Home Page
cover of marinkajansenbewerkt2
marinkajansenbewerkt2

marinkajansenbewerkt2

00:00-01:16:07

Ik kan het uiteraard toch niet laten om even een voorlopige versie te maken, zo klinkt het al gelijk wat voller ;-D

Podcastspeechmusicmusical instrumentdrum kitsinglelens reflex camera
17
Plays
0
Downloads
0
Shares

Transcription

Welkom bij de Emotiemeesters Podcast. Voor de zelfbewuste mens, ouder, therapeut, trainer en ondernemer, kortom iedereen die op een doelgerichte manier het gesprek met emoties wenst aan te gaan. Mijn naam is Martin Springvloed en ik neem je mee op een quest. Op zoek naar het antwoord op de vraag, daadwerkelijk meester worden over mijn emoties. Hoe doe ik dat? En dan ontspannen ze eigenlijk de bovenbeenspieren, de bekkenbodem, lage buik, lage rugspieren, maar ook alle strekkers, dus je nek en je bovenbenen. En dat geeft vaak wel ook emotie. Want als mensen dan ineens die spierspanning loslaten na heel lang, dan gebeurt het best wel vaak dat ze dus ook emotioneel worden of vegetatief reageren. Marinka en Jansen is in 1992 afgestudeerd als ergotherapeut en in 1999 gaan werken in het Sint-Franciscus gasthuis in Rotterdam, waar zij met Elisabeth Bakker en hun team kwam, de grondlegger van de ACID-therapie. Een speciaal protocol met betrekking tot sensorische integratie. Samen hebben zij verder gewerkt aan de ontwikkeling en onderbouwing van dit protocol. Inmiddels werkt Marinka al meer dan 10 jaar in haar eigen praktijk, er heeft nog continu ontwikkeling plaats in dit betreffende protocol en heeft zij de opleiding hierin verder vormgegeven. Hierdoor komen er gemiddeld op jaarbasis zo'n 90 nieuwe therapeuten bij. Inmiddels is dit ook een geaccrediteerde training voor fysio- en oefentherapeuten. Luister mee naar een zeer programmatisch en begeisterde ergotherapeut, trainer en ervaren onderneemster en ook emotiemesteres in wording, Marinka Jansen. Ik begin meestal met te zeggen, dankjewel dat ik hier mag zijn om dit interview af te nemen. Hartstikke leuk, leuk dat je hier wilde komen. Ja super, het is gelukkig 20 minuutjes rijden van Rotterdam. Lekker dichtbij. Lekker dichtbij, dus dat is ook wel eens fijn. En soms ga ik een stukje verder. Dit verhoorden het inderdaad ja, Middelburen en andere uitzoeken. Ja, ik ben nu in Maastricht, bij Maastricht in de buurt geweest, maar ook super leuk om mensen in hun natuurlijke habitat te zien. En te kunnen kijken, zoals nu waar jij werkt. Dat is super, super leuk. En ik ga bij jou ook gelijk met de deur in huis vallen. Ben jij een emotiemester? Ja, nou daar heb ik natuurlijk over nagedacht, over die vraag. Maar het woordje ben past me dan nog niet helemaal. Dus ik ben onderweg om een emotiemeester, meesteres te worden. Kijk, strategisch gekozen. Ja, nou ja strategisch, ik denk vooral dat het ook echt zo is. Ik ging even nadenken van, wanneer ben ik daar dan mee begonnen. En ik denk dat ik de eerste jaren, vooral in mijn beroep als ergotherapist, natuurlijk heel erg gericht ben op de ander. En dat ik ook echt heel knap altijd ben geweest in het meesteren van het niet hebben van emoties. Dus dat ging altijd heel goed af. En in de tweede helft van, wat is het inmiddels, 31 jaar ergotherapie. Ben ik daar wel, door ook zij stapjes, andere studies in de natuurgeneeskunde enzo. Ben ik daar wel veel meer mee geconfronteerd, kan ik eigenlijk wel zeggen, denk ik. Het was niet per se direct een keuze, maar dat gebeurde dan. En dan dacht ik, oh ja, het is toch ook heel spannend elke keer dat verkennen. En uiteindelijk denk ik dat ik nu die fase ook wel weer voorbij ben. En dat ik het vooral heel leuk vind om het te verkennen en om er mee