Home Page
cover of Andre uit Amsterdam was jarenlang cocaïne verslaafd maar met Gods hulp eenvoudig vrij gekomen
Andre uit Amsterdam was jarenlang cocaïne verslaafd maar met Gods hulp eenvoudig vrij gekomen

Andre uit Amsterdam was jarenlang cocaïne verslaafd maar met Gods hulp eenvoudig vrij gekomen

00:00-23:20

In deze Podcast vertelt Andre Boekelaar (uit gemeente Gods Embassy in Amsterdam) hoe hij verslaafd werd, welke pijn ten grondslag lag aan het drugsgebruik en hoe hij Gods stem hoorde terwijl hij op weg was om een snuif cocaïne te halen.. Hoe hij meerdere auto's opsnuift om maar niet te hoeven voelen maar drugs hadden gelukkig niet het laatste woord... Andre is met Gods hulp relatief eenvoudig vrij gekomen van zijn verslaving...

PodcastWaargebeurdverslavinghoe kom ik van mijn verslaving afcocaineGods voicedrugsaddictionverslaving overwinnenPiet LaanGods liefde
36
Plays
0
Downloads
0
Shares

Transcription

In this podcast series, Piet Laan interviews people who have overcome their addictions. Today's guest is André Poekelaar, who was addicted to cocaine for seven years. André's story is a tale of redemption and hope, showing that it is possible to overcome addiction. André shares about his upbringing in Amsterdam, feeling like an unwanted child, and seeking validation through achievements. He eventually became addicted to cigarettes, alcohol, marijuana, cocaine, and heroin, spending a significant amount of money on his addictions. However, André found happiness and gratitude when he encountered God. Van harte welkom in de podcast-serie Hoe kom ik van mijn verslaving af? In deze serie podcast zal ik diverse mensen aan het woord laten over wat hun verslaafd heeft gemaakt en hoe ze los zijn gekomen van hun verslaving. Het zijn ongewone verhalen, bedoeld voor gewone mensen die worstelen met hun verslaving, ongewoon en dat in deze verhalen blijkt hoe God vandaag de dag ook mensen wil redden van de ondergang. Mijn naam is Piet Laan en ik heb een passie voor waar gebeuren verhalen en podcasts. Ik heb 300 bekeringsverhalen gelezen en ik wil nu 100 podcasts maken over Gods hulp bij het waskomen van je verslaving, ongeacht welke verslaving dat ook mogen zijn. Vandaag laat ik André Poekelaar aan het woord. André komt uit Amsterdam en was verslaafd 7 jaar lang aan cocaïne. André heeft een bijzonder verhaal, een apart verhaal. Daarin blijkt dat het soms heel makkelijk kan gaan. Je kunt soms op een heel makkelijke manier van je verslaving overkomen. Het kan ook heel moeilijk gaan. André heeft een verhaal die gelukkig een genadevol verhaal is. Het is ook een hoopvol verhaal, een verhaal van hoop. Zo zou ik ook graag willen dat ik meerdere verhalen tegenkom. Vandaag laat ik André aan het woord. André, van harte welkom. Ik heb je een paar weken geleden ontmoet bij ons in de dienst. We hebben een mooi en geamuseerd gesprek gehad met elkaar. Waarin je vertelde dat jij ook verslaafd bent geweest. Jij bent mijn eerste gast als podcastmaker. Van harte welkom. Laten we van start gaan. Ik heb een aantal vragen bedacht. Het begint altijd met een stukje context. Zou je me kunnen beschrijven van waar je bent opgegroeid? Ik ben geboren in het hartje van Amsterdam, bij het Roelof Hartplein. Ik ben blij dat ik daar geboren ben. Het is een mooi plekje op deze wereld. Mijn vader was 56 toen ik geboren werd en mijn moeder 36. Die hadden niet zo'n geweldig huwelijk. Ik was eigenlijk een ongewenst kind. Maar ik heb daar toch een leuke tijd gehad. Ik kwam met heel veel buren over de vloer. Echt bij velen. Had je broertjes en zusjes? Ik had een halfzus. Die was acht jaar ouder