Details
Vandaag een klant die mega-slim is. Heel snel van begrip, een snelle denker, maar dus ook een beetje op zoek naar 'quick-fixes'.
Details
Vandaag een klant die mega-slim is. Heel snel van begrip, een snelle denker, maar dus ook een beetje op zoek naar 'quick-fixes'.
Comment
Vandaag een klant die mega-slim is. Heel snel van begrip, een snelle denker, maar dus ook een beetje op zoek naar 'quick-fixes'.
Nou, ik vind het wel zo spannend om te oefenen, omdat ik het zo ongemakkelijk vind. Oh, laten we dat eerst meteen even doen. Waarom vind je het ongemakkelijk? Ja, ik weet dat niet zo goed, omdat ik het niet oprecht vind ofzo. Omdat het nep is. Dus dan... Ik ben daar niet zo... Ik geloof dat ik er in het echt beter in zou zijn. Als je snapt wat ik bedoel. Omdat ik dit zo... Ja. Het is nep, dus dan... Ja. Het is nep. Het hoge woord is eruit. Heel veel mensen hebben dat, net als deze klant van mij. Het gevoel dat zo'n rollenspel zo verschrikkelijk nep is, en dat het zo moeilijk is om daarin te komen. Het eerste wat je dan eigenlijk moet doen, is daar gewoon even bij blijven stilstaan. Heb je het gevoel dat je een toneelstukje moet spelen? Nou ja, misschien geen toneelstukje, maar gewoon... Ja, gewoon dat ik de kennis heb van beide kanten, dat het nep is ofzo. Ja, ik... Ja, ik voel een beetje weerstand dan. Ik denk... Ze voelt een beetje weerstand dan. Ja? Ja. En dan wil ze toch maar door. Ja. Het is een beetje jammer, maar... Ik ram gewoon dwars door mijn weerstand heen. Laat ik nou toch maar door doen. Er is toch niets aan te doen. Ik moet het toch nou eenmaal doen. Dus hoppada. Ja? Nou, we zijn aan het oefenen. En gelukkig ben ik zelf meestal heel stuk minder streng dan mijn klanten. Ook in dit geval. Dus ik neem er gewoon even de tijd voor. Dus laten we maar even kijken hoe wij, mijn klant en ik, hier verder in kunnen komen. Misschien met z'n beschaamte over mezelf. Misschien dat het wel is geweest. Ja, dat is het natuurlijk altijd ook een beetje, hè. Dat hoort bij dat rollespel, dat rollespelverhaal. Je wordt gewoon waanzinnig bekeken. Je zit daar gewoon alleen maar het gesprek mee te voeren. Maar je zit meteen ook te kijken, hoe doe jij dit? Ja. Dat doet niet alleen die psycholoog die in de hoek zit mee te schrijven, maar dat doet die acteur ook. Ja, iedereen. Ja. Ja, dat is wel spannend. Maar verder kan ik beginnen. Ja. Oké. Nou, wacht even. Want kijk, dit is al meteen iets wat van belang is om te tackelen. Want wat je nu doet is, oh ik vind het spannend, nou ja, whatever, ik ga wel. Jump. Head first. Ja. En wat altijd belangrijk is, is om dat heel serieus te nemen. Zeg van, oh ik vind dat heel spannend, hoe kan ik ervoor zorgen dat ik het toch enigszins ontspannen, of enigszins met zo'n gevoel dat gesprek in kan gaan, dat ik ook het idee heb, oké, ik zit nu gewoon echt een gesprek te voeren. Ja. Wat zou jou daarbij kunnen helpen? Nou, ik denk dat het geeft me wel heel erg veel rust om het een keer gedaan te hebben. Ik denk dat dat al een heel grote klap is, zeg maar. Dat ik dat niet voor het eerst dan doe. Dat is denk ik het grootste. Ja, en ook misschien gewoon een beetje zekerheid dat ik ook wel weet wat ik moet zeggen. Dat is denk ik ook wel fijn. Ja, oké. Dus jij zegt, oké, het feit dat je, het is nu al spannend, maar als je het straks eentje gedaan hebt, dan ben je, oh ja. Is er weleens een andere situatie geweest waarin je iets voor