bezig te zijn. En vooral ook met de patiënten of de cliënten. Dus je merkt, ik heb ooit ook een discussie, in de positieve zin van het woord, met die Martin Klaver gehad van zaken doen met emoties. En dat ging dan ook over die prikkelverwerking. En hij kwam een lezing of een presentatie geven in onze landelijke werkgroep sensorische integratie bij volwassenen. En vooraf hadden we dan even zo van, wat ga jij vertellen, wat ga ik vertellen en wat vinden we van elkaars informatie. En dat was ook een hele leuke open, hij was heel open en heel laagdrempelig ook in zijn reacties en ook weer op mijn reacties op zijn. Het is een mooie open discussie van twee mensen die bezig zijn met emoties in dit geval, met de prikkelverwerking, zoals je dat nu wil neerleggen. En toen had ik ook nog wel heel sterk dat ik dacht, ja, hij had zoiets van, we gaan helemaal, hup, gelijk recht naar de vis of zoiets had hij het ontschreven, zoiets. En dat ik dacht, ja, oké, maar dat gaat niet over onze doelgroep, dat gaat niet over deze mensen, dat gaat over een andere doelgroep. En daar zal wat fantastisch bij werken en hartstikke nuttig zijn, maar wij zien een andere doelgroep, dus daar doen we andere dingen bij. En nu zo langzamerhand komt hij weer opnieuw in beeld, via emoveren natuurlijk en ook dan met PRM, dat ik dan weer zijn naam hoor. Nou ja, ook wel weer meer nog met emoties natuurlijk bezig ben, via de PRM. Dat ik dacht, oh ja, nou ik ben benieuwd hoe lang het nog volgensmatig twee paden zijn of dat het uiteindelijk toch gewoon één pad blijkt te zijn. Je bedoelt, zeg maar, de discussie die je toen met hem eerder hebt gehad, of er toch alle twee wel uit dezelfde... Of het wel over dezelfde doelgroep gaat, dat het helemaal niet zo te splitsen valt. Maar ja, dat is nog een stukje te verkennen, zeg maar. En daar ben ik nu, denk ik. Ja, precies. Dus je bent eigenlijk, als ik het even zo mag samenvatten, al langere tijd hier met dit thema ook bezig met emoties, met gevoelens en met prikkels ook. Met name die prikkelverwerking ook bezig, waar we het dadelijk nog verder over gaan hebben. En je hebt daar al langere tijd bezig en denk je erover na. En zie je ook een bepaalde ontwikkeling daarin in je eigen pad. Ja, zeker. Want elke cursus die je voor je werk gaat doen, dan kom je natuurlijk elke keer weer op de eerste uur en de eerste dag er alweer achter dat je daar natuurlijk hartstikke voor jezelf zit en daarna pas onder andere te kunnen helpen. En dat is ook helemaal prima. Dus de vraag is van wie is nou de therapeut en de cliënt, zeg maar. Of de patiënt. Ja, precies. Dus dat is zeker waar. Ik denk dat ik me de jaren waarin ik vooral heel erg vanuit de prikkelverwerking ook het heel fijn heb gevonden om het heel technisch te kunnen uitleggen, ook aan patiënten of cliënten. En dat ik dat voor mezelf ook heel fijn vond. En dat die emoties daarnaast dan ook een rol hadden. Ja, dat was dan wel zo. Maar goed, als je het maar technisch genoeg uitlegt, dan gaat de lading er ook af, zeg maar. En dat was denk ik tot nu toe altijd wel mijn manier. En daar voelde ik me ook heel prima bij, heel thuis in. En de mensen ook, want dat geeft ook een escape of zo, zeg maar, om op een soort luchtige technische manier met dat stukje om te gaan wat anders een soort geladen en spannend voelt. Oké, ja, precies. En nu is dat inmiddels voor mij dan niet meer zo, gelukkig. Ja, dus mijn vraag zou, een vraag die in mij opkomt, is zo van, oké, dus wat maakt het dan zo spannend of wat maakt het waar nou zo'n lading op zit? Ja, dat is een beetje lastig nu het er niet meer zo op zit nog terug te halen, zeg maar. Maar je hebt dan een soort gevoel