Details
Nothing to say, yet
Details
Nothing to say, yet
Comment
Nothing to say, yet
This podcast is part of an Erasmus project called Enlightenment about Death, Learning for Life. The main idea is that death is an unavoidable part of life, and it is connected to the preciousness of every human life. Two elderly members of a friend's club, Jules and Anna, share their thoughts and experiences about the death of their spouses. They emphasize how the memories of their loved ones and the moments they shared together are what remain and are cherished. They also discuss the importance of rituals, such as prayer and Catholic funeral ceremonies, in finding acceptance and understanding in the face of death. Both Jules and Anna believe that these experiences have deeply changed them and made them realize the interconnectedness of life and death. They hope that their conversation will contribute to the Erasmus project. Deze podcast is een onderdeel van een Erasmus-project, onder de titel Aufklärung über den Tod, lernen fürs Leben. Hoe oud of hoe jong je ook bent, wij zijn allemaal gewoon onderweg, en op onze levensweg zullen wij telkens opnieuw in bijzondere fases komen. Een fase, waarover wij niet zo graag spreken, dat is de eindigheid van het leven. En toch, onontkoombaar, elk leven, ook elk mensenleven, is eindig. In een gesprek hierover met twee bejaarde leden, een man van achttenzeventig en een vrouw van tachtig, twee bejaarde leden uit onze vriendenclub, noteerde ik volgende meningen en gedachten over het levenseinde. Ik vroeg hen eerst, waaraan denk je als eerste als we het thema Dood te sprake brengen? De man, zijn naam is Jules, denkt meteen aan zijn echtgenote, die hem en zijn gezin is ontvallen zeer onverwacht in de leeftijd van zevenenvijftig jaar. De vrouw, Anna, vertelt hoe ze bij die vraag denkt aan haar man, die acht jaar geleden overleed, hij was toen tweeënzeventig, aan te gevolgen van een hersenbloeding. Allebei, Jules en Anna, vertellen, hoe ze daarna zijn gaan beseffen, hoe zeer dood en leven nu eenmaal zijn verbonden met elkaar. Het ene bestaat niet zonder het andere. Elk leven, hoe oud of hoe jong je ook bent, is zo kwetsbaar en is onverbiddelijk verbonden met de dood. Dat geldt voor de hele natuur en voor elk levend wezen in het bijzonder. Eigenlijk zou je kunnen zeggen, zegt Jules, dat we de dood als realiteit nodig hebben, om te beseffen, hoe kostbaar elk leven, elk mensenleven wel is. Ja, zei Anna daarop, de dood is een essentieel gegeven in het leven op deze aarde. De dood hoort gewoon, behoort gewoon bij het leven. Ik vroeg hen toen, als jullie terugdenken aan die bijzondere mensen, waarvan je al afscheid hebt moeten nemen, hoe heeft die dood jullie leven dan veranderd? Ze denken allebei diep na, en allebei herinneren ze zich die intensieve ontmoeting met de dood bij het afscheid van hun geliefde echtgenoten en echtgenoot. Jules herinnert zich de dood van zijn geliefde Mariette, die zich, die zondagochtend, in tweeduizend was het, onwel voelde. Ze ging liggen op een zetel en plots werd ze helemaal bewusteloos. Een snel bijgeroepen arts stelde toen al vast, dat ze was overleden aan een hartaderbreuk. Het was een fatale hartaderbreuk, waardoor het hart was stilgevallen. Anna ziet zich nog waken bij haar doodzieke echtgenoot. Ook voor haar was het een intensief gebeuren, dat weer, van zo dichtbij, geconfronteerd wordt met de dood. Allebei, Jules en Anna, hebben ze dus beleefd, hoe hun echtgenoot die laatste ogenblikken heeft doorgebracht, en hoe ze dan thuis zijn overleden. Bij Jules is het heel snel gegaan. Bij Anna was er wel de mogelijkheid om bewust afscheid te nemen. Annas man was rustig en voelde, hoe het leven stilaan weghebde, zegt Anna, en de bijgeroepen huisarts zei, dat hij stervende was. Hij vroeg nog om een priester, maar stierf nog diezelfde avond. Ik heb dan aan Jules en Anna gevraagd, in welke mate heeft deze doods, deze doodservaring, jullie leven veranderd? Ze zegden allebei, dat niet zozeer het geconfronteerd worden met de dood tot nadenken stemt, maar wel, je gaat vooral de herinneringen ophalen, in de vele kleine dingen, die hem of haar zo eigen waren, en die ga je dan heel speciaal