Details
Nothing to say, yet
Big christmas sale
Premium Access 35% OFF
Details
Nothing to say, yet
Comment
Nothing to say, yet
Fikrat, a 25-year-old boy who fled from Iraq to Belgium, shares his experience of learning the Dutch language. He mentions that there are no similarities between his native language (Arabic and Turkish) and Dutch, making it difficult for him to learn. The most challenging aspect for him is the use of articles. Fikrat learned Dutch formally in school and informally through watching cartoons and TV shows with Dutch subtitles. He emphasizes the importance of not being afraid to make mistakes and receiving feedback in a positive manner. Fikrat suggests practicing the language with native speakers and immersing oneself in Dutch-speaking environments. He also advises reading books and watching children's programs to improve language skills. Fikrat did not feel discouraged by feedback and sees it as an opportunity to learn. He encourages others to practice and use the language as much as possible. In the second episode, Fikrat discusses whether he feels judged for language mistakes and gramma Ja, ik moet toch zeggen dat ik werk, ja. Oké. Hallo iedereen en welkom bij de eerste aflevering van de podcast Diversiteit. Tijdens deze eerste aflevering gaan wij het hebben over het verhaal van Fikrat, een jongen van 25 jaar die van Irak naar België vluchtte en hier dus over de taal moest leren. Fikrat, wat zeg je graag nog over jezelf? Ja, dus mijn naam is Fikrat, ik ben 25. Ik ben hier al sinds mijn achtste, dus ik heb bijna zo goed als heel het lager meegedaan en dan ook mijn secundair onderwijs gedaan en uiteindelijk ook mijn bachelor behaald. Dus ja, dat ben ik. Oké. Is het voor jou oké om nu verder te gaan naar het taalaspect? Of zijn er graag nog andere dingen die je eerder wilde spreken? Nee, het taalaspect is allemaal goed. Oké. Ik vroeg me af of er eigenlijk een groot verschil was tussen je eigen taal en het Nederlands of dat er ook wel gelijkenissen waren die het voor jou misschien makkelijker maakten om de Nederlands taal te leren. Nee, eigenlijk totaal niet, want mijn moedertaal is eigenlijk afgestemd van het Arabische en de Turkse taal, dus op zich, geen enkele taal heeft iets van de gelijkenissen. Dus het was heel moeilijk, op zich wel. En wat vond je dan eigenlijk het moeilijkste, of vind je nog steeds het moeilijkste aan het Nederlands? Het moeilijkste tot nu toe, en het zal altijd wel moeilijk blijven voor mij, zijn de lidwoorden. Ja, de lidwoorden zijn eigenlijk... Het is omdat je vooral het gevoel voor taal hebt nodig en als het niet je moedertaal is, dan kun je je wel af en toe vergissen, zoals ik dat dagelijks wel doe. Maar we leren ervan uit, dus van de collega's en van de vrienden, dat is het belangrijkste. Inderdaad. En zijn er nog andere zaken die je moeilijk vindt, of zijn dat eigenlijk enkel de lidwoorden? Om heel eerlijk te zijn, momenteel alleen lidwoorden, want voor de rest, ja... Ik ben dagelijks Nederlands aan het spreken met de collega's en de klanten. Dus op zich, buiten dat, voor mij is dat wel het enige dat het moeilijk maakt. Merk jij ook een verschil tussen geschreven en gesproken Nederlands, zowel tijdens de leerklasse als nu? Ja. Ik merk dat vooral tijdens het schrijven niet echt het denkwijzen is. Je schrijft... Het is meer op een leeswijze, en daar heb ik het altijd het moeilijk mee, want ik denk wat ik schrijf, en omgekeerd ook. Dus dat vind ik ook wel een van de moeilijke aspecten. En heb je Nederlands al formeel geleerd, zoals op school, of ook informeel? Zijn er bijvoorbeeld bepaalde programma's, films of muziek die je gebruikt hebt om je taalveiligheid te verbeteren? Eigenlijk sinds mijn eerste dag op school kreeg ik al zo'n boekje, waar je in het eerste leerjaar moet leren schrijven van die makkelijke woorden zoals roos, boom, vis, met een brentje erbij zat. Dat heb ik al van dag één meegekregen, maar