het nepje moet doen? Spijtig niet. Niet dat ik me zo goed kan herinneren. Volgens mij wel. Oh ja? Ja. Oh nee, dat ik... Ik denk toch minstens dat je weleens in een simulator hebt gezeten. Ja, maar dat was dan, dat lijkt zo echt. Dat lijkt zo echt dat dat, ja. En waarom lijkt dat zo echt? Omdat je eigenlijk, je bent precies echt een, de relatie is heel goed. Kijk, wij zitten hier allebei in ons waarschijnlijk huis. Ja. Dan, ja. Ja. Oké, maar er zijn heel veel mensen die zijn al twee jaar lang thuis aan het werk en doen dit voortdurend, dit soort meetings op deze manier, hè? Ja, dat is waar, ja. Dus misschien is dat al iets waarvan je denkt van, oké, als ik me dat nou voorstel. Ja. Ja, inderdaad. Ja, dat is waar, ja. Ja. Ja? Dus kijk maar. En als je nou gedurende het gesprek zo meteen en gedurende het oefenen denkt, ik kom er niet in. Ja, want dat is vaak zo. Soms is het zo dat je aan het begin denkt, oh my god. Ja. Je doet het helemaal zoals je het normaal gesproken altijd doet. Je gaat niet je best doen voor iets. Van, oh ja, nu moet ik dit en oh ja, nu moet ik dat. Helemaal niet meer doen. Helemaal niet meer bezig zijn. Oké, ja. Dan kan ik namelijk zien waar je goed in bent. Ja. Ja? Dat is wel een fijne gedachte, ja. Precies. Dus dat is... En verder, als we bezig zijn en je denkt, ik kom er toch niet in. Ja, want dat kan soms gebeuren dat je denkt van, oeh, wat een drama. En dan kom je er eigenlijk toch wel in, in dat gesprek. Wat er nu gebeurt, je blijft er last van houden. Laat het maar weten. Ja, dat klopt, ja. Goed, dan kunnen we nu... Ja, dan moet ik heel even stemmen, ja. Ja, is goed. Nou, en dan kom ik naar je tafel toe of zo, naar jouw bureau toe. Oh nee, gewoon zo. Ja. Eigenlijk merk je nu dat het toneelspel al begonnen is. Het is jammer dat ik dat op het moment zelf niet door had. Maar je merkt dat ze zegt, oh ja, dan kom ik nu bij jou, ja. Dus het toneelspelletje is al begonnen. En hier zie je zo snel, kan je zien, had ze ik idee, ze gaat ervoor. Vaart, door, knallen. En dat kan soms best een nadeel zijn. Omdat je jezelf te hard ergens ingooit en te weinig stilstaat bij... Oh ja, wacht even, wat betekent dat dan echt? Ze luistert wel nader, maar weet ze voldoende al wat het echt betekent. Daar gaan we achter komen, laten we eerst maar eens even beginnen. Het rolespel gaat over Madé, zij is een medewerker en moet worden aangesproken door de kandidaat. Dan zeg ik, hi Madé, ik heb een meeting met jou ingepland vandaag om eventjes bij te praten. Ik heb je opleidingsplan gelezen, daar ben ik heel tevreden over. Het was bedoeld als pilot en ik ben zo blij dat we het over de hele afdeling kunnen uitrollen. Dus daarvoor mijn complimenten. Ik wilde even weten hoe het met je gaat en hoe de afgelopen tijd is verlopen. Ja. Ja, ik weet nu niet zo goed wat ik moet zeggen. Wat je moet zeggen nu? Nee. Ik wil graag weten hoe het met je gaat en hoe de afgelopen tijd is verlopen. Oh, die twee dingen tegelijk. Oké, dat is goed. Oké. Ja, de afgelopen tijd is ook wel goed verlopen. Ja? Ja. Kun je me daar iets meer over vertellen? Het begin is altijd moeilijk. Je wil iets van een structuur aangeven in dat gesprek. Je wil iets weten, je wil vertellen waar je het over wil gaan hebben. Je bent al een paar vragen aan het stellen. Dus Madé raakt hier een beetje de kluts kwijt en weet eigenlijk niet zo goed wat ze erop moet zeggen. Ja, en krijgt ze nog een keer twee