Home Page
cover of afl 12 co en zelfregulatie
afl 12 co en zelfregulatie

afl 12 co en zelfregulatie

00:00-13:18

Hé! Jij doet mij na! Of hoe co regulatie en zelfregulatie werkt. In deze podcast hoor je meer over de valkuilen maar ook hoe je co regulatie kan inzetten om anderen rond je te helpen zichzelf te reguleren.

14
Plays
0
Downloads
0
Shares

Transcription

This podcast discusses the topics of self-regulation and co-regulation in relation to sensory processing. Self-regulation refers to the ability to manage one's attention, behavior, motivation, and emotions to achieve personal goals or adapt to the environment. It can involve activities like crying, playing games, or exercising. Self-regulation is divided into active and passive self-regulation, with some individuals needing external support to regulate themselves. Co-regulation, on the other hand, involves a caregiver or another person helping a child regulate their nervous system. It is important for adults to model self-regulation and problem-solving for children. Strategies for self-regulation include understanding sensory needs, making environmental adjustments, and using calming techniques. It is also important to recognize the role of mirror neurons, which can cause individuals to mirror the emotions of others. Overall, self-regulation and co-regulation are ongoing processes that Hallo. Leuk dat je luistert naar deze podcast, waarin ik je meeneem in de wondere wereld van zenuwstelsel, zenuwtuigen, prikkels, zenuwbanen, synapse, over- en onderprikkeling en dat allemaal over water met de pittige zout die ouderstraf noemt. Ik ben Lien, doula, draagconsultante, maar bovenal ergotherapeut van het hart, intuïtie en wetenschap. Ik ben happily married met Tom, de mannen van drie jongens en dat waren zevenslange leraars. En al die kennis wil ik graag met jullie delen. Welkom bij Prikkels en Dragen de podcast. Goedemorgen. Tijd voor een nieuwe podcast. Vandaag over het onderwerp dat ik de laatste tijd heel veel voorbij zie komen op sociale media, namelijk zelfregulatie en co-regulatie. Wat hebben die twee nu eigenlijk te maken met prikkelverwerking? Nou, ik ga u dat een keer uitleggen. Zelfregulatie is een woord dat ik al veel gebruikt heb in deze podcast. Met zelfregulatie wordt het vermogen bedoeld waarmee iemand zijn of haar aandacht, gedrag, motivatie en emotie kan inzetten om een bepaald persoonlijk doel te bereiken of zich aan zijn of haar omgeving aan te passen. Veel woorden om eigenlijk te zeggen, alles wat we doen om ons goed te voelen en ons zenuwstelsel uit te balanceren. Voor baby'tjes kan dat wenen zijn, voor peuters honderd keer hetzelfde spelletje spelen en voor volwassenen drie keer per week vijf kilometer gaan lopen. Binnen SI wordt zelfregulatie nog een keer opgedeeld in twee groepen. De actieve zelfregulatie en de passieve zelfregulatie. Toeschouwers en sensors hebben een passieve zelfregulatie. Dat wil zeggen dat ze niet zelf tot zelfregulatie kunnen komen, want ze daar eigenlijk andere dingen voor nodig hebben, andere mensen of een extern controle gestructureerde dag om tot zelfregulatie te komen. Ze kunnen dat niet zelf bij zichzelf creëren. Vermijders en zoekers aan de andere kant, die hebben een actieve zelfregulatie. Zij gaan wel zelf actief op zoek naar manieren om zichzelf te reguleren. Of ze nu oké zijn voor hun omgeving of niet. Een uitpasting kan een actieve zelfregulatie strategie zijn. Zijn we daar blij mee als dat elke uur gebeurt? Nee, natuurlijk niet. Verwacht ook niet dat je kleuter zichzelf al kan reguleren. En al zeker niet de extreme emoties zoals verdriet en boede. Rond vijf, zes, zeven jaar moet die basis wel gelegd zijn. Maar die wordt dan verder uitgediept tijdens de lagere schoolperiode. Die wordt verder gefinetuned. Pas tegen twaalf, dertien jaar zou die helemaal ontwikkeld moeten zijn. En dan komt de puberteit. Tips om jezelf te reguleren of je kindje te helpen zichzelf te reguleren. Bekijk eens wat de treeëft zijn bij een ongepaste reactie. Bijvoorbeeld een kind dat schopt, slaagt, bijt of als anderen te dichtbij komen of een onverwachts aanraakt. Zodra je die kent, kan je je daarop voorbereiden en uitzoeken hoe je hem best begeleidt in zo'n situatie. Je gaat dan in verbinding en spreekt van daaruit. Bijvoorbeeld als je kind vaak uitbarst door iets heel spannend. Bijvoorbeeld als je kind je vaak uitbarst door iets