als je ergens naartoe gaat, en dat hebben cliënten denk ik ook als ze naar een therapeut gaan, dat er iets op tafel komt wat ongemakkelijk is. Of waar je het liefst niet over wil hebben, of waar een gevoel bij zit wat teveel omhoog komt als in dat het je overneemt of zo. Bij de groep die ik veel zie, dat zijn mensen met overbrikkelingsklachten, dus die hebben de hele dag last van vegetatieve klachten als rood worden, wit worden, zweten, duizelig zijn, misselijk zijn, dat soort klachten. Ja. Ja, die zijn heel vervelend, want die nemen je over, zeg maar. Dus dan voel je je heel kwetsbaar en heel onveilig en heel onzeker. En dat is natuurlijk heel naar, en dat heb je natuurlijk met emoties ook wel, dat je in de plek of in de situatie waar je bent, dat het best niet zo handig uitkomt. Als je op je werk bent, en je bent met je werkgever of met je collega, en er komt een emotie omhoog waar, weet ik veel, waarvan je moet huilen of heel dood worden. Of dat je hard in je keel zit. Ja, bijvoorbeeld. En je moet eigenlijk gewoon heel rustig kunnen nadenken. Dat gaat niet samen. Dus als wij lesgeven, dan doen we altijd op dag één, als ik over de neurologie lesgeef, dan maak ik altijd een rondje in de zaal. Dan zeg ik, oh, willen jullie nog heel even meewerken aan een klein onderzoekje? Nou, dat wil altijd iedereen wel. Dan zeg ik, nou, ga in gedachte nog even naar een situatie die niet zo prettig voor je was de afgelopen week. Ga er even helemaal naar terug. Wees daar weer even, stond je, zat je, dat had je aan. Waar was die ander, zat die dichtbij, was die ver af? Weet je nog wat je gezegd hebt of hoe je je voelde? Ga er even naar terug. Nou, neem dat even in gedachte. Sluit allemaal even je ogen. En dan denk er nog even goed aan. Dan loop ik zo even een rondje en dan wijf ik even één iemand aan en die vraag ik dan even naar voren te komen. Nou, dan wacht ik even en dan ga ik even rondlopen. Nou, je kan je voorstellen dat mensen die dan op cursus dag één nog helemaal onwijs vers, dus die hebben dan allemaal natuurlijk spanning. En als ik dan loop en dan stop ik even en dan tik ik niemand aan en dan maak je het ook een beetje spannend. Nou, dan haal je iemand naar voren en dan uiteindelijk zeg je ook wel gelijk van, je hoeft niet te gaan vertellen welke situatie je in gedachte had, maar het gaat erom, wat voelde je toen ik vlakbij was of wat voelde je toen je aangetikt werd en wat voelde de rest? Nou, en dan schrijf je al die, wat mensen zeggen, ik ging m'n oren spitsen of ik kreeg zweethanden of ik kreeg inderdaad m'n hartkloppingen of ik ging m'n spieren spannen of m'n adem ging omhoog. Dus dan noemen ze eigenlijk alle vegetatieve reacties die mensen hebben bij spanning, maar de cliëntengroep die wij zien met overprikkelingsklachten hebben die eigenlijk soms wel de hele dag. Dan merk je al, ja. Hoor je dus dan zo terloos, geef je eigenlijk al gelijk, wordt het bij mensen duidelijk van veel verschijnselen die wellicht normaliter ongemerkt voorbij gaan, die worden dan er meer uitgelegd. Ja. Dus dat is al een enorm waardevol om dat te zien op dat moment. Ja. Leuk. Even voor de goede orde voor de mensen die jou nog niet kennen, want je doet even een achtergrond in ergotherapie. Ja. Onder andere. Ja. En dat urgenijskeuren. Hoe ben je daar zo toe gekomen? Ja, nou de ergotherapie heb ik wel een tijdje gezocht, want ik zocht iets waarvan ik dacht, ik heb een tijdje naar Cesar, mensen die ik visio, alles een beetje zo gekeken en dacht, dat is het allemaal net niet en toen kwam de ergotherapie in beeld. En toen dacht ik wel gelijk, dat is een hele leuke opleiding, want die is heel breed, heel holistisch, kijken