abilities and trusting in the natural flow of life. Hey, goedenavond allemaal. Nou, vanavond neem ik een podcast op met Linda Pryor. En ik had haar niet voorgesteld in de promo, maar we gaan gewoon vandaag gelijk beginnen. Hoe leuk is dat? En Linda die zit nu lekker naast mij en ja, ik wil natuurlijk alles van haar weten. Dus mijn eerste vraag is Linda, wie ben je en wat doe je? Nou, ik ben Linda Pryor, ik kom uit Harderberg en ik ben onder andere kuppingmasseuse. En ik geef ontspanningsmassages en daar werk ik ook nog bij de gemeente. Oké, superleuk. En ja, wat heeft jou daar gebracht? Hoe ben jij bij kupping terechtgekomen bijvoorbeeld? Nou, ik ben eigenlijk al heel lang bezig met een holistische levensstijl. En ik was eigenlijk een beetje zoekende. Toen heb ik me opgegeven voor een cursus. Heel spannend, want met andere mensen en je moet toch uit je kleren. Maar toch gedaan. Nou ja, en dan heb je diploma en ja, wat moet je dan mee? Dus toen kwam ik bij mijn pedicure en die zei, goh, waarom ga je niet bij de mensen thuis? Ik dacht nou, dat is toch heel gek? Nou, met mijn vriend overgehaald en tafel gekocht. En eerst oefenen op mensen, dus proefpersonen, Instagram pagina aangemaakt. Nou, daar kwamen dus best wel wat mensen op af. Oké, en kun je eens uitleggen wat je dan precies doet? Want dit is, je hebt verschillende soorten kupping natuurlijk. En jij werkt volgens mij met glazen kupping. Met glazen kups die vaak nog zuigen, ja. En je hebt ook die andere kups, die zijn van siliconen denk ik. Ja, dit is natuurlijk echt de ouderwetse, de traditionele Chinese geneeswijze. Waardoor je dus met glazen kups werkt. Ik begin eerst met masseren, om te zoeken waar de blokkades zijn in het lichaam. Nou, dan pak ik de kup, of de olie, wrijf ik lekker in. Zodat ik goed kan schuiven met de kups over het lichaam. Dan maak ik eigenlijk eerst de huid helemaal los. Het pinpezel wordt losser gemaakt. En dan ga ik op zoek naar de blokkades. Nou ja, dan zet ik de kups vast. En het mooie van het lichaam is dat het gewoon eigenlijk laat zien waar het zit. Ja, dat geloof ik meteen. Want ik zelf krijg ook weleens een massage. En nou ja, zij maakt het soms, als het haar niet lukt met de handen, dan gebruikt ze zo'n siliconen kup. En ik denk dat je aan het lichaam gelijk ziet waar die blokkades zitten. Ja, absoluut. Je kunt ze eigenlijk zien. Ik noem dat het opkleuren van de huid. Het wordt natuurlijk heel rood en paars. Nou, dan weet je eigenlijk dat je op de goede plek zit. Oké. In het begin kan het best wel pijnlijk zijn. Ja, dus je trekt het vacuum, zeg maar. En vooral als je pijnlijke spieren hebt. Op een gegeven moment dan gaat die door bloeding stromen. Nou, dan wordt het gewoon heel warm. Nou, steek je het ook aan dan? Nee. Moet ik ook wel zo spieren? Ja, kan wel. Nee, doe het niet. En je kunt ook eigenlijk dat je met acupunctuurnaaldjes erin, of dat je echt met bloed. Maar dat spreekt mij gewoon niet aan. Nee. Dus je moet eigenlijk gewoon op deze manier. En op deze manier is dat te doen voor de mensen? Ook te doen voor de mensen, absoluut. Oké. Met de behandeling, ik kijk op zich wel naar hoe we het aankunnen. Dat is per persoon heel erg verschillend. De een kan het echt heel goed tegen een ander. Die heeft zoveel blokkades, dat is gewoon niet te doen. Dus na die tijd, meestal is het gemiddeld drie kwartier. En dan doe ik een stukje ontspanningsmassage na die tijd. Ja, en wel