Details
Nothing to say, yet
Big christmas sale
Premium Access 35% OFF
Details
Nothing to say, yet
Comment
Nothing to say, yet
Hey, van harte welkom bij weer een nieuwe podcast van Strong For Life. Ik ben er weer, het is eventjes geleden, maar ik heb weer een aantal kandidaten die 10 kilo kwijt zijn, dus is het weer tijd om het podcast op te nemen. En dat gaan we dus vanaf vandaag weer doen. Yes, en vandaag is aangeschoven bij mij Myrthe de Vries. En, hoi Myrthe, wat leuk dat je er bent. Ja, dat ben ik ook. Wel spannend, maar wel zin in. Ja, en nou, vertel jij eens even wat. Je bent inmiddels 10 kilo kwijt. Stel je eens even voor, wie ben je, wat doe je? Ik ben Myrthe en ik woon in Lutten met mijn vriend. En ik ben nu bij Rihanna eigenlijk een poosje bezig inderdaad, ruim 10 kilo kwijt. En eigenlijk heel lekker in mijn vel daardoor ook. Ja, want we zijn eigenlijk in januari met z'n tweeën gestart, hè? Ja, klopt. En, nou ja, hoe is dat een beetje voor jou, wat was de aanleiding? Wat was voor jou de aanleiding om te beginnen, überhaupt? Nou, eigenlijk mijn hele leven lang ben ik eigenlijk al een eeuwige jojo. En vijf jaar geleden heb ik ook een maagverkleining gehad. Toen ben ik 65 kilo ook afgevallen. 65 kilo? Ja, 65 kilo. Dat was ook echt wel nodig. Maar dat ging eigenlijk als een trein. Dus het gaat in een jaar, anderhalf jaar, val je enorm veel af. Nou, dan ga je ook heel anders. Dat werkt ook helemaal door op mijn vel. En je gaat heel anders in je vel zitten daardoor ook. Je voelt je eigenlijk gewoon een nieuw persoon. Echt veel meer dan alleen de buitenkant. Maar ja, daarna ga je op een gegeven moment, na een verloop van tijd, na een paar jaar, dan ga je stabiliseren, noemen ze dat heel mooi. Maar dan kom je ook aan. En ik was, zoals ze dan zeggen, vanuit het ziekenhuis waar ik dan geopereerd ben, bovengemiddeld afgevallen. Dus ze vonden ook dat wat ik aankwam, was allemaal binnen hun lijntjes die ze daar hadden. Ja, want 65 kilo is natuurlijk wel erg veel. Ja, dat klopt. Het is een heel lichaam wat je gewoon verliest. Ja, klopt. Ja. En waar merkte je dat ook aan, hoe je je voelde? Dat je dacht dat je energie minder werd? Voordat ik geopereerd werd, of daarna? Daarna. Nee, juist niet. Er werd alleen maar meer, want ik was gewoon echt heel groot. Ja. Ik had echt heel veel overgewicht. En daarom gingen, denk ik, ook zo snel die 65 kilo. En ik at heel ongezond. Ik zorgde ook echt niet goed voor mezelf. En ja, nee, daarna werd mijn energie eigenlijk alleen maar bezer. En ik werd vrolijker. En het vloog er letterlijk af. Dus ja, dan word je echt wel een beetje te pas van. Maar ook wel, ik heb ook heel lang mezelf nog wel gewoon gezien als de persoon voor die operatie. En voordat ik zo afgevallen was. Dus dat was wel echt, nou ja, letterlijk en figuurlijk mentaal. En aan de buitenkant een transformatie die je daarmee doormaakt. Ja, want je maakt een transformatie door die heel fysiek is. Maar dat mentale stukje moet natuurlijk ook dan meekomen. Ja, nou en dat heeft dan echt wel wat vertraging hoor. Dat komt echt wel hard later. Ja. En ja. Daar zullen heel veel vrouwen zich, die dat ook hebben gehad, die zullen zich daar vast in herkennen. Dat denk ik wel. Maar ik denk iedereen wel. Ook als je nou met of zonder operatie afvalt. Dat iedereen zich in dat mentale stukje wel herkent. Alleen wat het voordeel, maar ook dan weer het nadeel is bij een operatie. Is dat het zo snel gaat, dat je het eigenlijk zelf geen