vragen tegelijk geeft ze eigenlijk heel minimaal antwoord op. En dat is iets wat je heel vaak tegenkomt. Ja, we zijn... je stelt te veel vragen tegelijkertijd en wat je dan terugkrijgt is maar heel weinig. Wat doet mijn klant hier nou ontzettend goed? Want ja, je kunt dat soort foutjes maken maar ze herstelt het ontzettend goed door te zeggen kun je er wat meer over vertellen? In welke zin gaat het dan specifiek over het opleidingsplan of iets anders? De afgelopen twee maanden ben je bezig geweest met het opleidingsplan. Ik ben daar super blij mee. Maar goed, we hadden natuurlijk wat afspraken en we zouden het op een manier aanpakken en ik wil graag weten hoe het verloopt is. Ja, oké. Dat wist ik niet. Ik weet niet helemaal zeker waarover je het wilt zeggen. Maar ja, het opleidingsplan is heel goed gegaan volgens mij. Tenminste ja, ik ben blij dat je daar ook blij mee bent. En dat was ik zelf eigenlijk ook wel. Ik vond het wel leuk om te doen. Ja? Oké. Oké. En hoe zijn de werkzaamheden naast het opleidingsplan verlopen? Heb je daar genoeg tijd voor kunnen hebben? Ja hoor. Ja? Oké, doe meteen een time-out. Ik moet niet twee vragen stellen. Goed zo. Twee vragen. Is niet zo erg, maar dan weet je dat je een beetje verwarring creëert. Die heb je nu ook heel goed opgelost. Dus no worries. Ja? Ja, precies. Maar dat is inderdaad echt een focus van mij. Dat doe ik ook in het dagelijks leven snel. Goed, fijn. Heel goed dat je dat weet. Ja. Heel goed. Waarom ben ik hier nou zo blij mee? Als iemand zelf doorheeft, oh ja, dat doe ik heel vaak. Ik doe het in mijn privéleven ook, zegt ze. Dus ze kan het ook nog eens een keer relateren aan andere situaties waarin zij te veel vragen tegelijkertijd zelf stelt. Waarom is dat nou zo fijn? Omdat je je meteen kunt realiseren op het moment dat je het doet. Of niet meteen, maar een klein beetje erna. Als je er niet bewust van bent, dan kun je het je ook nooit realiseren. Als je het je niet kunt realiseren, dan kun je er ook niks aan doen. Ja? Dus hoe meer je zelf weet wat je eigen foutkuilen zijn, hoe meer gelegenheid je hebt om er dan ook iets aan te doen. Ik sta daar iets langer bij stil, omdat het voor jezelf ook vaak zo fijn is om er iets langer bij stil te staan. Dan zul je daar ook echt iets mee kunnen gaan doen. Dus behalve zeggen, oh ja ja ja, dat heb ik altijd. En weer door op hetzelfde spoor. Is het misschien verstandiger om te zeggen, ja Fred, dat heb ik heel vaak. Dat klopt. Ik ga er eens op letten. Dan geef je jezelf veel meer gelegenheid en ruimte om te herkennen wanneer je dat doet en ook op het moment dat je het doet, je ter plekke te realiseren en misschien iets anders te gaan doen, in plaats van bijvoorbeeld twee, drie vragen tegelijkertijd te stellen. Ik ga je nu iets heel leuks vertellen. Al je foutkuilen zijn potentiële bonuspunten. Oh. Fijn. Goed he? Ja. Namelijk, er is nooit een gesprek dat helemaal vlekkerloos verloopt. Ja. Dus als je in je foutkuil terechtkomt en je stelt twee, drie, vier vragen tegelijkertijd. Ik zag het al aan jou. Je moet je lachen. Je herkent het meteen. Dus heel goed. En dan hoef je eigenlijk maar één ding te doen. Het op tafel leggen. Dus je hoeft het niet stiekem weg te moevelen. Je hoeft niet te doen alsof je dat niet hebt gedaan. Je hoeft het niet stiekem te herstellen. Hoe opener je daarover bent, hoe meer wij allemaal aan de zijkant staan te juichen. Oh ja. Ja, want