naar heel erg de hele mens en alle dagelijkse activiteiten. Dus in alle opzichten heel breed beroep, zeg maar. Ook volwassene kinderen, dat sprak me toen allemaal heel erg aan. En dat is ook leuk gebleken, zeg maar, want ik roep nog steeds altijd elke dag van, ik heb de leukste baan van Nederland. Dat is belangrijk. En als je je werk leuk vindt, dan werk je eigenlijk nooit. Dus dat is echt nog steeds heel leuk. Goede uitspraken. Leuke tegeltje, ja. Dus zo ben ik in de ergotherapie gekomen en toen heb ik de eerste, denk 15 jaar, vooral met kinderen gewerkt. En dan vooral met kinderen met een meervoudig complex handicap, zeg maar. Dus daar maakte ik eigenlijk kennis met de sensorische integratie, met prikkelverwerking, dat dat een hele belangrijke insteek was om die kinderen toch te kunnen laten groeien, ontwikkelen en leren en ervaren, zeg maar. En toen ging ik ergens werken naar een plek waar ze, even kijken hoor, ik denk in welke volkorde dat ging. Toen ging ik vanuit de kinderen, ging ik eerst nog in de eerste lijn werken en in verpleeghuizen. Dus toen zag ik het meer bij de ouderen, dat dat ook natuurlijk een hele belangrijke rol speelde. Aan huizen was dat allemaal weer wat minder, was gewoon heel praktisch, zeg maar. En daarna ging ik in een ziekenhuis werken, polyclinisch. En daar werkte mijn collega, inmiddels met pensioen, Elisabeth Bakker-Timmerman. Zij is de grondlegster van de ESSIT. En zij had ook een kinderpraktijk. En toen kwamen we erachter dat ik in 1986 stage bij haar had gelopen op een kinderdagverblijf. En toen was ik heel erg onder de indruk van haar. Want zij haalde die kinderen dan uit de groep, of uit de wachtkamer, of nee, de groep denk ik. En dan kwamen we in de behandelruimte en dan zei ze, nou en dan heb je dit en dat en dat. En dan heb je dit gezien, dat gezien. En het betekent zus, het betekent zo. En ik dacht, wow, wat weet die vrouw echt veel niet normaal. Dus toen had ik al een keer gezegd van, nou, lijkt me wel heel leuk om jouw discipeltje te mogen worden. Want je weet zoveel en dat zou ik graag meer van leren. En toen gingen we dus samen in het ziekenhuis met volwassenen werken. En daar liepen eigenlijk veel mensen die toen de sticker DSM4 opgeplakt kregen, oftewel psychiatrisch. En waarvan wij dachten, nou, daar is eigenlijk niks psychiatrisch aan. Die mensen hebben gewoon sensorische integratieproblemen. Dus als je langs de wand in een ziekenhuishal loopt, omdat je je eigen lichaam niet goed voelt. En dan is dat wat anders dan dat je een soort pleinvrees hebt vanuit de psychiatrie. Oké, dus dat is dan een bijzondere overlap eigenlijk. Ja, dus toen hadden we gelukkig een revalidatiearts die daar voor open stond. En die wel geïnteresseerd was wat wij daar dan mee bedoelden en wat we daar ook mee zouden kunnen. Want we liepen natuurlijk vast met die mensen in een polyklinische revalidatie in een algemeen ziekenhuis. Nou, dat ging eigenlijk, ik wou zeggen vrij goed. Maar in het begin was dat eigenlijk niet vrij goed, want toen hadden we standaard spuugbakjes op tafel. En vielen mensen ook eigenlijk wel heel gemakkelijk flauw bij de behandelingen. En dat kwam omdat we heel erg aan het zoeken waren van sensorische integratie bij kinderen. Dan kun je heel erg gelijk insteken met veel bewegen en verzwaren. Omdat je dan die informatie aan je eigen lichaam, van hoe is je lichaam in de ruimte, dat geeft je die zekerheid. En als je dat bij volwassenen gaat doen die dus spanning hebben, dan gaat het lichaam in de afweer. En dan krijg je dus weer die vegetatieve klachten. Dus wij gingen mensen op dezelfde manier benaderen als de kinderen. En dat kan het zenuwstelsel