Details
Nothing to say, yet
Big christmas sale
Premium Access 35% OFF
Details
Nothing to say, yet
Comment
Nothing to say, yet
Anne, a therapist and psychologist, discusses the silence surrounding death and the end of life in Western culture. She reflects on the vulnerability of life and the inevitability of death, as well as the meaning of life. Anne believes that individuals must give meaning to their own lives and work hard to create a fulfilling life with loved ones. When it comes to the death of loved ones, Anne feels both sadness and relief. She believes that the soul of the deceased continues to live as long as they are remembered and spoken about. Anne also discusses the complexities of the grieving process and the importance of support from family, friends, and therapy. She emphasizes the need to maintain a connection with the deceased and reflect on the lessons and inspiration they provide. Anne emphasizes the crucial role of a supportive and understanding environment in the grieving process. She also mentions the importance of support from employers and teachers in dealing with grief. Lastly, Anne a In het kader van een Europees project dat onder de benaming gaat Debt Education heb ik een gesprek gehad met Anne die therapeute en psychologe is. Hoewel er heel wat talen en gedragscodes zijn voor de centrale zaken van het leven, heerst er in onze westerse cultuur heel vaak stilte omtrent het levenseinde en de dood. Hoe is het mogelijk te praten over iets dat zo verbonden is met angst, met onzekerheid, met pijn en verlies, zeker in onze westerse wereld? Ik sprak erover met Anne en de volgende vragen werden beantwoord. Wat is het eerste, Anne, waaraan je denkt als je over de dood en de eindigheid wilt praten? Ik denk dan voor eerst, zei Anne, aan hoe het leven, elk leven, zo kwetsbaar is en dan onvermijdelijk aan de dood en aan sterven en hoe die een essentieel deel van elk leven hier op aarde uitmaken. En onvermijdelijk komt dan de vraag in me op naar de zin van het leven. Moeder, waarom leven wij? Mijn antwoord daarop, zei Anne, is dat je zelf zin moet geven aan dat leven en dat je dus uitgenaagd moet worden om hard en degelijk te werken aan een geslaagd leven samen met de mensen om je heen. Als tweede vraag stelde ik haar dit dilemma, als je aan de dood van geliefde mensen denkt, wat voel je dan als eerste aan? Anne zei dat zij dan, omdat ze erg gevoelig is, tranen voelt opkomen. Want, zei ze, ik ben in dat opzicht erg gevoelig en kan mijn medeleven met verdriet om het afscheid van een dierpare moeilijk verbergen. Dan komen er in eerste instantie tranen. Maar ook voel ik, bij enig nadenken, een vorm van verlichting, van erleichtroom. Ik wil niet eeuwig leven, want elk leven is eindig. Maar we weten niet, gelukkig maar, wanneer dat einde komt. En ik vroeg Anne dan, is er voor jou ook nog iets na de dood, geloof je aan een leven na de dood? Haar antwoord was dit, ja, ik geloof er wel in, ik denk, ik hoop, dat de ziel van dode mensen verder leeft, zolang, ja, hoe lang? In mijn ogen zeker zolang mensen nog spreken over de overleden persoon, zolang mensen zich die mensen die gestorven zijn kunnen herinneren. En natuurlijk, zei Anne, wie in een godheid gelooft, voelt dat hij, zij met het sterven in de liefde van God terecht komt. En door daaraan te denken, maakt die gedachte mijn leven zinvoller, het verlicht mijn leven. Maar dat is dan natuurlijk verbonden met geloven, geloven in een God. Ja, maar wat is dan de zin van het leven dat voor iedereen ooit stopt, vroeg ik haar. Hoe kunnen we in Gods naam het grotere plaatje begrijpen van het eindige leven en de dood, of van een leven na de dood? Zijn we dan maar een klein stipje in die hele wereld of heeft alles toch een betekenis, heeft elk mensenleven een zin? Existentiële vragen zijn dat, die de mensheid, zolang ze bestaat, altijd hebben bezig