wat ik en mijn broer samen deden, we keken vooral naar cartoons, om dan ook ons Nederlands een beetje te verbeteren. En ook naar bijvoorbeeld Disney Channel of Nickelodeon, waar ze Engels spraken, maar wel ondertiteling Nederlands stond. Dan kon je al zien, oké, we lezen wat ze zeiden, en we keken ook naar de beelden om te zien, oké, wat gebeurt er, en wat wordt er gezegd. En dat verband legden we toe. Oké, dus je geeft aan dat ook informele zaken je wel zekers kunnen motiveren om verder te gaan met het taalaspect. Heb je dan ook gemerkt dat het hebben van Nederlandstalige vrienden of het deelnemen aan sociale activiteiten daar ook aan kan bijdragen, of was dat voor jou niet zo'n belangrijk aspect? Jawel, want daar leer je eigenlijk ook heel veel. Ik heb altijd wel gevoetbald, dus in mijn team had ik ook wel heel vriendelijke ouders en ook spelers die mij wel ook bij alles meehelpen en dergelijke. Dus dat was wel altijd een pluspuntje, en ook tijdens de speeltijden werd ik ook altijd wel geholpen. Oké, zoals ik hoorde heb je dus wel een drukke agenda. Was er dan ook nog voldoende tijd voor zelfstudie, of deel je daar eigenlijk niet mee bezig, en was je enkel in de klas bezig met het Nederlands? Ja, eigenlijk in mijn vrije tijd keek ik dan naar tv, en dat was vooral Nederlandstalige zenders. En ik keek vooral naar cartoons om het Nederlands te verbeteren. Oké, je had eerder al aangegeven dat het soms dan heel zwaartrijk is, ook omdat jouw moederstaal en je Nederlandsstaal niet veel gelijkenissen hebben. Zijn er dan geen momenten geweest in je leerproces dat heel frustrerend of ontmoedigend waren, of misschien niet de beste ondersteuning van leerkrachten ofzo? Ja, want als ik mij niet vergis, in mijn vierde of vijfde leerjaar kreeg ik opeens geen ondersteuning, dus dan moest ik ook alle dicteeën en leesoefeningen met de klas meedoen. Maar op het taalgebied was ik nog niet zo sterk, dus toen had ik niet echt goede punten. Maar na de tijd kreeg ik wel een extra ondersteuning, en toen verpijdde dat wel. Dus het was ontmoedigend. Maar ja, dat zou eigenlijk niet mogen, dat je jezelf moet aangeven voor extra ondersteuning. Nee, eigenlijk niet. Ja, dat is natuurlijk heel jammer. Heb je ook bepaalde doelen voor jezelf gesteld? Of was je gewoon covid afzalig, en we zullen wel zien waar dat uiteindelijk gaat? Nee, wat ik altijd graag heb gedaan, en nog altijd doe, is lezen. Ik denk van het vijfde leerjaar ben ik boeken beginnen te lezen, zoals voetbalgolden, de biografie van een voetballer en dergelijke. En in het middelbaar ben ik ook, toen was ik wel mee gestopt, maar uiteindelijk na het vijfde, het zesde middelbaar ben ik dan weer beginnen te lezen, zowel in het Engels als in het Nederlands. Oké. Zijn er dan ook misschien tips dat je kan geven aan anderen? Ja, mensen, dat moet ik helemaal vertalen, maar is niet helemaal de eerste. Op basis van je eigen ervaringen, programma's of apps, of andere zaken? Ja, ik zou zeggen vooral durven. Durf fouten te maken, want daar leer je het meest uit eigenlijk. En vooral als iemand jou op een goede manier verbetert en niet jou uitlacht, want dat is ook wel een groot probleem. En wat ik ook zou aanraden om te doen, is kijk naar kinderprogramma's, want daar leer je ook heel veel uit. Qua alfabet en makkelijke woorden, maar ook getallen en dergelijke, dus daar staat heel veel informatie op. Je gaf dus aan dat het heel belangrijk is de manier waarop je feedback geeft, en wat is dan voor jou de juiste manier die hielp? Vooral als ik bijvoorbeeld met mijn lidwoorden een fout had of een acteur, dan werd er wel gezegd waarom dat het zo is en niet dat is. En dat blijft wel bij je. Je neemt het mee naar je volgende gesprekken, zou ik zeggen, met je vrienden en dergelijke. En kan die feedback dan soms niet ontmoedigend binnenkomen, of maak jij dat niet op? Nee, voor mij niet echt. Want elk feedback is welkom, zelfs tot nu