van de volwassenen dus helemaal niet aan. En die gaat dan in de vries. Voordat je daar nog verder over ingaat, want ik heb zelf natuurlijk een achtergrond in gezondheidszorg. En ongetwijfeld mensen die hier te luisteren ook. Maar er zullen ook mensen hier naar zitten luisteren die hier helemaal in kaas van hebben gezeten. Wat is sensorische integratie? Sensorische integratie is eigenlijk gewoon een woord voor de zintuigelijke informatie. Dus alle informatie die we krijgen uit wat we zien, wat we horen, wat we ruiken. Maar vooral dus ook wat we vanuit ons eigen lichaam. Dus eigenlijk alle informatie over houding en beweging. Die krijgen we vanuit de spieren, de pezen, de banden, de gewrichten. De hele dag door over hoe we zitten, liggen, staan, lopen. En met name die is eigenlijk altijd een beetje onbelicht als we het over zintuigen hebben. Is dat interoceptie ook? Dat is ook interoceptie, maar de propriocepties is wel meer eigenlijk dat je uit je... Uit je ledematen. Ja. En de interoceptie meer misschien vanuit orgaanen. Intern, je collenblaas of je darmen. Dus dat is weer een klein beetje een verschil. Ja, maar als ik nu aan jou vraag hoe staan je voeten? Ja, precies. Nou ja, dat is best lastig uit te leggen. Dan ga je er dus even over nadenken. En dan de propriocepties. Dus dat je mij kan vertellen van hoe staan je voeten als ze onder een tafel staan en je ze niet kan zien. Dus dat is een hele belangrijke. En nou ja, ook de stand van je hoofd natuurlijk, dus je evenwichtsorgaan. Dus dat is wel enorm je basis als je net geboren bent. Dus dat waarmee je je ook gaat ontwikkelen, zeg maar. Juist. En kinderen wel over het algemeen hebben denk ik wat meer waarneming van hun lichaam dan volwassenen? Ja, en sowieso, we gaan ervaar uit als kinderen gezond geboren worden, dat ze dan alle zintuigen kunnen gebruiken om zich met al die informatie geleidelijk aan te gaan ontwikkelen. En dus dan vroege reflexen die doven later weer uit omdat ze niet meer nodig zijn. Maar in basis staan ze natuurlijk nog helemaal blanco erin. Dus worden alle ervaringen worden opgeslagen als stukje ontwikkeling. En dan maak je er later weer gebruik van. Als een kind voor het eerst onder een tafel doorloopt, komt hij geheik een keer te vroeg omhoog en stoot hij z'n bol. En dan denk je, ah, ziek, dan loopt hij er nog drie keer onderdoor. Misschien stoot hij hem dan nog twee keer. Maar de vierde keer, dan zal hij echt wel precies op tijd omhoog komen. En dan heeft hij dat geleerd. Welke reflex heeft dat allemaal te maken? Dat heeft met zijn houding achtergrond gevoel te maken. Dat hij weet van, hier stop ik en daar begint mijn omgeving. In dit geval, de tafel waar hij onderdoor komt. Dus volwassenen die aangereden zijn bijvoorbeeld, of gevallen zijn of een klap op hun hoofd hebben gehad. Die hebben dat als het goed is wel ontwikkeld gehad als kind. En die hebben dat gewoon goed beheerst. Maar dat is dan in de war geraakt. En dan gaan ze dus ook weer opnieuw eigenlijk lopen. Als je een volwassene ziet met dat soort klachten, die lopen bijna als een kind wat net heeft leren lopen. Nog een beetje een brede gang. Voeten wat waaier uit elkaar. In dit geval door een trauma kan zo'n gewaarwording dan veranderen eigenlijk. Ja, dan ga je eigenlijk weer terug in je ontwikkeling van hoe die zintuigsystemen gewend waren. Goed met elkaar samen te werken. Want het is natuurlijk het voelen. Het is ook het stand van je hoofd. En het is ook wat je ziet. Als je de grond nog helemaal vlak ziet, dan weet je dus dat je hoofd nog ook helemaal voorover staat. Als je ziet al een stukje van de muur, dan weet je van oh, ik ben al wat