weer voor de geest roepen. Het is uiteindelijk, zeggen Jules en zegt ook Anna, datgene wat aan het einde blijft, datgene wat overblijft, dat je gaat koesteren. Ze denken allebei aan het samenwerken aan een gezin in lief en leed, de vele mooie momenten met de kinderen, de reizen, de wandelingen, de bezoeken. Die herinnering blijft ook bij de kinderen, de volwassenen, of de kinderen die al volwassen zijn op de eerste plaats, terwijl de kleinkinderen, al dus Jules en Anna, denken aan de verhalen die ze hoorden, en aan de bezoeken die ze brachten aan opa en oma, dat zijn dingen die blijven. Beide, Jules en Anna, benadrukken dat het geconfronteerd worden met de dood een levenservaring is, die ertoe leidt dat in eerste instantie echt alles verandert. Het is een ervaring, die je heel diep raakt. Je wordt erdoor anders. De dood van een geliefde beroert je zeer diep en je beseft des te meer, hoezeer de dood nu eenmaal verbonden is met het leven. Ik vraag dan aan Jules en Anna, als jullie nu terugkijken op die dag, waarop je voor altijd hebt afscheid genomen, wat is dan de diepste ervaring, die je je daarbij nog herinnert, die je daarbij hebt beleefd? Anna zei, dat ze zich herinnert, dat ze in die laatste uren de moed heeft gehad, om samen met haar doodzieke man nog te bidden tot de God, waarin ze allebei geloven. Dat bidden samen heeft ons moed gegeven, zegt ze, en kracht. Misschien was het op dat moment echt heel belangrijk, om zo onder woorden te brengen, dat we geloven in een leven na de dood. Ook Jules herinnert zich nog heel goed, dat hij bij het dode lichaam van zijn geliefde vrouw een gebed heeft uitgesproken, een weesgegroet. Samen met de dan bijgeroepen vier aanwezige kinderen hebben ze dat nog eens herhaald. Ja, voor wie in hun God gelooft, zegt Jules, helpt dat echt, om de hulpeloosheid van dat moment een stukje te overwinnen. Voor mij is het heel duidelijk geworden, hoezeer voor Jules en Anna dat rituele gebaar van samen bidden met de familie bij een overledene, tot aanvaarding leidt en tot inzicht. Het is wellicht ook iets, wat heel duidelijk behoort tot de katholieke traditie. En dan was er de afscheidsviering. De afscheidsviering met een katholieke uitvaartplechtigheid in de parochiekerk, waar voor beide families, die waren, maar vele aanwezig waren, dat was voor beide families een intense, maar ook zeer troostvolle ervaring. Jules en Anna vertellen daarover, hoe beide families echt gekozen hebben voor uitvaartplechtigheid in de plaatselijke parochiekerk, gevolgd door een begraving op het gemeentelijk kerkhof. Mariette, de echtgenote van Jules, was een bekende figuur in het dorp. Ze werkte intens mee bij de plaatselijke katholieke vrouwenvereniging, en dat had ze ook in haar jeugd vele jaren lang gedaan bij de katholieke arbeidersjeugd. Ze was te jong gestorven, ze was maar zesenvijftig, en vele vriendinnen van haar rouwden intens mee in een bonvolle kerk. Maurice, de echtgenoot van Anna, was een zeer gewaardeerde onderwijzer in de plaatselijke dorpsschool. Hij had er zijn hele carrière doorgebracht, en hij was ook vader van een talrijk gezin. Hij werd heel graag gezien in het dorp. Bij de uitvaartdiensten werden dan ook door zeer veel vrienden, kennissen en dorpsbewoners bijgewoond. Tijdens de afscheidsviering in de kerk zijn door familieleden en bekenden zeer gepaste afscheidswoorden uitgesproken. De priester, die beide Mariette en Maurice, die nu overleden waren, zeer goed had gekend, zorgde voor een zinvolle, sfeervolle afscheidsviering en een uitvaart helemaal in katholieke traditie. Er was ook gezorgd voor koorzang door het plaatselijke kerkkoor. De katholieke rituelen tijdens en na de viering, de zegening, de gebeden, de begroeting, het afscheid, werden door beide families en de gemeenschap zeer gewaardeerd, en stonden in het teken van het geloof, dat de dood geen einde is, maar dat de ziel van de overledene blijft en voortleeft. Tot zover het gesprek met Jules over Jules' echtgenoten en over de echtgenoot van Anna. Het was een intens gesprek. Ze vroegen me om het te willen navertellen op deze podcast, en beide hopen dat ze hiermee een waardevolle bijdrage hebben kunnen leveren aan dit Erasmus-project.