dan ik. Daar kon ik wel een beetje mee overweg. Ze woont nu in Denemarken. Ik ben er al een stuk of tien keer geweest. Maar toen ik laatst mijn moeder ging begraven, heb ze mij daar niet mee geholpen. Ik moest het alleen doen. Dus dat was wel even een dingetje. Maar ja, als christen vergeef je dat natuurlijk. En dan ga je weer door. Hoe zag jouw jeugd eruit? Hoe zag je lagere schoolperiode eruit? Ik was heel prestatiegericht. Ik was ook in het begin van de lagere school half groter dan de andere kinderen. Ik was ook altijd de sterkste. Als er meisjes werden geplaagd, zei ik altijd, je hebt dat gedaan. En dan ging ik die jongens eventjes vertellen dat ze dat niet mochten doen. Ik heb op de lagere school een klas overgeslagen. Omdat, ja, als mijn klasgenootjes zaten te rekenen van tien in honderd, dan was ik al met duizend in tienduizend bezig. Je kon dus goed leren? Ik kon goed leren. Ik heb een IQ van boven de honderdtwintig. En ik was minimaal geschikt voor ateneum, maar zonder zitvlees. Dus ik had een hekel aan huiswerk. De vakken die je kan oppikken in de les, daar was ik goed in. En de vakken waar je wat voor moest doen, daar was ik dus niet goed in. Wel, ik heb zeven jaar op de internaten gezeten. Dat is dan nadat, ja dat is zelfs nog vanaf de vijfde klas lagere school. Ik was heel prestatiegericht. Dus ik was kampioen biljarten, kampioenschaken, kampioen dammen. En nog met een aantal dingen was ik heel goed. Maar dat maakte me eigenlijk een beetje eenzaam, omdat ik altijd prestatiegericht was. En waar was dat voor nodig? Waarom dacht je dat je zo goed moest presteren? Om erbij te horen. Want je dacht dat je er niet bij hoorde? Dat is het gevoel dat je meekrijgt als je ongewenst kind bent. Dan heb je altijd zo'n soort kramp in je maag gevoel, dat er iets niet lekker zit. En dat draag je altijd met je mee. En dat ongewenst zijn. Hoe is dat naar voren gekomen? Hoe kwam je daarachter? Dat heeft mijn moeder mij een keer verteld. Toen ik een jaar of twaalf, dertien was. En toen heb ik gezegd van ja, ik ben er lekker toch. En ja, dat gevoel als je ongewenst bent, dat maak je dan altijd wel mee. Dus zo'n moment schrik je ook dan niet echt van. Je hebt het altijd gevoeld, maar toen werd het voor het eerst uitgesproken? Inderdaad. En wat was dan de aanleiding daarvan dat het werd uitgesproken? De aanleiding was waarschijnlijk dat mijn moeder vond dat ze te veel moeite voor mij moest doen. En dat ze daardoor geïrriteerd raakte en nog eens even duidelijk wilde vertellen dat het eigenlijk niet de bedoeling was dat ik er was geweest. Zoiets. Oké. En ging daar nog iets aan vooraf? Nou, in mijn ouderlijk huis had mijn moeder hele losse handjes en mijn vader en ik waren daar de type van. En dat is ook de reden dat ik dus op internaat ben gestuurd, zeven jaar lang. En toen ik daarmee klaar was tot mijn vijftiende jaar, 30 mei 1972, toen werd ik meteen thuis uitgestuurd. Toen ging ik op kamers. Baantje bij de Amro-bank. André vertelde me naderhand dat hij vaak tussen zijn vader en moeder heeft gestaan. Het was natuurlijk geen gelukkig huwelijk. Een moeder met zoveel boosheid. Een sfeer die natuurlijk om te snijden was thuis. En dat was het. En dat was het. En dat was het. En dat was het. En dat was het. En dat was het. En dat was het. En dat was het. Een sfeer die natuurlijk om te snijden was thuis. De losse handjes hebben niet alleen André geraakt, maar ook zijn vader. En ja, dan ga je als vijftienjarige thuis uit. Dan ga je eigen vrijheid zoeken. Ik denk dat veel jeugdigen in een soortgelijke situatie zitten en dat kunnen herkennen. Even nog de pijn en het