rechterop. Dus het werkt met elkaar samen. Dus dat heeft ook weer misschien met twee-dimensionaal, drie-dimensionaal te maken. Een van de meest veraanstaande dingen die je kan weten is bijvoorbeeld dyslexie bij kinderen. Als kinderen het schuipen overslaan, dan kan dat mee de oorzaak zijn leesproblemen later te ontwikkelen. Ja, dat heeft dan wel vooral ook met die ruimtelijke vorming te maken inderdaad. Onder, boven, voor, achter en al dat soort zaken. Dat is toch wel weer een heel specifiek gebied inderdaad. Wat we wel vaak zien, ik maak meestal een grapje naar cliënten van was je vroeger ook al een leo? Een beetje lomp en onhandig. Mensen die zich daarin herkennen moeten dan inderdaad lachen. Want dan ben je altijd het kind waarvan iedereen zei oh, het is weer zover. Heb je weer een beker omgestoten. Bij iedere overjaardag taart voor je schoon. Precies. Dat zijn de bekende voorbeelden. Of met Jim altijd als laatste gekozen omdat je niet zo handig was met een balspel. Die mensen herkennen zich daar direct in. Dan heb je al een soort predispositie eigenlijk dat als je later ooit wordt aangereden, dat je dan een grotere kans maakt op een uitvergroting van dat soort lomp en onhandige acties. Dus die mensen die hebben dan weer vaker dat ze de schouder tegen de deurpost stoten, of de been tegen de punt van de tafel. En dat was voorheen dan inmiddels niet meer zo. Dus aan dat soort dingen vragen we dus uit bij een intake. Ben je onhandiger geworden? Of stoot je je vaker? Of mis je de laatste trevende trap? Dat zijn dan de praktische dingen waar mensen tegen aanlopen. Helder. En dat heb je dus vanaf dat je wakker wordt en je ogen open doet, heb je daar last van. Helder. En dan maak je dus een onderscheid tussen sensorische integratie en sensorische integratie. Want sensorische integratie is dan misschien iets anders. Ja, wij noemen het dan eigenlijk sensorische integratie. En dat is een soort sub-domijn binnen het hele proces van sensorische informatieverwerking. Dus dat omvat alles en dat is gewoon heel groot. En de mensen die wij zien, daar gaat het juist mis op het stukje integreren van die informatie. Want toen bij de WIP-les gingen we ervan uit, nou mensen hebben gewoon goede ogen, goede oren, goed evenwichtsoorgaan, goede spieren, geen ziektebeelden waarbij dat echt verlamd is of afwezig. En dus dat het dan misgaat ligt dus niet aan de organen, aan de zintuigen, maar ligt echt aan de verwerking. Dus aan de integratie van die informatie. Dus daarom noemen we het specifiek sensorische integratie. En inmiddels zijn we zover dat heel veel mensen die wel bijvoorbeeld dat het evenwichtsoorgaan is uitgevallen, of mensen met een ziektebeeld waarbij wel een halfzijdige verlamming is, of dat er toch wel wat schade is aan bijvoorbeeld de ogen. Dus omdat we daar zo veel verder in gekomen zijn, zien we dat we ook die mensen best kunnen helpen met dat protocol. Maar dan heb je wel een andere verwachting van uiteindelijk hoe ver mensen daarmee komen. Want als er geen schade is, dan kom je natuurlijk verder als dat er wel schade is. Want dan is er al een verstoring, zeg maar. Oké, en zit er een onderscheid tussen wat kinderen daarin meemaken dan volwassenen? Nou, het belangrijkste onderscheid is, en daarom zei ik daarnet van die spuugbakjes op de aflevering, dat mensen gingen flauwballen. Dat gebeurt inmiddels gelukkig bijna niet meer. Het komt af en toe nog wel eens voor natuurlijk bij een reliactie, want mensen verwachten het niet. Volwassenen hebben dus als overlevingsstrategie, hebben ze een spierspanning opgebouwd na wat ze hebben meegemaakt. En dat kan een ziekte zijn, dat kan bij mensen met een burn-out