op heden, wordt nog altijd soms gecorrigeerd. Maar ik vind dat niet erg, want zo leer je het alleen maar, van fouten leer je het. Dus ik ben daar wel content om, omdat mensen toch durven, momenteel, tegenwoordig, je te leren verbeteren en je bij te helpen. Dus ik zie het als op een positieve manier in plaats van een negatieve manier. Het is wel fijn dat je met zo'n positieve kijk kan kijken naar het advies van mensen. Dan zou ik om af te sluiten jou graag nog één vraag willen stellen, en dat is, wat zou je adviseren aan iemand die net begint met het leren van Nederland? En zijn er misschien betaalde valkuilen waarvoor je zou willen waarschuwen? Dat is een goeie. Ik zou zeggen, let goed op en zorg dat je, ik zou zeggen, Vlaamse vrienden hebt om mee te oefenen. Durf te oefenen, ga naar de winkel en doe een babbeltje hier en daar, om toch wel wat je taal te verbeteren. Want een taal verleer je alleen door het niet te gebruiken of niet te oefenen. Dus zoveel mogelijk oefenen. En van valkuilen, ik zou zeggen, hou het gewoon zoveel mogelijk bij. Zorg dat je ermee bezig bent, zowel lezen, schrijven en dergelijke. En is het dan vooral fijn om dat in een informele setting te leren? Want in een school lijkt me dat niet altijd even gemakkelijk. Dat maakt niet uit. Ik denk dat dat van persoon tot persoon hangt. Heb jij nog vragen voor mij? Nee, ja. Oké, dan wil ik jou heel erg bedanken om mee te werken aan de eerste aflevering van onze podcast. Graag gedaan. Dankjewel. Oké, we gaan nu beginnen aan de tweede aflevering. Allee, ik heb de intro niet ingespreken, dus dat moet ik nu niet doen. Dat is maar bij de tweede aflevering. Hallo iedereen en welkom bij de tweede aflevering van de podcast Diversiteit. Tijdens deze tweede aflevering gaan wij het hebben over het verhaal van Fikrat, maar deze keer niet over hoe het is om Nederlands te leren, maar of hij soms merkt dat hij nog beoordeeld wordt op taalfoutjes of op vervoeringsfoutjes. Fikrat is een jongen van 25 jaar die van Irak naar België vlucht, en hij doet ook betaalende kleren. Hallo Fikrat, vertel jij graag nog iets over jezelf of over... Nee, knip knip knip. Hallo Fikrat, vertel jij graag nog iets over jezelf of wil je al graag een intro geven op basis van wat ik gezegd heb? Je hebt eigenlijk al alles gezegd, maar we zullen denk ik gewoon verder doen als dat oké is. Oké, dat is geen enkel probleem. We gaan direct misschien wel met een redelijk confronterende vraag beginnen, als u dat niet ziet zitten om daarop te antwoorden. Hebben wij daar ook alle respect voor? Ik voel u zeker niet verplicht. Nee, nee, shoot maar. Wij vroegen ons af of u soms het gevoel heeft dat u wordt beoordeeld op taalfoutjes of op vervoeringsfoutjes. Of u wordt beoordeeld op een fout gevoerd, of op een zinsconstructie die misschien niet helemaal klopt door anderen. Of u dat al heeft gemerkt? Het kan wel goed zijn dat ik werd beoordeeld, maar om heel eerlijk te zijn, ik heb dat zelfs nog niet echt gemerkt. Maar natuurlijk, ik denk dat ik dat wel dagelijks meemaak. Je moet ja zeggen. Je moet ja zeggen. Dus niet knip, knip? Dus niet knip, knip. Knip, knip? Je mocht mijn stuk houden, en Victor had zijn stuk niet geknipt. Dus wacht hè? We gaan direct in het heus vallen met de eerste vraag. Heb je soms het gevoel dat je wordt beoordeeld op vervoeringsfoutjes of op vervoeringsconstructies? Dus ik moet ja zeggen? Ja. Anders gaan heel onze stuks weg. Serieus? Ja. Oké. Knip, knip, knip, knip, knip, knip, knip. Knip maar heel wat. Je mocht antwoorden. Omdat ik mij... Knip, knip, knip, knip. Het zal heel geknipt worden. Heb je soms het gevoel dat je wordt beoordeeld op bijvoorbeeld een fout of een constructie of het foute gevoelen van het lippenhoofd? Ja, dat wel. Jammer genoeg best ook wel veel. Vooral met mijn lidwoorden. Maar dat is ook gewoon... Ik hoop het toch om mij te verbeteren en mij niet om uit te lachen. Maar ik word wel goed geholpen