verdriet die toch altijd een grondslag ligt verslaan vinden. MUZIEK Het was een hele avontuur, maar ik had de vrijheid. Ik kon mijn vrienden op mijn kamer uitnodigen waar wij die bekende muziek van vroeger speelden. Zoals, ja wat had je toen allemaal. Pink Floyd, Status Quo. En dan met een stikkie erbij en heel veel chocola en snoepjes. En in The Dark Side of the Moon. Ja, en dan zaten wij tussen de speakertjes. Het genieten van het samenzijn voor zover dat. Dat houdt natuurlijk niks in, maar toen waren we er heel blij mee. Die momenten, ja. Maar je hebt eigenlijk niet echt een heel gelukkige jeugd gehad als je merkt dat je ongewend bent. Ja, ik had gelukkig hele lieve buren. Familie Staunenmeijer, Hollandse man, Italiaanse vrouw, drie dochters. Ik was verliefd op de oudste dochter. Maar zij was dus verliefd op Jeroen Krabbe, dat is wel even heel wat anders. En daar was ik een paar keer per week. Kreeg ik daar een lekker bordje macaroni met een Italiaans wijntje erbij. En ik had schuin aan de overkant mijn jeugdvriend. En dan kwam ik ook, we gingen dus vijf keer per week naar de bioscoop. En zo ben ik wel rondgekomen met het een en ander. Je meet vooral het thuis zijn bij je moeder. Ja, en ik was zoveel mogelijk niet thuis. Ja, dat klopt. Veel op straat, veel bij andere mensen. Precies, precies. En waar ben je uiteindelijk mee begonnen? Wat was jouw verslaving? Wat werd jouw verslaving? Nou, ik had min of meer een vriend, Michiel, Surinaamse jongen. Zijn vader was een huisarts met een dubbele praktijk. Ik was daar heel welkom bij, heel lieve mensen. Maar hij had dus, toen ik nog 52 zakgeld had, had hij al 15 gulden. En hij kon er sigaretten van kopen. Dus dan ging ik een sigaretje roken, dat was mijn eerste verslaving. En ik had vroeger wel eens met feestjes in mijn ouderlijk huis, als mijn vader of mijn moeder of mijn opa jaarlijk was. Dan werd er een borreltje gedronken en dat vond ik altijd wel gezellig. Toen probeerde ik een wijntje, maar ja. Nee, toen ik op mezelf ging wonen, toen ik 15 was, 16. Studentensociëteit, Buitenropeplein in Wielingenstraat. Toen gingen we biertjes drinken. En natuurlijk werd ik weer kampioen bierdrinker, want ik wil overal de beste in zijn. Ja, ik kwam daar binnen en ik bestelde twintig pils. Zo kwam ik altijd binnen, twintig pils. En ik was toen een beetje kind aan huis, ik mocht er ook plaatjes draaien, tosti's maken. Nou, daar zaten we dus iedere dag tot twaalf uur s'avonds, als het open was. Een populaire jongen dan waarschijnlijk. Had je zoveel biertjes of dronk je ze allemaal zelf op? Nee, die eerste twintig gaf ik weg. En daarna kreeg ik er nog wel eens een paar terug, ja inderdaad. Nee, ik ben er niet echt populair geweest, nee, nee. Dat ben ik nooit geweest. Je voelde je onlangs dat toch eenzaam? Ja, ja inderdaad. Mijn eenzaamheid is pas weggegaan. Ja, ik zocht natuurlijk de verkeerde vrienden, de verkeerde vrouwen. Mijn eenzaamheid is, ik werd pas gelukkig en dankbaar toen Nereus in mijn leven kwam natuurlijk. Ja, ja, ja. En dat was ook mijn drieëntwintigste, maar die tijd van mijn vijftien tot tweeëntwintig jaar, die zeven jaar, heb ik wel altijd hard gewerkt. Maar die tijd heb ik eigenlijk verknald, want ik ben nooit vooruit gekomen. Ik was alleen maar bezig met, eigenlijk met niks. Misschien ook wel met de buitenkant of niet, met gezien worden? Die prestatie komt ergens vandaan. Nou ja, ik had natuurlijk wel vrienden die succesvoller bij de meisjes waren, want ik was wel verlegen, zeg maar. Dus ik was wat later met mijn eerste vriendinnetje dan de rest van mijn vrienden, zeg maar. Maar dat bleef niet bij een