adviseer ik altijd dat ze gewoon rustig aan moeten doen. Er komt natuurlijk heel veel afvalstoffen vrij. Er komt heel veel los. Het kan natuurlijk ook zijn dat er bepaalde blokkades op energie niveau loskomen. Dus rustig aandoen, brandnetel thee, neem heel veel water drinken. En als je een blokkade hebt wat er al heel lang zit, dat is natuurlijk niet na één keer opgelost. Maar ik wil het niet zo, en dat klinkt misschien heel negatief voor het visio, en zo bedoel ik het niet. Maar het is niet de bedoeling dat je bij mij twintig keer komt. Nee, precies. Nee, het is gewoon eigenlijk de bedoeling, nou wat zou het zijn, iemand die bijvoorbeeld de max is acht keer. En dan is het wel de bedoeling dat je lichaam het dan heeft opgeruimd eigenlijk. Want ik maak dat los, en eigenlijk doet je lichaam het zelf, die gaat vanzelf aan het werk. Wat fijn. Ja. Ja, en hoe kan iemand voelen dat hij een blokkade heeft? Nou, vaak hebben ze klachten. De meeste klachten zijn natuurlijk nek, schouders, rug, wat pijnlijk is. Ik behandel nu ook een vrouwtje dat bijvoorbeeld wekken-instabiliteit heeft. Ja. Stakken in de heupen, nou ja, dat is natuurlijk wekken-instabiliteit, dus de energiebanen lopen daar ook niet goed. Ja, heeft ze wel echt heel erg lichaam met klachten. Ze is natuurlijk net bevallen tien weken geleden, dus op zich is er natuurlijk heel wat gebeurd. Nou ja, daar hebben heel veel vrouwen natuurlijk last van. Ja. Ja. En het is natuurlijk ook wel, je hebt natuurlijk heel veel vrouwen die bijvoorbeeld de lasten op hun schouders hebben. Dus daarom, dat benoem ik ook altijd, ik heb ook een heel mooi psychosomatisch boek. Ik zag dat jij hem ook had. Ja. Maar ja, daarin, voor wie er voor open staat, benoem ik dat ook altijd, van gewoon hè, is er misschien meer aan de hand? Ja, en het is gewoon heel bijzonder dat die mensen eigenlijk, ja, echt altijd wel voor open staan die bij mij op de tafel liggen. Ja. Ja, zo behandel ik een meisje die hernia heeft. Ja. En zo, ik begon zelf over een psychosomatische therapeut. Dus ik zeg, oh, mag ik even een boek opzoeken, hè? Nou, dus ik heb op haar geappt en ze kon zich er helemaal niet vinden. Dat is natuurlijk aan haar wat ze daarmee gaat doen. Maar ik denk dat heel veel dingen ook, ja, bij jezelf vandaan komen. En dat je dat ook daarmee kan oplossen. Met een beetje hulp natuurlijk. Ja. Ja, leuk. Ja. Als ik naar mezelf kijk, toen ik begon met de opleiding holistisch therapeut, had ik altijd spanning tussen mijn schouderbladen. En, nou, nu jij dat zo zegt, van heel veel op je schouders hebben, tillen, veel op mijn rug tillen. Ik vind het ook heel grappig dat ik daar dus heel veel spiergroei heb. Als ik train, mijn rug kan echt, er worden echt die blokken gewoon, dat ik denk, ja, om het allemaal maar te tillen, weet je? Ja, precies. Maar daar gaat dus ook heel veel spanning in zitten. Ja. En dat is ook zeker een punt voor mij. En ik weet ook dat ik veel soms op mijn schouders draag. Ja. En door dat inzicht, nou, door de opleiding heen, ben ik het uiteindelijk ook kwijtgeraakt. Ja. Dus hoe fijn is dat dan? Ja, dat is heel fijn. Ja. Nee, we leven natuurlijk in een maatschappij dat, nou ja, als je dan een klacht hebt, dan ga je naar het dokter en dan krijg je een pilletje. Terwijl het soms ook heel, op een hele andere manier kan. Maar ja, dan moet je met jezelf aan het werk. En dat is soms best confronterend. Klopt. Ja, absoluut. En dat zie je in de