door mijn vrienden en ook zowel vrienden als collega's die daar niet echt veel een probleem van maken. Maar ja, uiteindelijk toch wel af en toe dat ze jou zo van raar aankijken. Oké, wat zeg je nu? Hoezo maak je zo'n fout na zoveel jaar hier gewoond te hebben? En hoe voel je jou dan als je zo'n reacties krijgt van mensen? Want het lijkt me toch niet fijn omdat je zeker wel je best doet om de Nederlandse taal te spreken. En dat het dan niet fijn is om daarop oordeeld te worden omdat het niet 100% perfect is. Het voelt niet natuurlijk heel goed, maar... Ik geef zo ook niet... Ik voel mij dan, zou ik het zeggen, meer zo van... Kijk, je apprecieert het niet dat iemand uit het buitenland komt en jullie taal leert kennen. Dus in plaats van dan te helpen of bij te sturen, dat ze dan zo'n gezichtsuitdrukking maken of je een beetje uitlachen. Dat is wel natuurlijk niet altijd fijn. En dan soms heb ik het gevoel van, ja kijk, als ze mij dan toch uitlachen of grapjes gaan maken, dan hoeft het voor mij ook niet. Ik ken genoeg andere talen om verder op in te gaan. En merkt u dan een verschil als je die opmerkingen of negatieve reacties krijgt in het begin van je proces, waarin je het Nederlands taal gaat leren. En dan bijvoorbeeld nu, wanneer je de taal al wat beter beheerst. Heeft dat een andere invloed op je? Maakt dat je onzekerder of is dat eigenlijk geen verschil? Ik zou zeggen niet echt onzekerder, maar het is natuurlijk niet echt fijn. In het begin maakte mij dat eigenlijk niet veel uit, want ik was toch in mijn leerproces en dacht, ik kan hier fouten maken en daar leer ik uit. Maar nu, als ik dan op mijn werk een taalfout maak, dan is dat natuurlijk wel anders, want het is heel formeel. En je moet ook wel natuurlijk je zinsbouw en grammatica en gewoon heel het taalkennis en proces moet wel in orde zijn. Anders gaan ze wel denken, oké kijk, ik zit hier met een geen Nederlands talige persoon, dus dat is wel confronterend. Dus kan ik dan concluderen dat het formele moment, zoals een sollicitatie of een schoolpresentatie, het moeilijkste is om je op die moment het bewust te doen voeden van, een foute indruk natuurlijk, maar van, ik moet hier meer mijn best gaan doen. Ja, dat heb ik eigenlijk ook wel persoonlijk meegemaakt tijdens mijn zoektocht naar een stageplaats, wat eigenlijk ook volledig in het Engels moest zijn, maar ik had mijn cv in het Nederlands geschreven en ik kreeg als feedback van het bedrijf dat mijn cv niet goed in elkaar zat. En dat het gewoon niet klopt qua zinsopbouw en dergelijke, dus dat vond ik wel van, weet je wat, dan hoeft het ook voor mij niet. In plaats van mij te helpen of te bij te sturen, van kijk, je moet het zo doen, gaan ze je direct afbreken. Dus ja, dat merk je wel dagelijks ook. En had ik u dan met het voorbeeld gehad van die feedback op uw cv, hoe zou die organisatie dat dan op een positieve manier voor u hebben kunnen doen? Want in de volgende aflevering ga ik u aan om die feedback wel graag te krijgen, maar natuurlijk op de juiste manier. Ze hadden het wel kunnen zeggen, maar kijk, we vinden het jammer, maar we zoeken niemand bij het voorbeeld. Maar als ze jou gaan afkraken van, en afbreken van, kijk, je cv is al niet goed, dus je wordt niet aangenomen. Dat ze mij wat tips zouden geven, van kijk, we vinden het jammer, maar dat ze dan zouden zeggen, maar kijk, je past niet in ons, klaartje of in ons team, maar we zouden je wel graag wat tips geven om je cv te verteden. En dat zou ik wel veel beter vinden dan dat je gewoon aan het telefoon zegt, ja nee kijk, je cv is niet goed, boven maar af. Zijn dat dan ook echt situaties waarin dat je buitengevloten of onwil van dat taalbeheer bent? Ja, want ik ben ook wel op veel sollicitaties geweest waar ze eigenlijk gewoon tot op het einde zeiden, ja nee kijk, je past er niet in, onwil van een paar puntjes. Van ja kijk, we zoeken niet echt iemand, of wij hebben iemand al gevonden, maar