ik weet dus dat je jezelf een beetje kent. Als je weet waar je foutkuil zit, dan kun je jezelf dus ook herstellen. Als je het niet weet, kan het sowieso niet. Fijn, oké. Dus niet bang zijn als je een fout maakt. Niks aan de hand. Dat zeg je al in het gesprek met de persoon van nauw. Ik snap dat je in de waarheid bent, want ik zie dat je ook te veel vragen tegelijkertijd stelt. Je stelt het wel eens vaker. Waar je je anders voor stopte, was hoe gaat het? Hoe ging het met je reguliere werk? Ik weet natuurlijk sowieso als acteur. Dit is echt als een rollenspel. Dat is niet in een normaal gesprek zo. Maar in een rollenspel weet de acteur precies waar je haar over wilt spreken. Dus zij ziet van een kilometer afstand aankomen waar jij op aan zit te sturen. En dan hoop je dat zij het je gaat vertellen. Dat gaat ze niet doen. Dus als je een moeilijke boodschap hebt te geven. Namelijk, er zijn wat klachten over je geweest. Want er was iets met het reguliere werk dat niet helemaal lekker liep. Dan kan je dat beter meteen doen. Wees een grote, sterke meid. En zeg, dit is er aan de hand. Je hoeft daar niet omheen te dansen. Ik zou denk ik het eerst vragen. Dus eerst degene de optie bieden om dat te stellen. Want anders kan het ook zo aanvallend overkomen. Terwijl als je dan al gevraagd hebt. Hoe zijn je reguliere werkzaamheden verlopen? En dan daarna. Dat was dan even mijn gedachte. En daarna zou ik dan zeggen. Er zijn wat klachten gekomen. Zou ik misschien nog niet zeggen. Kijk, we noemen dit een liefheid of zo. Wat zeg je? Ik wil dan toch nog ergens iets liever blijven. Ja, maar let op. Want hoe lief is dit? Ja? Zeg lieve schat, heb jij een koekje uit de trommel gestolen? Ja. Nee, zegt het kind. Oh nee. En dit dan? Ja. Ja? Ja, precies. Dan ben je basterd. Ja. Ja? Nog veel erger. Dus het lijkt lief, maar het is helemaal niet lief. Ja, want je creëert er eigenlijk veel meer dingen mee. Veel meer, hoe heet het, weerstand. Ja, dat kan ik me voorstellen, ja. Ja? Ja. Dus je kunt veel beter. Dus wat is een manier? Nou, daar mag je nu mee verder gaan. Om te kijken. Hoe kun je dat nou zo op tafel leggen? Ja. Misschien hoef je niet eens zo heel voorzichtig te zijn. Nee, oké. Ja, maar dan zou ik te veel over na gaan denken. Maar goed, ja. Ja. Nou, weet je wat het is? Ik denk altijd hoe voorzichtiger iemand iets gaat brengen, hoe erger het blijkbaar is. Ja, inderdaad. Ja, dat is wel waar. Ja. Ja. Ja. Oké. All right. Het rollenspel gaat weer verder. Ja, het ging goed met dat opleidingsplan. Ik vond het hartstikke leuk om aan te werken. Dus, nee, ja. Ik ben wel tevreden. Ik ben ook blij dat jij het ook een leuk plan vond. Ja. Dat is het minste. Ja, nou super fijn dat je het zo leuk hebt gevonden en dat het resultaat goed is. Verder zijn er wel wat klachten binnengekomen dat de werkzaamheden hiernaast niet helemaal verliepen zoals we hadden afgesproken. Er zijn wat klachten binnengekomen en ik wilde vragen of je daar iets meer over kan stellen. Er zijn klachten binnengekomen? Ja, ja. Toch dat de werkzaamheden naast het plan, nou ja, iets zijn versloten de afgelopen tijd. Er zijn veel collega's die werk van jou hebben moeten overnemen. Wie heb je geteld? Ja, er zijn een aantal mensen naar mij toegekomen en ik denk dat voor dit gesprek het er niet heel erg toe doet wie dat waren. Maar ik wil vooral kijken met jou wat er precies gebeurd is. Ja, dat zal wel dat jij dat wil. Maar