gehouden. Zijn leven en dood al vooraf bepaald, is er predestinatie, zoals men dat noemt, en leven we gewoon ons lot, of is er een grotere almacht, een godheid, die toekijkt en voor ons en over ons beslissingen neemt? Het is heel duidelijk, en het valt niet te ontkennen, en nu gaan we het hebben over het rouwproces, het valt niet te ontkennen dat elk rouwproces dat iemand doormaakt een zeer complex gebeuren is, en dat hou vast een begripvolle steun van de omgeving, van de familie, van de vrienden, voor elkeen die met verlies te maken heeft, die met verlies van een dierbare wordt geconfronteerd, dat dat heel erg essentieel is, die steun. Mijn vraag was dan, dierbare verliezen, dat is natuurlijk iets wat ons allemaal overkomt, wat ons allemaal te wachten staat, dat geldt voor iedereen, en is dus een universeel deel van elk mensenleven. Wat denk je daarover, Anne? En zij antwoordt mij, ja, velen die rouwen, die dreigen vast te raken in een rouwproces, maar over het algemeen bezitten de meeste mensen een ongelooflijke veerkracht, een soort van menselijk vermogen, om na een verlies, na een tegenspoed, wanneer ze iemand hebben zien doodgaan, om de draad toch weer op te pakken. Is stervusbegeleiding dan belangrijk bij het heengaan van een geliefd iemand? Vraag ik haar. Welke rituelen, welke hulp verwacht je daarbij van je directe omgeving? Hoe zie jij een rouwproces? Anne zegt daarop, er zijn verschillende soorten van verbindingen die tijdens een rouwproces onder druk komen te staan. En het zijn net die banden die je bindt met mensen, die verbindingen die zo belangrijk zijn bij een rouwproces, omdat ze voor de veerkracht kunnen zorgen die elke mens nodig heeft als hij of zij een rouwperiode doormaakt. Ik vraag haar dan, aan welke verbindingen denk je dan, Anne? Zij antwoordt, bij een verlies van een dierbare hebben velen vaak het gevoel, dat er bij hen iets fundamenteels is gewijzigd, dat er plots andere waarden, andere normen, andere prioriteiten, ineens daar zijn die allemaal anders liggen. Plots beseft men, zegt Anne, dat het leven zomaar ten einde komt, plots en onverwacht. Dat heeft een grote invloed op mij als individu. Ik voel dat ik meer tijd moet vrijmaken dan voor anderen. Dat leidt, of kan leiden, denk ik, ook tot persoonlijke groei, met name men gaat beseffen, bij verlies, hoe waardevol de relaties met andere mensen zijn. Maar vaak kan dat ook leiden, zo'n verlies, tot een worsteling met zichzelf. Mensen herkennen zichzelf nog amper. Ik hoor nog iemand zeggen, ik was vroeger altijd zo heel zeker van mezelf en nu twijfel ik voortdurend, nadat mijn vader gestorven is. Sommigen gaan ook op zoek naar een nieuwe identiteit. Ik kende een moeder, van wie het enige kind overleden is, en die zich dan afvroeg, ben ik nu nog wel ouder, nu mijn kind er niet meer is? Dat zijn worstelingen die vele mensen doormaken na overlijdens. En met zulke vragen is het erg belangrijk dat mensen dan terecht kunnen in hun directe omgeving, in hun leefomgeving, bij hun partner, bij de ouders, bij vrienden, bij collega's, om samen fundamenteel na te denken en daarover te spreken. Maar soms lukt dat niet en volstaat de inbreng van naasten en familieleden, van vrienden niet, en dan moet men natuurlijk toch wel durven om therapie te gaan zoeken. Daarop heb ik haar gevraagd, wat denk je dat er nodig is, of dat wij als mens de dood, het sterven van mensen, een gelijkwaardige plaats kunnen geven als het leven? Dood en leven zijn toch met elkaar verbonden. Ik denk, zegt Anne, dat dat tot uiting kan komen in het behoud van een gave verbinding met de mensen die men gekend heeft en die overleden zijn. Ik besef zeer goed dat het geen zin heeft om niet meer te denken aan wie is overleden, zoals men dat vroeger wel eens zei. Vergeet het allemaal. Nee, men moet de band, in tegendeel, met die overledenen ook gave houden. Durf erover te denken, wat