heel spannend te vinden en je merkt dat aan zijn houding, aan lichaamstaal, dan kan je op een moment voordat die lichaamstaal begint te veranderen of aan de start daarvan, op een hele rustige manier beginnen uitleggen wat er gaat gebeuren, hoe dat de situatie gaat lopen, wat je weet, waar je kan op voorbereiden. Je spreekt dan ook af wat je gaat doen als je die houding ziet. Na een tijdje zal het kindje er wel zelfstandig mee kunnen leren omgaan en zo ga je van co-regulatie naar zelfregulatie. Laat kinderen ook zien hoe je zelf reageert en hoe je problemen oplost. Kinderen leren van het kijken naar volwassenen en van met hen in interactie te gaan. Durf dan ook te laten zien hoe je zelf met fouten omgaat. Ook hiervan kunnen ze leren. Onze kinderen leren door ons te zien doen. Laat ook je eigen emoties zien. Het is oké dat kinderen zien wenen, maar leg nadien altijd uit waarom en hoe je er zelf mee bent omgegaan. Neem sensorische strategieën aan. Door inzicht te hebben in een kind zijn sensorische noden, kan je hem strategieën aanbieden om hun potje te vullen. Als een kind bijvoorbeeld regelmatig beweging nodig heeft bij het huiswerk maken, laat je dan na een rij oefeningen maken, bijvoorbeeld een keer springen. Als het lichaam krijgt wat het nodig heeft, dan creëer je eigenlijk de mentale ruimte om na te denken, om te plannen, om creatief te kunnen zijn. Alsaf het voorgaande nog niet voldoende is, dan kan je ook beginnen met de omgeving aan te passen. Afhankelijk van zijn dagelijk profiel kan de omgeving soms wel heel overweldigend zijn, of afleidend zelfs. Als een kind snel is afgeleid door wat het ziet, dan kan je zorgen voor rustige muren en zo weinig mogelijk mensen om het heden in hun omgeving die bewegen. Is je kind snel afgeleid door geluid, dan kan je zorgen dat er minder geluid is, of dat het geluid overstemd wordt door bijvoorbeeld herkenbare muziek of een hoofdtelefoon die ze opzetten. Ik heb het daar juist net aangehaald, kinderen leren zelfregulatie door co-regulatie. Een babytje wordt eerst geholpen via co-regulatie met een ouder of een jonger zorgende, die gaat daardoor leren om over te stappen naar manieren om zichzelf te reguleren. Co-regulatie is een heel ander verhaal dan zelfregulatie. Co-regulatie vertrekt, zoals ik daar juist al zei, vanuit een persoon, een ouder, een andere volwassene, maar evengoed, een ander kindje. Co-regulatie is een proces waarbij een primaire opvoeder, of een andere persoon, waar het kind een warme relatie mee heeft, het kindje ondersteunt bij het reguleren van het zenuwstelsel. Het gaat om het moment waar wij als volwassenen interveneren door ons kalme zenuwstelsel in te zetten om het kind te helpen zijn gedisreguleerd zenuwstelsel te kalmeren of te reguleren. Ook weer een hele zware zin waarmee gezegd wordt, als wij als volwassenen rustig zijn en we stralen dat uit, ons zenuwstelsel is in balans, is kalm, dan kunnen wij door de vaart dat we uitstralen onze kinderen helpen te kalmeren en te reguleren. Co-regulatie blijft heel je leven wel een dingetje. Heb je gevoelige spiegelneuronen, dan blijf je emoties van anderen overnemen, ervaren, word je er ook in meegesleept, zoals ook kleinere kinderen dit doen. Spiegelneuronen zijn neuronen die actief of actiever worden wanneer je waarneemt wat iemand anders doet, op dezelfde plek in de hersenen als bij diegene die de actie uitvoert. Dat is al mega cool. Een actie kan aanslaan op bewegen of spreken, maar ook op wat iemand voelt of zelfs emotioneel ervaart. Heb je ook al gemerkt dat iemand meegeeft als er iemand anders geeft, of dat het superstil is tijdens een presentatie tot er één iemand hoest? Dat zijn onze spiegelneuronen die heel de boel kapen. En ze doen dat niet alleen met gedrag, maar ook met emoties. Ik neem je even mee door een aantal voorbeeldjes. Je baby weent al heel de tijd. Je hebt echt alles geprobeerd, maar niks helpt. Je bent echt een einderaad, helemaal opgespannen, je implantatie ligt hoger dan nogmaals, je bewegingen zijn hoekrust, je weent bijna mee. En dan neemt er een andere belossene over. Iemand die naar binnen wandelt en nog helemaal ontspannen is. En wat gebeurt er? De baby wordt rustig. Waarom? Je baby kan zichzelf niet reguleren en neemt dus de emoties van de veilige persoon over. En dat ben jij, die het effe helemaal niet meer weet. Je stresseert geraakt van het gehuil dat door merg en been gaat en