ik wil wel weten wie dat gezegd heeft. Dat zijn mijn collega's, hallo. En waarom wil je dat precies weten? Nou, omdat er blijkbaar achter mijn rug om naar jou toe wordt gehouden over dingen die ook nog eens een keer niet kloppen. Maar ik wil wel weten wie dat doet? Ja, eh... Is het normaal? Nee, dat... Iemand die het bij jou gehad heeft, dan wil je toch ook weten wie dat gedaan heeft? Altijd moeilijk dit. Mijn klant heeft iets gehoord over haar medewerker, Madé, via anderen. En nu moet ze over dat wat ze gehoord heeft het gesprek aangaan met Madé. Maar Madé wil natuurlijk weten wie heeft dat gezegd. Nou, ga je haar vertellen wie dat gezegd heeft of ga je dat niet doen? Mijn klant heeft op dit moment nog niet gezegd wie die klachten over haar heeft geuit. En je merkt dat Madé hoe langer, hoe geagiteerder wordt, naarmate dat langer duurt. Dus ze heeft wel, mijn klant heeft wel gevraagd, waarom wil je dat weten? Dat is een goede vraag. Omdat dat het gesprek kan openen van wat wil Madé daar dan mee? Wat wil Madé met de informatie van die namen, van die personen die dan over haar hebben geklaagd? Vervolgens zou mijn klant kunnen vragen, ah oké, waarom wil je het weten? Oké, goede vraag. Nog een betere vraag zou misschien wel zijn, wat wil je er dan vervolgens mee doen? Nou, dan krijg je informatie over hoe dat vervolgens gaat. Want je bent natuurlijk bang dat het een enorm gedoe op de afdeling gaat opleveren. Want Madé op hoge poten naar die betreffende collega die achter haar rug om heeft gesproken. Als je het gevoel hebt, nou dat gaat heel erg op hoge poten, dat wil ik niet dat het op die manier gaat. Dan heb je het gesprek geopend, kun je het erover hebben. Zeg van, hé, is dat een manier om het te doen? Of kan ik je helpen om het op een andere manier te doen? En je kunt ook nog altijd terugpakken naar, ik ben wel even nieuwsgierig naar hoe dat zo heeft kunnen komen. Nou, dus dan heb je eigenlijk dus twee gesprekken die je naar elkaar moet voeren. Namelijk één, wat gaat Madé doen met de informatie over die collega's? En twee, wat wil jij als kandidaat, dus wat wil nu mijn klant, wat wil ze graag bespreken nog met Madé zelf? Nog los van die andere collega's. Nee, ik kan heel goed begrijpen dat je dat wil weten. Dat kunnen we eventueel later bespreken. Ik wil heel graag met jou nu eerst kijken wat er precies gebeurd is. En nou ja, samen zien we een oplossing. Niks, er is niks gebeurd. Ik weet niet waar dit over gaat. Ja, misschien weet ik waar dit over gaat, maar dat is wel een beetje afhankelijk van wie dat roept. En is er de afgelopen tijd niks geweest waarvan je het gevoel had dat dat minder normaal was? Niks waar ik belang aan heb willen hechten, maar als ik nu dit hoor denk ik, oh, dan had ik dus blijkbaar wel belang aan moeten hechten. Ja, dat begrijp ik. Ja, wat begrijp je? Nou ja, dat je daar meer belang aan had willen hechten. Waaraan? Aan werkzaamheden. Nee, dat zei je nog. Dat zei je? Nee, dat zei ik niet, zeg ik. Dus wat zij nu zegt, oh, dus is er niks gebeurd, vraag jij. Ja? Ja. Dus zij zegt, nou, niks waar ik belang aan hechte, maar blijkbaar moest ik daar wel... Oh ja, dat begrijp ik. En dan denk je, ja, wat zegt ze nu eigenlijk dan? Wat heeft ze nou... Dat ik het belangrijk vind. Wat zeg je? Dat ik het eigenlijk niet belangrijk vind, de werkzaamheden daarnaast. Ja, denk je dat ze dat zegt? Niks waar ik belang aan hecht, zegt ze. Kun