Dark heeft al een verduidelijking van kijk, dat ze je niet willen, onwille van een aantal punten, een taal kan iets zijn, maar achternaam kan ook iets zijn, en huidskleur kan jammer genoeg ook iets zijn. Dus daarmee. Ja, dat is inderdaad echt heel spijtig. Oké, vanaf hier. Het is natuurlijk heel jammer, want het is natuurlijk ook heel spijtig, dat je zo'n taalbeheer hebt. Ja, dat is inderdaad heel spijtig. Ja, dat is inderdaad heel spijtig. Ja, dat is inderdaad heel spijtig. Ja, dat is inderdaad heel spijtig. Ja, dat is inderdaad heel spijtig. Ja, dat is inderdaad heel spijtig. Ja, dat is inderdaad heel spijtig. Ja, dat is inderdaad heel spijtig. Ja, dat is inderdaad heel spijtig. Oké, vanaf hier. Het is natuurlijk heel jammer om daarop geoordeeld te worden, ook omdat dat aspecten zijn waar je zelf niet altijd heel veel aandeel in hebt. Hebben zo'n uitspraken dan een effect op hoe jij jou voelt? Om meer dan te praten, dat je je minder op je gemak voelt? Of dat dat voor jou zoiets is van, ik doe mijn best en dat wordt niet geapprecieerd? Op zich niet echt. Ik blijf gewoon doorpraten. Als ze het niet leuk vinden, dan is dat niet mijn probleem. Dan zeg ik altijd, zij moeten het maar accepteren. En zoals ik al zei, in plaats van af te breken of af te kraken, dat ze tips en advies zouden geven om mijn taal dan te verbeteren. Dus ja, op zich. Zo'n dingen boeien mij niet echt veel. En dat is mijn punt dat ik mij daar altijd heb achtergezet. Ja, fouten worden natuurlijk gemaakt, want het is ook een leerproces. En zeker niet het gemakkelijkste leerproces. Hoe belangrijk vind jij het eigenlijk om fouten te maken? Om te zeggen vaak in een leerproces, dat door de fouten te maken, je eigenlijk het beste leert. Dat is correct. Want door geen fouten te maken, ga je ook niet het beste. Je leert altijd zonder fouten. Maar als je fouten maakt, dan leer je het beter. Zoals ze zeggen, een edel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen. Dus ik zou zeggen, durf fouten te maken en durf er ook uit te leren. Dat is het belangrijkste punt uit een leerproces. Dan heb ik toch ook nog een, vind ik wel, zeer belangrijke vraag. Heb je het gevoel gehad dat je identiteit veranderd is, naarmate je eigenlijk meer Nederlands begon te spreken en minder je moedertaal begon te spreken? Of is dat dan altijd ongeveer gelijk, of spreek je dan altijd meer je moedertaal? Ik zou zeggen, het is 50-50. Bijvoorbeeld, ja, ik ben zowel thuis als op werk en ik ga ook wel eens weg met kameraden. Maar, natuurlijk met mijn ouders spreek ik wel altijd Koerdisch. Het kan wel eens zijn dat ik een woord in Koerdisch niet ken en dat ik het dan wel in Nederlands zeg of omgekeerd hoor. Dus het is wel een mix van de twee thuis, maar met mijn broers hetzelfde. Dus het is gewoon van het gevoel van, oké, wat klinkt het best in welk taal en dan zo gaan we altijd verder. Maar op zich, bij mij is dat wel een 50-50. Ik behoud wel altijd mijn cultuur en ook de manier van mijn moedertaal. Het is wel natuurlijk niet heel goed, want als ik naar Irak ga, dan word ik daar letterlijk ook uitgelachen omdat mijn Koerdisch niet zo goed is. Dus het is eigenlijk langs beide kanten dat ik het meemaak. En wat doet dat dan bij jou, om eigenlijk van je moedertaal te horen dat je het niet meer zo goed beheerst? Want dan moet het ook niet gemakkelijk zijn. Nee, knip, knip, knip, knip, knip. Ik ga de vraag anders stellen. Oké, cool. En hoe voelt het dan om die opmerkingen te krijgen in je moederland eigenlijk, je geboorteland? En over je moedertaal, vind je dat moeilijker om te krijgen, die opmerkingen, dan het Nederlands? Of maakt dat geen verschil voor jou? Nee, dat maakt eigenlijk geen verschil. Het is wel normaal, want ik woon hier al sinds mijn achtste, dus dat is iets van zeventien jaar. Het is normaal dat mijn moedertaal ook achteruit op is gegaan. Ik volg ook geen school in mijn moedertaal. Dus ik vind het