praktijk, dat mensen dat gewoon moeilijker vinden. Want je kan ook iets voor die makkelijke weg. Ja, symptoombestrijding, dat is natuurlijk, ja, ga naar het dokter. Ik heb hoofdwijn, ik neem een paracetamol. Maar je kunt ook denken van, goh, heb ik misschien een verkeerde houding? Ja, op de computer ben ik druk geweest. Heb ik teveel koffie gehad? Heb ik te weinig gedronken? Heb ik veel zorgen? Heb ik stress? Ja. Ja, dat zijn echt... Ja. En denk je dat veel mensen die vragen aan zichzelf stellen in deze tijd? Eh, ik denk wel dat het steeds meer komt. Ja, hè? Als ik kijk naar de mensen die bij mij op de tafel liggen en, ja, je hebt gesprekken daarover. Niet iedereen hoor, dat voel ik dan wel aan. Zeker. En, ja, ik denk wel dat er steeds meer mensen daar voor openstaan. En dat ze daar steeds meer over gaan nadenken. Van, ja, wat is er nog meer mogelijk. Ja, precies. Ja, precies. Ja, dat is wel een hele mooie ontwikkeling die gaande is. En daar ben jij natuurlijk zelf ook in gegroeid. Ja. Kun je daar wat meer over vertellen? Hoe dat bij jou gegaan is? Ja. Dat persoonlijke proces. Ja. Dat is natuurlijk ook belangrijk. Ja, maar ik heb een ayahuasca gedaan. Ayahuasca geweest gedaan. Ja, dat is een plantmedicijn. En, ja, daar ga je heel diep. Het is een soort natuurlijk dripmiddel. En, ja, daar heb ik gewoon inzichten gekregen. Ook onder andere dat het goed is om met mijn cupping door te gaan. En ook wel inzichten van mijn vriendin. Die heeft bijvoorbeeld ook een eigen bedrijf. Op basis ook met sporten. En, ja, dat is wel goed bezig. Zij is heldervoelend. Ook dat ze daar weer wat mee mag doen met haar excess bars. Dat ze dat eigenlijk weer mag oppakken. En dat ze groter mag worden. En dat ze ervoor mag gaan. En ook het samenwerken. Dat is ook het inzicht dat ik dan weer voor mezelf heb gekregen. Dat ik dacht van, ja, samenwerken inderdaad met cuppen. En ben jij dan misschien ook niet heldervoelend? Of heb je daar zelf wel eens over nagedacht? Nou ja, ik heb daar wel eens over nagedacht. Omdat ik best wel, als ik ergens in mijn ruimte kom, dat ik soms dingen aantrek. Wat eigenlijk helemaal niet van mij is. Dus toen heb ik eigenlijk een paar weken geleden een kundalini gedaan. Dat was met leven en energie. En, ja, zij gaf ook aan dat ik wel heldervoelend ben. En dat ik me daarin mag ontwikkelen. Ik ben wel zo iemand dat ik denk van, ik wil altijd alles uitzoeken. Maar ik ben sinds mijn ayahuasca wel van alles komt zoals het komt. En als en tot zijn tijd. En je komt de mensen wel tegen. Precies. Ja, ik bedoel, hoe bijzonder is het dat ik hier nu bij jou aan de tafel zit. Bijvoorbeeld. Ja. Nou ja, dat is wel wat ik elke keer aan mensen heb die ik dan ontmoet. Zoals dat ik dan in mijn Aja reis. Ik kreeg inderdaad samenwerken. Maar ik sport dan bij Ultra Gym. En dat is wel iets waarvan, weet je, je moet de kutpen gewoon komen doen. En dat gaat goed. En ik denk, het vertrouwen hebben in jezelf. Dat is een dingetje. En dat is ook mijn intentie dat ik met de kundalini heb naar Aja. Dat was mijn intentie. Gewoon vertrouwen hebben in mezelf. En vertrouwen dat het allemaal goed komt. En dat het ook voor mij mag. Nou ja, en dan komt het gewoon op de pad. Dat ik gewoon bij Ultra op de donderdagavond af tot de woensdag mensen mag ontvangen. En mag kutpen. En dat ik dan bij mijn vriendin, bij Fief, bij Fief zit. Ze heeft een hele mooie ruimte ook. En ja, blijf samenwerken. Ik doe het