tijd hebt. Omdat je soms wel twee, drie kilo in de week in het begin. En dat is fijn. Maar ja, op een gegeven moment dan zie je jezelf nog steeds als iemand met heel veel overgewicht. Terwijl dat niet meer zo was op een gegeven moment. Dus je hebt echt wel tijd nodig gehad. Om daar ook aan te wennen. Ja, en om jezelf ook wel anders te gaan bekijken in de spiegel. Ja, inderdaad. En met kleding kopen enzo. Dat je dan een grootste mate nog uit het rek pakt. En dat je dan denkt, oh nee, dat kan wel kleiner. In een gegeven moment dan wen je je daar natuurlijk ook wel weer aan. En dat is denk ik op mijn geval ook wel een beetje. Kijk, bij mij ging het heel gemakkelijk. Sommige mensen die merken dat ze daarna sommige dingen niet meer kunnen eten. Of krijgen ergens last van. Ja, ik had dat niet. Dus ik kon eigenlijk alles blijven eten. Alleen gewoon veel minder. Dus ja, je leert bij een operatie, heb je zo'n heel voortraject. Dus dan leer je wel van gezonde keuzes. Alleen omdat ik overal echt wel goed op ging. Was het ook heel makkelijk om mezelf te vullen in plaats van te voeden, zeg maar. Dus dan toch nog met ongezonde dingen. En in het begin doe je dat heel netjes. Want je bent heel bang om te eten. Maar op een gegeven moment word je daar gewoon weer makkelijker in. Want je bent natuurlijk geopereerd. Maar waar het echt wegkomt dat je eet. Ja, is natuurlijk niet aangepakt. Dus dat was bij mij denk ik wel. Als je dan op een gegeven moment gestabiliseerd bent. Zoals ze dat zeggen. Dan kom je een beetje aan. Allemaal wat normaal is. Alleen, ja ik voelde mij daar zelf voor niet prettig bij. Omdat je dan. Ik dacht van ja weet je. Ik kan wel binnen de lijnen zijn. Alleen als ik zo door ga. Ja, ik kan niet nog een keer. Weet je. Die maagverkleiding was voor mij het eindstation. En ik kan niet opnieuw. Dus ik had wel zoiets van ja. Het is wel vijf voor twaalf. Het moet nu wel wat gaan doen. Want anders heb ik het straks allemaal voor niks gedaan. Iedereen die die operatie doet. Of die gaat afvallen. Dat weet ik zeker. Die zegt. Het komt er nooit meer aan. Het komt nooit meer terug. Ja, weet je. Heb ik ook gezegd. Het was ook gelukkig niet zo ver. Alleen ik had op een gegeven moment wel zoiets van ja. Hier voel ik mij gewoon niet meer prettig. En niet meer happy bij. Dus ik moet wat doen. Nou ja. En toen dacht ik van ja. Iemand anders gaat die keuze niet voor mij maken. En ik heb daar wel last van. Dus toen ben ik wel. Maar zo ben ik bij jou terecht gekomen eigenlijk. Ja. En is dat dan ook niet. Dat dat zeg maar. Je hebt ervaren hoe het is. Om te zaakjeslang te zijn. Dus je weet ook. Hoe het. Misschien. Dat is misschien voor mensen. Die overgewicht hebben. En hun hele leven lang al. Die hebben ook nooit ervaren. Hoe het is. Om dan. Dat gewicht kwijt te zijn. Dus die zijn het soort van gewend. Ja. Nou dat denk ik zeker. Want ik weet gewoon. Toen ik zeg maar. Op mijn. Nou ja. Dikst was voor de maagverkleiding. Zeg maar. Toen durfde ik. Ik ging niet graag de deur uit. Ik ging niet graag naar feestjes. Ik was echt. Echt heel erg op mezelf. En. Als ik ergens naar een terras ging. Dacht ik. O pas ik wel in die stoel. En als ik. Dus heel erg overal over nadenken. En ik denk voor mezelf. Altijd al vooral. Al honderd keer over na. Maar dan mocht meer. En. Toen ik dus. Inderdaad. Slanker was. Toen had ik ook. Dat ik overal. Dat het leven werd ook gewoon echt leuker. En dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is. Dat is.