totaal normaal wel. Dus op zich maakt het me allemaal niet zo moeilijk. Dus op zich maakt het me allemaal niet uit. Ze mogen mij uitlachen. Ik taal ze uit om een andere taal te leren. Dat vind ik een hele goede ingesteldheid, maar ook een hele sterke en positieve ingesteldheid. Maar wel niet altijd even makkelijk, denk ik. Ik had graag nog een laatste vraag gesteld aan jou. Als je dat nog zult hebben. Tuurlijk, stel ze maar. Heb je al horendelen ervaren? Ook al hebben mensen je nog niet horen praten van... Je zal wel geen Nederlands kunnen. Of mensen die spontaan in het Engels beginnen tegen jou, omdat ze ervan uitgaan dat je de Nederlands taal niet begeeft. Ik zou toch wel zeggen, een paar keer per week. Dat ze zeggen, amai, uw Nederlands is zo schoon. Ik maak het wel dagelijks mee. Dat ze verschieten dat ik heel goed Nederlands kan. En dat mijn accent vooral wordt vergeleken met die van Nederland zelf. Dat vind ik ook wel grappig. Dus eigenlijk wel dagelijks. Vind je dat een fijne opmerking om te horen? Of vind je het niet fijn dat mensen ervan uitgaan dat je de taal niet kan? Ik vind het eigenlijk wel fijn. Je ziet het meer als een compliment. Maar ook, het is van, je bewijst zich ongelijk. Het is niet omdat je bruin bent, het is niet omdat je van ergens anders komt, dat je de taal niet kent. Dus dat vind ik wel een beetje zo van, got you. Ik vind dat een positieve noot om mij af te sluiten. Zijn er nog vragen voor mij? Of nog graag iets te zeggen of vertellen? Nee, momenteel heb ik geen vragen. Misschien de volgende aflevering wel. Oké, dan wil ik jou al heel erg bedanken om te helpen nemen aan deze aflevering. Alsjeblieft. We gaan nu aan aflevering drie beginnen. We hebben trouwens aflevering één en twee in één gedaan. Ik ga direct de intro zeggen, dus jullie mogen vanaf hier starten. Hallo iedereen en welkom bij de derde aflevering van de podcast Diversiteit. Tijdens deze aflevering gaan wij het hebben over het verhaal van Fikrat. Bij deze aflevering gaan wij de nadruk leggen op het leerproces en hoe dat eigenlijk verbeterd zou kunnen worden door personen, beleid, tips of suggesties. En dan zou ik graag Fikrat aan het woord laten. Zie jij het zitten om te vertellen waarbij je naar school bent geweest en welke tactiek jij gebruikt of welke methode? Ja, natuurlijk. Ik zou wel niet exact weten welke tactieken we hebben gebruikt. Het is al even geleden natuurlijk. Maar wat ik wel kan zeggen is naar welke school ik ben gegaan en wat ik ongeveer heb gedaan om dan toch de Nederlandse taal te leren. Ik ben wel een aantal scholen geweest in het lager. Ik heb zowel in Reti op school gezeten een aantal jaren en in Menen ook. En daar spreek ik vooral over het lageronderwijs. Wat ze in Reti hebben gedaan is, dat weet ik wel nog goed. Als ze de taal Nederlands kregen, vaak Nederlands, dan moest ik wel met een andere juf naar een ander lokaal gaan met andere leerlingen, anderstalige leerlingen. En daar leerden wij dan ook de taal beter. Als je echt uit de klas werd gehaald om naar een andere klas te gaan, dan vond je dat soms moeilijk? Ja, dus ik werd echt uit de klas gehaald om dan in een andere lokaal te gaan zitten. En bij een aantal andere leerlingen, omdat ik het moeilijk vond, ik vond het eigenlijk heel makkelijk. Want dan leerde ik wel iets in plaats van erbij te zitten alsof ik toch niks begreep of niet kon meevolgen. Dus dat vond ik wel een hele goede tactiek. Maar bijvoorbeeld voor andere vakken, zoals WO, Goeddienst, wat was er nog, Wiskunde en van die andere bakken, waarvan ik me niet echt exact kan herinneren, daar deed ik wel gewoon mee. En dat heeft me ook heel goed geholpen om dan toch wel het taal te verbeteren, want dan kon ik een beetje op het niveau van mijn klasgenoten blijven en niet naar een niveau lager gaan. Dus toen werd ik gemotiveerd om beter mijn best te doen, om toch mee te kunnen gaan en te volgen. Dat deden ze vooral in RETI. En