bij haar. En ik mag gewoon in die ruimte. Ja. Ja, gewoon met elkaar samenwerken. Dat vind ik gewoon zo mooi. Zeker. En het vertrouwen ook van hun hebben. Ja. Ja, absoluut. Ja. Ja, ik geloof ook echt dat wanneer vrouwen dan de krachten bundelen. Dat de energie nog weer zoveel sterker wordt ofzo. Ja, dat denk ik ook. Ik heb dat ook heel erg met Sonja, mijn vriendin. Maar eigenlijk ook wel met heel veel mensen in mijn sportschool. En ik geloof ook dat die er allemaal niet voor niks zijn. Weet je. Maar als ik dan met iemand samenwerk. Dat ik denk van ja, als wij het samen bundelen. Dan word ik nog veel meer krachtiger. Ja. Ja. Ik geloof ook heel erg dat mijn team daarin heel erg de basis is. Zeg maar. Ja. Ja. Ik wil hun laten groeien. Zodat mijn bedrijf ook groeit. Ja. Ja. Dat heel erg mij insteekt. Ja. En dat je vooral nu in deze maatschappij bij iedereen alles. Ik en vanuit EGOL. Dat het juist heel belangrijk is om samen te gaan werken. En dat je wat voor elkaar kunt doen. Ja, dat geeft mij gewoon heel veel energie. Ja, absoluut. Ja. Ja, want in principe als je goed kijkt. Ik geloof heel erg. Ook qua sportscholen hier in de omgeving. Ik geloof eigenlijk wel dat er genoeg is voor iedereen. Absoluut. Ja. Maar er zijn ook mensen die dat niet geloven. Die denken dat er een tekort is aan mensen. Toevallig was ik vandaag nog bij mijn lieve vriendin. En die is naast de stylisten. En die heeft het al jaren zo druk. En toch nog soms de angst hebben dat er een tekort komt. Weet je? Dat er te weinig mensen zijn. Ja. Ik zeg maar, jouw agenda is al zo lang. Zo vol. Ja. En toch het gevoel hebben van. Oh, maar straks gaat die erg of die. Ja. Weet je? Herken je dat? Ja, het is je angst hè. Je angst. Ja, en ik denk dat het ook wel een beetje gecreëerd wordt in de maatschappij. Zeker. We worden natuurlijk heel afhankelijk gemaakt. Absoluut. En waardoor mensen gewoon geen stappen durven te nemen. Dat durf ik natuurlijk ook niet. En ik vind het nog steeds spannend. Ik heb natuurlijk een baan ernaast. Daarnaast wordt het je als ondernemer natuurlijk niet heel makkelijk gemaakt hè. Ook belasting technisch natuurlijk niet. Waardoor ook denk ik heel veel mensen het gewoon niet durven. Ja, daar heb ik al. Daar denk ik, oh angst, straks gaat het niet goed. Of vinden mensen het toch niet fijn. Of krijg je een negatieve reactie. Of wat als mijn lijf niet meer kan. Weet je? Dat soort dingen. Ja, dat is wel zo. Alleen, ik denk ook, hoe meer je in dat negatieve gaat zitten. Ja, dan gaat het toch niet goed. Nee. Ik denk wel dat je denkt. Ja, ik heb dan ook wel eens. Zo van, jeetje, ik heb volgende keer maar geen klanten. Weet je, of zo. En dan ga ik gewoon. Probeer ik echt gewoon positief te denken. Van nou, het gaat allemaal goed komen. En dan vertrouwen. En zo zit ik dan weer vol. Weet je, dat. Dat je denkt, oh jeetje, waar haal ik mijn tijd vandaan. Precies. Ik heb ook nog mijn andere baan. En mijn kinderen en mijn huishouden. Maar ja, ik geloof wel dat als je je energie hooghaalt. Ja. En heb jij die mindset ook. Want ik geloof ook heel erg dat geld energie is. Ja. Ja. Nou, we hadden net voordat we de podcast begonnen ook al wel echt over de wet van aantrekkers gehad. Ja. En dat we daar toch ook wel allebei een beetje in geloven. Of een beetje gewoon in geloven. In geloven, ja. Ja. Een beetje in geloven. Maar ik geloof heel erg dat dan geld dus energie is. En dat jouw overtuigingen over geld. Nou