biertje, want je bent ook meer dingen gaan uitproberen. Ja, er kwam een jointje bij kijken, er kwam een wietje bij kijken. En zoveel jaar later is een snuifje heroïne geprobeerd, cocaïne geprobeerd, dat heeft een aantal jaren geduurd. Toen heb ik nog een vriendin gehad die mij ook een LSD heeft laten gebruiken. En ja, dat vond ik niks. Dus toen heb ik mijn roes uitgeslapen, dat vond ik niks. Maar cocaïne snuiven en heroïne snuiven, dan voelde je niks. Dan was je, je gevoelens waren neutraal. Maar dat is natuurlijk verslavend, dus er gaat veel geld in zitten. Dus ik heb meer dan twintigduizend gulden uitgegeven aan die rommel. En ik had net zo goed vier nieuwe auto's kunnen kopen voor dat geld in die tijd. Dus dat is stom. Dus ik beveel iedereen aan om voor die auto te kiezen en niet voor de heroïne en cocaïne. Ja, dat begrijp ik. Had je dat echt nodig, dat spul, om je gevoelens te verdoven? Nou, dat dacht ik dus. Want je weet pas dat je het niet nodig hebt als je wat beters hebt. En op een gegeven moment was ik onderweg naar een jongen die Jan heette bij mij in de straat om nog een snuifje te halen. En toen sprak God tegen mij, toen ik op de stoep liep, vier woorden, stop met die flauwekul. En toen ben ik inderdaad gestopt met die flauwekul. Ik ben omgedraaid, terug naar huis gegaan. En ik heb alle vrienden die aan de deur belden, die heb ik gezegd, nee, sorry, ik ga een ander leven beginnen, ik stop hiermee. Dat heb ik radicaal gedaan. En kort daarna ontmoette ik Geert Oosterhuis in het Vondelpark, die mij over Jezus ging vertellen. Dat was heel kort daarna? Ja, dat was heel kort daarna. En toen heb ik de Heer in mijn leven aangenomen. En op datzelfde moment kreeg ik ook een baan bij justitie, waar ik nu al 44 jaar werk. Dus God had echt een plan met mij, en die rommel moest weg. Hij heeft mij ook de kracht daarvoor gegeven, want het was mijzelf waarschijnlijk. Had ik nog wel wat langer erin blijven hangen, denk ik. En ja, met alle gevolgen van die. Was je als kind al geloverd? Nee. Nou, wij gingen één keer per jaar naar de katholieke kerk. En ja, wat spreken ze daar? Spreek zegt ze één woord en ik zal gezond worden, zeggen ze. Ik was misdienaar geweest. Ik had een goede zangstem. Zeven jaar op katholieke internaten gezeten. En toen dat klaar was, ik begon het laatste jaar pas leuk te vinden, maar toen was het afgelopen. Ik heb nooit geloven in de katholieke kerk. Ik heb nooit geloven in de katholieke kerk. Ik heb nooit geloven in de katholieke kerk. Ik heb nooit geloven in de katholieke kerk. Ik heb nooit geweten wie Jezus is. Dus je gaat zeven jaar lang naar de kerk en het wordt je niet duidelijk hoe de volk in de steeuw zit. Dus dat geloof is een gaven van God. Ja. Kijk, God sprak die vier woorden tegen jou, om te stoppen met die flauwekul. Dat is toch wel een bijzondere ervaring lijkt mij. Ja. Herken je dat dan meteen als God stem? Hoe heb je dat dan ervaren? Hoe wist je dat het God was? Nu vind ik het een bijzondere ervaring. Nu dank ik God ervoor dat hij mij voor de poorten van de hel heeft weggerukt of van plan was een beter leven te geven. Ja, ik denk als je jong bent en je, ik was aan de andere kant toch altijd al vrij nuchter. Dat ik niet me teveel bleef afvragen hoe iets nou komt. Ja, God heeft mij gewoon een, als je hem prijst dan neemt hij je zorgen weg en dan geeft hij het nieuwe leven daarvoor in de plaats. Je hoorde die stem, toen kwam je Geert Oosterhuis tegen en via Geert heb jij God leren kennen. Ja, zo is het. Die heeft jou uitgelegd wie God was? Die opende de Bijbel voor mij, die vroeg of hij de Bijbel mocht openen in het