dan in Menen, daar heb ik mijn vijfde en zesde leerjaar gedaan. Mijn vijfde leerjaar ben ik blijven zitten, dus twee jaar het vijfde en dan ook één keer het zesde. Mijn eerste jaar het vijfde leerjaar heb ik wel veel van die extra lessen gekregen. Ook als er vaak een Nederlands werd gegeven, dan moest ik met een andere leerkracht mee. Of gewoon eens twee uurtjes per week dat ik extra les kreeg van een andere leerkracht. Dus dat vond ik ook wel eigenlijk op zich een goede tactiek, zou ik zeggen. Dus het heeft mij wel heel hard geholpen. En zeker als ze mij hebben laten zitten in het vijfde leerjaar, om dan puur voor mijn taal te verbeteren. Dus dat vond ik wel goed. Uiteindelijk, ik verloor wel een jaar natuurlijk. Maar als je op een lange termijn bekijkt, vond ik dat wel een goede set. En op die moment zelf, vond je dat toen ook een goede maatregel, dat je de klas opnieuw moest doen? Ja, nee, toen eigenlijk niet. Want toen had ik geen enkele reden om mij te laten zitten. Dus dat vond ik wel een beetje jammer. Maar als ik in het middelbaar zat en achteraf dacht, vond ik dat wel eigenlijk beter. Want toen heb ik dan een extra jaar gehad om mijn Nederlands te verbeteren. En ook mijn andere vakken, waardoor ik wel naar een hogere richting kon gaan in het middelbaar. Dus als ik het goed begrijp, had je op de moment zelf wel het gevoel dat je beoordeeld werd op je Nederlands. En dat is natuurlijk geen fijn gevoel. Maar achteraf bekeken, had je dan ingezien dat het wel de beste optie was voor jou in de toekomst. Ja, dat klopt. En over het algemeen, vind je dat jongeren die de Nederlandse taal moeten leren, goed ondersteund worden? Of zeg jij, dit zijn dingen dat beter kunnen, dit was echt supergoed? Ik weet niet hoe ze het tegenwoordig doen. Maar ik zou het wel eens fijn vinden om zo'n lesje te kunnen volgen, of te mogen volgen. Dan kan ik ook zien, is dat eigenlijk verbeterd of is dat verslechterd. Dus eigenlijk vond ik het wel goed dat ze het op mijn manier hebben gedaan. Dus hoe ze met mij zijn omgegaan, en met mijn broers natuurlijk, dat vond ik wel goed. Toen heb ik wel de kans gehad om wel met onze medeleerlingen mee te gaan. Dus dat vond ik wel uiteindelijk een geslaagde praktiek. En hebben jullie soms ook praktijk dingen moeten spelen, of een rollenspel, of van die dingen? Ja, want in het vijfde leerjaar in Menen, Sint-Joris school, was er vrijdag elke namiddag. En dan kwamen het vijfde leerjaar, het vierde leerjaar en het zesde leerjaar samen. En we deden dan creatief werk, dus je had bij elke klas een andere opdracht. Bijvoorbeeld schilderen, één leerkracht had toneelspelen, en de andere, dat weet ik niet meer. Dus dat was zo van die rollenspel, en dat moesten we ook wel gaan spelen voor de rest van de school. Oftewel voor je klasgenoten. Dus dat was wel een leuk leermoment, op een leuke manier. Maar ook op een toffe manier, dus dat vond ik wel geslaagd eigenlijk. En je hebt daar nooit zo de angst gehad om te praten, ook al was je Nederlands niet perfect? Nee, want zelfs spreekbeurten en workshops die gaf ik wel graag. Dus als wij ons moesten voorstellen, bijvoorbeeld zelfs in het Frans of in een andere taal, dat vind ik ook wel altijd plezant. Maar ja, ook gewoon algemeen spreekbeurten, of boekbesprekingen en dergelijke. Oké, ik stel de vraag naar, omdat we in de literatuur hadden gevonden dat dat soms een drempel kon zijn, voor jongere vluchtelingen dat de taal leren, maar het is natuurlijk heel fijn om te horen dat jij daar geen last van ervaren mag. En je gaf me net aan dat je graag op een creatieve manier te werk ging vroeger, om de taal te leren. Had je dan ook nog toegang, bijvoorbeeld opnieuw, knippertjes. Had je dan ook toegang tot bijvoorbeeld, zoals wij hier, bingelen kennen, om de taal te leren? Zoals je zegt, bingelen was eigenlijk toen net een aanmaking of zoiets. Dat zijn babyvoetjes. Dus dat heb ik ook allemaal geleerd, eigenlijk