ja, je kan heel erg in het tekort zitten. Ja. Heel erg in het tekort denken. Ja. Van er is niet genoeg. Maar je kan ook in overvloed denken. Ja. Ja. En ben je daar ook mee bezig in je onderneming? Ja, dat is ook bijzonder. Ja, dat is bijzonder. Als je dan vraagt, ja ik wil dat wel. Maar iets dat je dan denkt, ah dat mag ik niet ofzo. Ja, tuurlijk. Ja, tuurlijk. Iedereen wil graag geld verdienen. Dat is natuurlijk inderdaad. Alleen ik ben niet dat hele materialistische dat ik denk, oh ik moet een grote auto of een groot huis. Nee, maar geld is ook energie. Geld kun je voor heel veel doeleinden inzetten. En tegenwoordig zetten mensen het in voor een groot huis, een dikke auto. Maar je kan geld ook gebruiken om andere mensen te helpen in zekere zin. Ik denk altijd, je moet altijd wel eerst zorgen dat je het zelf doet voor elkaar. Absoluut. Je kunt niet gaan weggeven en denken van, maar ik geloof wel dat als mijn bedrijf groeit, dat ik dan juist weer meer kan aanbieden voor de mensen die hier zijn. En dat ik op die manier mijn geld kan inzetten. Ja, tuurlijk. En dat ik dan ook heel veel terug kan geven. Ja, tuurlijk. Je hebt wel je droom dat je dan hebt. Ik ben in een hele mooie yoga studio geweest. En dan iets samen met mijn vriendin. Zij haar krachten, zeg maar. En dat je dan gewoon zoiets moois neer kunt zetten, dat je er kunt zijn voor de mensen. Ja. En dat kan inderdaad, doordat je geld hebt. Precies. Ja. Maar dat is wel iets wat je doorhebt. Kijk, dat is denk ik wel heel vaak, toen ik begon met de opleiding monistisch therapeut, toen was ik eigenlijk al ondernemer. Ja. Dus ik begon eigenlijk als ondernemer aan die opleiding. En ik merkte dat de rest, die waren nog niet voor zichzelf in ieder geval begonnen. Maar die vonden het wel heel lastig om bijvoorbeeld geld te vragen voor een behandeling. Ja. Ook omdat je mensen wil helpen. En waarom moet je dan geld tegenover staan. Weet je, in het land van spiritualiteit denk ik dat we ook heel vaak, wat wij ook al zeiden, een misbruik van wat gemaakt. Ja. Die kant kunnen we overgaan. Dat er echt een bak met geld voor wordt gevraagd. Dat je echt denkt van, is dit nodig? Ja, slot van iets niet. Precies. Maar aan de andere kant denk ik, het moet ook niet zo zijn dat we te weinig vragen. Nee. Want dat moet wel in balans zijn. Ja. Ja, dat is dus wel een dingetje wat ik wel lastig vind. Ja. Ja. Jij doet wel nog een liberaal handel. Nou ja, weet je, ik wil heel graag dat het voor iedereen is. Ja, snap ik. Snap je intentie. Ja, dat is gewoon wat ik heel graag wil. En dat zie je gewoon momenteel heel veel. Ja. Dat je dan, je wilt graag iedereen. Alleen, er zijn natuurlijk mensen die het zo super zwaar hebben. Ja. En ehm. En dat is ook echt heel lastig. Ja. Weet je, dat vind ik ook heel moeilijk. Dat er een bepaalde doelgroep is die dat dan wel kan betalen. En je hebt ook een doelgroep die heeft het zo hard nodig. Ja. En die kan het dan gewoon niet betalen. En dan denk ik dat is ehm. Ja, ik zeg ook altijd dat het zo uit de zorgverzekering of. Precies dat. Moet komen. Ja. Maar goed, voordat dat zover is. Ja. Ja. Ja, dat is inderdaad sport. Dat zou eigenlijk gewoon gratis moeten zijn. Ja, absoluut. Ja. Daar ben ik ook echt voor. Ja. Eigenlijk zou het gewoon uit de zorgverzekering vergoed moeten worden. Dat jij je aan andere mensen hebt. Precies. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Ja.

Listen Next

Other Creators