Vondelpark. Ik zei, nou graag. Toen heeft hij mijn teksten voor gelezen, zoals Johannes 3, vers 16, Romeinen 3, vers 23. Echt van die, dat heeft mij toen geraakt. En toen heb ik geloof gekregen. Dat God zichzelf gaf voor jou? Ja, en hij heeft mij meegenomen naar zijn huis, terwijl ik een eigen huis had. En ik heb drie weken bij Geert gelogeerd. Ik heb een benedenverdieping met logeerkamers, daar woonde ik zelf boven. En toen heb ik de knie op de god in mijn leven gevraagd. Je hebt een spoedcursus gekregen als het ware. Ja, hoe een christelijk gezin eruit ziet. En er werd zaterdagavond een hele grote eettafel gedekt voor de volgende ochtend. En er werd vijfstemmig de afwas gedaan. Of ook wel zevenstemmig zelfs. Met allemaal zusters die daar op visite waren enzo. Dat was een man die radicaal voor Jezus gaat. Zijn vader was zendeling. En hij had mij toen met een kindercaravaan op pad gestuurd. Zo'n SRV-bus van 18 meter lang, met wolkjes en schaapjes erop. Ging ik alleen naar het Surinameplein om de kinderen op te halen. Ja. Toen werd ik eventjes in de diepe gegooid, zeg maar. Maar goed, de manier waarop jij van jouw verslaving afgekomen bent, is dus eigenlijk gewoon door dat jij God stemt. Uit het niets. Klopt. Hoorden, dat is het. Het is genade van God. Dat hij dat voor mij heeft gedaan. Ja. Hoe zou jij, zeg maar, andere mensen willen adviseren? Als jij nou gewoon kijkt naar de lessen in jouw leven. Wat is dan de belangrijkste les voor jou geweest? Nou, kijk, ik heb zeven jaar lang dus drugs gebruikt. En ik heb wel hard gewerkt, maar het leidde nergens toe. Dus ik ben niet verderop of hogerop gekomen. Ik heb veel geld eraan uitgegeven. En ja, je zit in een scene met mensen die ook allemaal graag wat doen. Dus ik zat gewoon in de verkeerde kring zeven jaar lang. En je ontmoet mensen, er zitten ook gevaarlijke mensen tussen. Mensen met verkeerde bedoelingen enzo. Dus er is nog wel eens een keer een dealer geweest die gevraagd heeft of ik hem een beetje wilde helpen. Terwijl ik er juist toen op gericht was om hem van de spul af te krijgen. Ja. Ja, dat is ook niet altijd. Als je niet vast in je schoenen staat dan moet je niet proberen een dealer van zijn drugs af te krijgen. Want dat lukt niet. Maar ik adviseer natuurlijk iedereen van het gebruik van drugs. Help je niet. Niet doen. Spaar je centjes lekker. Koop iets leuks voor je moeder, een botje bloemen of een odertje voor jezelf. Maar geef het niet uit aan drugs. En je helpt ook de criminaliteit. Hou je in stand. Onze minister van Justitie zei van drugsgebruikers helpen de criminaliteit in stand. En er worden moorden gepleegd hier in Nederland. Dus stop met die flauwekul zoals de heer zoals God tegen mij heeft gezegd. Stop met die flauwekul. Dat is mijn advies. Dat zijn de woorden die God tegen mij gesproken heeft. En als je dan nu terugkijkt op die periode dat je verslaafd was. En je kijkt nu weer terug op je leven zoals het nu gegaan is. Wat is dan jouw grootste bevrijding geweest? Ja, mijn grootste bevrijding is dat als je in aanraking komt. Mijn grootste bevrijding is geweest in de Kafari kerk. Ik kwam in een bijbelwinkeltje. Ik werkte al bij Justitie op de Prinsengracht. Want je was altijd nog bezig om jezelf te bewijzen. Ja, ik was altijd. Maar dat heb ik nog steeds een beetje van. Want ik ben nu ook op mijn werk ook degene die mijzelf limieten en doelen stelt die ik wil halen. Terwijl ik dus de enige ben daar die dat doet. Want ik werk daar niet voor mensen. Ik werk daar voor mijn Nederlandse vader. Hij is de baas van dat bedrijf. Hij heeft de overheden gevestigd. Maar hij is ook de liefdevolle vader