via bingelen. Ik kreeg ook heel veel oefeningen mee, zowel voor wiskunde of voor onze maaltafels als voor onze taalkennis. En vooral voor het Frans heb ik ook altijd gespeeld op bingelen. Dus dat vond je dan ook wel een leuke manier? Ja, dat klopt, dat was eigenlijk ook een speciale manier, maar je was wel altijd zelfstandig bezig. Dus je moest niet wachten op iemands feedback, want je kreeg dan ook wel direct een juiste of foute antwoord. En dan zorgde het beter voor jezelf. Zijn er dan ook nog taalprogramma's die je misschien specifiek zou aanraden aan jongeren die de taal leren? Of heb je zoiets van... Heb je dan misschien ook specifieke taalprogramma's? Die je zou aanraden aan jongeren die de taal leren? Een specifieke taalprogramma heb ik ook zelf nooit gekeken. Ik keek vooral naar cartoons zoals Cartoon Network of op Disney Channel. Nickelodeon, daar keek ik wel veel. Maar voor de rest, voor National Geographic heb ik ook vaak gekeken. Wat ik zou zeggen, wat ik nu ook memerk, is kijk naar het nieuws. Ook al is het heel saai, maar daar leer je ook heel veel van. Vooral de woordschap en dergelijke, grammatica. Je kunt ook allemaal van op mee op pikken. Ik denk dat informele manier dan ook wel belangrijk is, als ik het goed begrijp. Hoe zie jij dan 1 op 1 begeleiding? Zoals dat je dan apart werd genomen in een klasje. Dat is niet 1 op 1, maar toch al in een kleinere groep. Zie je dat dan ook als nuttig? Ja, want dan zijn ze echt gefocust op dat kleine groepje of op jezelf. Dat kun je zien en dan kunnen ze je ook heftig begeleiden. Ik heb dat wel eens gehad, ik weet niet in welk leerjaar, dat ik wel af en toe eens alleen zat met een leerkracht. Voor bijvoorbeeld een dicteetje te doen of iets anders, of een leesoefening. En toen was het wel dat ik alleen bij haar was. Maar ik vond dat wel goed, want dan kun je ook wel vragen stellen, zonder de hele les of de groep te onderbreken. En dan was dat ook gewoon zoals zij of hij, gefocust op je minpunten te tackelen. Oké, ik zou graag dan nog 1 vraag aan jou stellen om af te ronden. Zit dat oké? Natuurlijk. Ik vroeg mij nog af of dat u het nodig vindt om bijvoorbeeld op straat of mensen je een taalvorm te maken. Zou je dat nodig vinden dat mensen je daarop aanspreken? Dus eigenlijk de rol van buitenstaanders binnen uw proces van het leren van de Nederlandse taal. Lijkt dat jou iets nuttig of niet? Wat bedoel je daarmee? Is dat gewoon op straat dat ik dan, als ik aan het praten ben, dat iemand mij komt random verbeteren? Nee, of als je bijvoorbeeld in de winkel staat, aan de kassa, en ze beginnen tegen jou een gesprek en ben je dan aan het antwoorden, maar de vrouw dan zegt van... Je eigenlijk zo'n voegje het werk wordt. Zou je dat als nuttig zien of zie je dat eerder als kritiek? En denk je dat het net het beste is om enkel die taalprogramma's en de tv-programma's en dan de les en zo? Of heb je daar geen mening over? Ik heb daar eigenlijk geen mening over. Ik denk dat dat van persoon op persoon afhangt. De ene kan dat wel positief opvatten, de andere wel negatiever. Maar ik denk bijvoorbeeld zoals mijn moeder, ik denk dat ze het wel zou appreciëren, want dan wordt ze wel geholpen. Maar ik zou zeggen, iemand die wat gevorderd is in het Nederlands, ik denk dat we hem niet zoveel zou uitmaken, vooral als hij in de supermarkt is, van een kassier. Oké, dat begrijp ik. Oké, dan zou ik u graag willen bedanken. Heeft u nog vragen voor mij? Nee, eigenlijk totaal niet. Ik vond het een hele toffe interview, dus het was aangenaam. Oké, je moet wel zeggen, ik vind het een hele toffe podcast, geen interview. Knip knip knip knip. Nee, ik heb eigenlijk geen vragen meer. Ik vond het een heel leuk podcast, wel heel interessant. Ik ben benieuwd naar hoe dat het verder afloopt en als ik met iets kan helpen. Let me know. Oké, dan wil ik jou heel erg bedanken om mee te werken en de podcast. Ja, dat kan. Bye bye. Ciao. Ciao.