je zeker weten dat dat is wat ze bedoelt? Nee. Ja? Dus dit is van belang om... Uit te zoeken eerst. Om uit te zoeken. Om goed te luisteren. En dit is het belangrijkste, denk ik, wat ik jou kan... Kijk, jij wil naar de eindstreep van dit gesprek. Ja. En dat voel ik. Oh. Oké. Ja. Ja? Je denkt, verschrikkelijk dat rollenspel. Kan het alstublieft afgelopen zijn? Hup, door naar het einde. Oplossing. Gelukkig ben ik er vanaf. Ja. Ja. Het is voelbaar. Ja. Ja, dat kan wel kosten, ja. Ja? Ja. Dus waar het om gaat hier is... Ben je in staat om echt bij die persoon te zijn en te denken... Kan mij niet schelen hoe lang dit duurt. Nee, precies. Ja. Ja, nee. Want wat je nu doet... Kijk, ik voel van... Hé, we willen het door. Dus, nou, wat een hartstikke leuk plan. Huppakee. Maar hoe zit het met dit? Dus daar ben je al weinig tijd mee. Heb je al weinig tijd aan besteed. Bijvoorbeeld. Aan dat plan, ja. Ja? Of... Nou ja, weet ik veel. Wat heeft ze nog meer gezegd? Of dan ergens een tussenstukje. Hoe is het dan gegaan met je collega's? Klachten. Ja, dan snap ik dat je dat wil weten. Maar even nu voor dit gesprek. Hoppa. Aan de kant. Ja? Dan moet je nog een keer zeggen... Nou, dat vind jij misschien niet belangrijk. Maar ik vind wel belangrijk. Ja? Nou, dan zeg je nog een keer... Ja, dat snap ik wel dat jij dat belangrijk vindt. Misschien een later moment. Maar nu... Dus we zitten jouw agenda hier te volgen. Ja, maar dat is ook... Ik moest ook zeggen... Ik wist niet zo goed wat ik daarmee moest. Over die mensen. In de gebeurden. Toen dacht ik... Oké, dat kan later. Maar ik wist ook echt niet wat ik toen moest zeggen. Nou, wat je kan helpen... Kijk, je weet niet wat je erop moet zeggen. Als je vooral je eigen agenda aan het volgen bent. En er komt in één keer... Hup, mitscheeps. Komt er een vraag dat je denkt... Ja, dat heb ik niet ingepland. Nee. Ja? Ja. Die niet. Ik niet, ja. Ja. En dat zal altijd gebeuren. Ja. Ja? Dus de kunst is hier om de agenda van de ander mee te nemen in het gesprek. Oké. Ja. Maar... Oh, je wilt ook graag weten waarom. Ja. Nou... Hallo, dat zou jij toch ook willen weten? Maar wat wil je met die informatie dan? Ja, doorvragen. Bijvoorbeeld. Gewoon doorvragen. Ja. Nou, dan ga ik iemand... Als je zegt, ik ga er met een gebolde vuist op af, dan weet jij... Nou, dat lijkt me helemaal niet zo'n heel goed idee. Ja, precies. Ja? Dus dan ben ik een beetje huiverig om je te vertellen wie het was. Aan de andere kant kan ik me wel voorstellen. Zeg dan wat je denkt daarover. Ja. Ja? En ik heb ook nog mijn eigen behoefte, namelijk om te weten... Hoe is dit nou toch tot stand gekomen? Als jij helemaal niet vindt dit, en zij vinden helemaal wel dat... Ja. Vertel eens, hoe kan dat? Ja. Ik ben daar... Ik ben daar verwaard over worden. Dat mag allemaal, mag je allemaal zeggen. Ja. Het grappige is... Dat hoe een klant van mij, zoals deze lieve schat... Het gesprek met een medewerker doet... Je hoort eigenlijk in al haar reacties dat ze hetzelfde doet... In het leren over dat gesprek. Hoor je dat ze steeds zegt... Oh ja, oh ja, ja, ja, ja. En door wil ze. En zeker als je gaat leren... Gaat er niet zozeer om dat je meteen voelt van... Oh, dan moet ik nu dit doen en dan ga ik dat doen. Want dat ben je eigenlijk niet gewend. Dus de kunst is dus ook om jezelf de ruimte en de tijd te geven... Om dat te oefenen, om dat te leren... Om daar bewustzijn over te ontwikkelen.