die genade geeft toch? Ja, God die vindt ook dat het rustiger aan. Vroeger moesten ze eens in de vijftig jaar in Israël een jaar niks doen. Of ze moesten eens in de zeven jaar het land braak laten liggen. Maar nu, oké, ik ga nu met pensioen. Ik krijg nu alleen dit jaar al negen extra vrije dagen erbij. Terwijl mijn inkomen omhoog schiet. Dus God is goed. Ik heb een provisie gehad dat ik nu de tien beste jaren van mijn leven krijg. En ik heb tegen ze gezegd, pa, mogen het alstublieft twintig zijn. Dat is wel mooi. Misschien heb je nog een laatste woord voor de mensen. Een bemoedigend woord voor de mensen. Ja hoor. Die op dit moment verslaafd zijn of denken van, nou laat ik het anders vragen. Denk je dat je het had gered zonder God? Want God heeft jou wel geholpen toch? Nee. Nee, nee, nee. Je zou proberen te kunnen gaan denken van nou, als je dan dertig of veertig was. En een beetje je verstand had gebruikt. Ik heb een heel goed verstand. Ik heb een boven gemiddeld IQ. Maar het is net als bijvoorbeeld, laten we zeggen, de wijsheid van God. Zijn liefde is, dat is waar het om gaat. En ik spreek woorden die ik nog nooit iemand anders heb horen spreken. En ik ben niet zo'n heel bijzonder mens. Maar omdat God mij bijzonder vindt, word ik wel heel erg bijzonder. Dus echt. Tot eer van Gods naam wil ik graag dingen doen. Woorden spreken. God prijzen is het beste wat je kan doen. Dat zijn mooie woorden André. God verdient het. Amen. Ik zou zeggen, dank u wel. Halleluja. Prijs de Heer. Heel graag en bedankt voor deze uitnodiging. Hartstikke mooi. Ik hoop dat veel mensen er iets aan zullen hebben. Ik denk dat, als ik het mag samenvatten, een leven zonder God is heel moeilijk. Zeker als je verslaafd bent. En met hem kun je van de verslaving afkomen. Zonder hem zal het niet lukken. Ja, een leven met God is noodzakelijk. Want dan heb je je hele leven de zekerheid dat je eeuwig leven krijgt. En als je God niet in je leven hebt, dan heb je gewoon geen zekerheid. Of je zekerheid is gebaseerd op een onzekerheid. Dus dat klopt gewoon niet. Je hebt pas zekerheid als je weet wie Jezus is. Punt. Amen. Halleluja. Amen. Dit was hem dan, de eerste podcast. Van, ja, hoe kom ik van mijn verslaving af. Zingen over André, die eigenlijk voor de behoorlijke verantwoordelijkheid is. Op weg naar Jan voor een sneufje. Komt uiteindelijk bij Geert thuis. Ja, een aantal jaren cocaïne snuiven, toch loskomen. Met hulp van God. Het kan moeilijk gaan, het kan makkelijk gaan. God helpt, God is er altijd. Jullie zullen zien dat ik heel erg dankbaar ben. Omdat ik heel erg dankbaar ben. En jullie zullen zien onder de verhalen die ik op wil gaan tekenen. Dat God nog steeds leeft en dat Hij er is. Het beste gebed is help. Wilt u deze podcast steunen? Dat kan dan natuurlijk. De gelegene tijd zal ik ooit wel eens een bankrekening nummer of iets erin stoppen. Maar vooralsnog is dat niet nodig. Het is een mooi verhaal van André, die er vrij van komt. Helaas wel vier auto's. Om hem weg te snuiven. Om maar niks te voelen. Maar ja, het zijn verhalen die het waard zijn om te vertellen. Er is hoop, er is blijde hoop. En God ziet je. Dus bid dat gebed, dat enige gebed. God helpt. En ik hoop dat Hij ook een wonder in jouw leven gaat doen. Zoek anders hulp. Ga naar Stichting De Hoop. Ga naar je dokter. En vraag echt om hulp. Vraag God om hulp. Dank u wel voor het luisteren. En tot de volgende podcast. Mocht u trouwens zelf ook een mooi verhaal willen hebben, dan kunt u dat altijd mailen naar i.laan-kriknet.nl Ik dank u wel voor uw aandacht. Op naar het volgende verhaal.

Featured in

Listen Next

Other Creators