je van een afgestorven familielid, van je vader, moeder, vriend of vriendin, wat je van hen hebt geleerd, hoe hij of zij inspiratiebron zullen blijven voor je verdere leven. Natuurlijk zijn niet alle relaties met een overleden iemand vlekkeloos geweest. Er kan spijt blijven hangen of verwijten, onuitgesproken dingen. Die men liever wel had gezegd bij een afscheid, maar dan is er vaak nog zoveel te zeggen en uiteindelijk gebeurt het vaak niet. Denk maar aan de corona-periode, toen zijn vele bejaarde mensen, vaders, moeders, zonder enige band met hun geliefde gestorven. Voor vele mensen blijft de nood groot om ook na de dood nog in verbinding te blijven. Verbindende dingen te kunnen doen. De vraag die zich daarbij aandient is natuurlijk, hoe kan men dat doen? Welke verbindingen zijn dan essentieel? En Anne probeert ook die vraag te beantwoorden. Er is de band, de verbinding met de directe omgeving. Elk rouwproces verloopt in de eerste plaats in onze eigen directe omgeving, van leden van het gezin. De partner, de kinderen, de ouders zijn er allebei betrokken. De onderlinge relaties tussen de leden van het gezin zorgen meestal voor steun in een rouwproces en dat zorgt dan voor die nodige veerkracht, waarover we het daarstraks hadden. Maar soms lukt het toch ook niet altijd en kan het tot spanningen leiden. En dan is het toch ook wel weer belangrijk beroep te doen op een therapeut. Dan moet je hulp zoeken. Daarop vraag ik haar, die verbinding, die nauwe band met de ruime omgeving is dus toch wel heel erg belangrijk. Ja, antwoordt Anne, een warme omgeving, een warme context van betrokkenheid, van begrip en medeleven, dat is echt cruciaal in elk rouwproces voor elke medemens. Zeker om ontgoocheling en eenzaamheid te vermijden, bij wie een geliefde heeft verloren, kunnen familie, vrienden, collega's, buren een cruciale rol spelen en zij moeten zorgen dat er begrip is in gedragenheid en luisteren vooral naar wat er leeft bij diegene die iemand verloren is. Want rouwende mensen verwachten steun, maar ja, ze krijgen ze wel niet altijd. Werkgevers zijn soms heel flexibel voor rouwende collega's, maar er zijn ook werkomstandigheden waarin gewoon geen ruimte is voor rouw. Er zijn gelukkig in onze scholen ook heel wat leerkrachten die creatief omgaan met trouw en met afscheid en verlies en ze werken daarmee over wat die dingen betekenen voor kinderen die bijvoorbeeld ouders of zus of broer zijn verloren. Zij werken daar rond en dat doet heel veel deugd aan de kinderen. En natuurlijk, men moet ook steun krijgen van een vriendengroep. En dan vraag ik haar, er is natuurlijk niet alleen de band, de verbinding met de directe omgeving, met de ruime omgeving, maar er is ook de verbinding met het bestaan. Dat is uiteindelijk een derde, essentiële verbinding. Wat is de zin van het leven dat voor elke mens ooit stopt? Is er nog leven na de dood? Heeft dat alles een betekenis? En daarop antwoordt Anne, het gaat hem hierom. We worden geconfronteerd met de eindigheid van het leven. In een spirituele godzinstig kader kan men daarop antwoorden vinden, maar de directe omgeving, die begripvolle steun geeft, blijft essentieel. Dat is zeker ook gebleken uit wat we tot nog toe gezegd hebben. En de meeste mensen vinden die steun in de eigen directe omgeving. Daar zijn hulpmogelijkheden, rituelen ook, vaak door de godzinst aangereikt, maar soms blijven mensen ook hulpeloos zoeken naar antwoorden. Waarom is mij dit overkomen? Waarom is mijn vader mij ontvallen? Waarom is mijn echtgenoot plots overleden? En dan is het aangewezen om houvast te vinden in een professionele steun. Maar dat is natuurlijk een ander onderwerp, nauw verbonden met wat we hebben besproken, maar dat kan best in een ander podcast aan bod komen. Tot zover het gesprek met Anne en ik dank haar voor de boeiende zoektocht die we zo samen hebben doorgemaakt. Dankjewel, Anne.