onrustig wordt, want er is zeker iets mis. Tweede voorbeeldje. Je gaat naar de winkel met je kleuter. Nog snel naar school, want je moet ook nog zes gaan halen van de crash en nog eten maken en dan moet je nog gaan sporten. Voel je de spanning? Ik wel. En die vermoeide, geprikkelde kleuter ook. En dan komen we aan de snoepjes aan de kast. Er komt een neen om de vraag, maak een snoepje en wat doet je kleuter? Ja de spanning, bij die neen en die vermoeidheid gooien, je boodschap over de verkeerd gelopen planning daar nog een keer overheen gooien en op de grond gaan liggen. Komt er geen tikniks meer maken zeker? Jij wordt boos, want de planning. Gevolg? Coregulatie, spiegelneuronen, die schieten nog meer in actie en je anders zolzalige kleuter, daar is geen land meer te bezeilen. Goed. Ook volwassenen zijn gevoelig aan coregulatie. Je komt vrolijk toe op je werk, je hebt er zin in. Je werkt in een bedrijf met flexibuos, dus je kiest een plekje in de buurt van je favoriete collega. En die collega, die krijgt de ene vervelende telefoon na de ander. Uiteraard praten jullie tegen elkaar en na een tijdje merk je dat het leuke gemotiveerde gevoel waar je mee binnenkwam, helemaal weg is. Gereguleerd door het boze gevoel van de collega. Wat kan je nu gaan doen bij coregulatie? Het is heel belangrijk dat je je eigen emoties herkent en weet hoe hard je ook probeert je ze toch uitstraalt. Het is dus belangrijk om je eigen zenuwstelsel te kunnen reguleren. Pauzeer even, een paar seconden. Herken je emoties? Gebruik ademhalingstechnieken, gebruik positieve affirmaties, beoefen mindfulness of laat iemand anders helpen om je te reguleren. Een andere volwassene die je zenuwstelsel coreguleert. Vervolgens moeten we de signalen van het kind effectief lezen en gaan reageren op hun onderwinge behoeften. Warmte, steun en onverwaarlijke zorg zijn daarbij sleutelwoorden. Het is een proces van van en opstaan en we zullen en hoeven het ook niet altijd goed te doen. Dat online is dat er een warme zorgzame relatie is waar een kind op kan vertrouwen en waar het zich veilig kan voelen. Vervolgens kunnen zelfregulerende vaardigheden worden gecoacht door middel van coregulatie. Niet alle kinderen hebben dezelfde soort van coregulerende ondersteuning nodig. Dat hangt allemaal af van leeftijd, temperament, algemene ontwikkeling, omgevingsfactoren, om er maar een paar te noemen. En kinderen van volwassenen vol emoties opdragen om te kalmeren helpt in ieder geval niet. Ze krijgen het gevoel dat hun grote emoties er niet mogen zijn en dat werkt als olie op het vuur. Het woord kalmeren betekent niks voor hen op deze moment. Het reptiele brein heeft overgenomen en dat is er eentje van doen en niet van denken. Kinderen weten sowieso nog niet hoe ze moeten kalmeren, dus het woord kalmeren nu een keer zal hen alleen nog maar meer verstreden. Let in de plaats daarvan de was eerder genoemd op je eigen staal. Ben jij zelf kalm? Ben jij gereguleerd? Verlaag jezelf naar dezelfde ooghoogte als je kindje en gebruik een lage, kalme stem. Probeer langzaam en diep te ademen. Verlaag je tempo en toon een open en uitnodigende, ontspannen lichaamshouding. Focus op verbinding en probeer om weg te blijven van overvuldig praten en redeneren, bij uitzondering van wellicht een paar kalmerende woorden. Natuurlijk zijn er een aantal voorwaarden waaraan voldaan moet worden om überhaupt maar tot zelfregulatie te kunnen komen. Je moet geleerd hebben om gevoelens waar te nemen. Je interoceptie moet op punt staan. Je moet een taal ontwikkeld hebben om woorden te geven aan het gevoel en om gedachten en gevoelens af te bakenen, bijvoorbeeld, ah, ik vind dit wel heel spannend. Je moet ook geleerd hebben om met dat gevoel om te gaan door verschillende acties en zintuigen in te zetten. Bij kinderen is dat heel vaak door perceptie. Je moet het vertrouwen opgebouwd hebben, dat je kan vertrouwen op mensen om je heen en als dat nodig is, dat je ook hulp kan vragen, dat co-regulatie gewoon wel mag. Zo, dat was het voor vandaag. Fijn dat je luisterde en tot volgende keer! Dankjewel dat je luisterde naar deze aflevering van Prikkels en Dragen, de podcast. Vragen of reacties mag je steeds laten weten via de website www.prikkelsandragen.com of via de socials. Ken je iemand die baat zou hebben bij het luisteren van de podcast? Deel hem dan zeker! Doei en tot volgende week!

Listen Next

Other Creators