zie je het ook wel, dat is een langdurige overbelasting. Maar vaker dus inderdaad mensen met een hersenschutting, een hersenkneuzing of een tia, dat soort beelden moet je dan aan denken. En die mensen hebben dus na dat moment van trauma, hebben ze eigenlijk een soort spierspanning opgebouwd. Met een soort van, ik trek mijn spierharnas aan en huppakee, ik moet weer naar mijn werk. Een soort afweerspanning? Ja, afweerspanning eigenlijk niet per se, maar misschien wel als er in het begin heel veel pijn is geweest. Maar het is vooral het spierharnas als ik raap mezelf bij elkaar en ik moet weer door. En dat spierharnas maakt uiteindelijk dat je je lichaam steeds minder goed gaat voelen. Want een gespannen spier geeft minder informatie door, dus die voelt minder. Dus dan worden mensen in een soort wandelend hoofd en dan gaan de antennes van oren en ogen, die gaan meer naar buiten om te kijken. Hoe verplaats ik me door mijn omgeving, als je je lijf minder goed voelt. Helder. En die spierspanning maakt dus dat mensen anders reageren, want jij vroeg eigenlijk van wat is het verschil tussen kinderen en volwassenen. Bij kinderen kun je dus door te kijken van wat vermijden ze en wat zoeken ze zelf aan prikkels. Kun je ze uitnodigen, uitdagen in spelvorm om dingen wel te doen. Bijvoorbeeld een kindje wat niet over gras kan lopen omdat dat ongevormd materiaal is en prikkelt. Als je die laat trampolinespringen dan kunnen ze daarna zo over het gras. Want dan krijgen ze diepe druk en door die diepe druk wordt dan die gevoeligheid gedempt. Die diepe druk gebruiken we bij de volwassenen dus ook. Alleen als je op een gespannen spier diepe druk gaat geven, dan gaan mensen dus inderdaad soort reageren met afweerbel in dit geval. En dan krijg je dus die misselijkheid, die duizeligheid, het zweten, hartkloppingen, pinnitus, dat soort dingen. Dus daar moet je bij volwassenen eerst werken aan dat stukje weer vertragen om weer te kunnen voelen, om weer te leren voelen eigenlijk. En dat leren voelen is in het begin natuurlijk niet leuk, want dan voelen ze of pijn of ongemak of haast of spanning of schaamte of nou gaan we door. Dus die eerste fase van behandeling vinden mensen ook wel echt pittig en onprettig. Want vaak als je spierspanning eerst loslaat, dan komt er natuurlijk eerst van alles vrij. Vermoeidheid of pijn of ongemak. En dus mensen gaan voor hun gevoel in de eerste paar weken gaan ze eerder achteruit dan vooruit. Plus dat ze ook nog eens die vegetatieve reacties krijgen van het oefenen. Dus dat moedigt niet direct aan. Dus ze moeten ook wel een beetje het vertrouwen hebben. Het is eerst even door de bit in het pil he? Ja. Als ik het zo verluister. We zeggen altijd als je nou de volgende keer terugkomt en je vertelt dat je heel erg naar ben geweest. Dan gaan wij eigenlijk applaudisseren en zeggen dat je het heel goed hebt gedaan. Ja. En dat is technisch gezien natuurlijk ook echt zo. Want daarna als het lichaam dan gewend is aan juiste spierharnas uit te laten en vanuit die ontspanning weer te gaan voelen. En dan kun je van daaruit weer gaan opbouwen en dan kun je dus hetzelfde gaan doen wat je bij kinderen doet. Dus dan laat je mensen door juist te bewegen of te zwaren maar dan wel op een ontspannen spier. Dan kunnen ze zichzelf reguleren of dempen als ze bijvoorbeeld overprikkeld zijn van het in een supermarkt geweest zijn. Of een gesprek gevoerd hebben aan een telefoon of achter een computer hebben gezeten. En als ze dan snel vol raken in hun hoofd en daar dus naar van worden. En dan kun je ze dus leren dempen of leren reguleren. Of inderdaad te bewegen. We laten mensen dan lopen met wat grotere bewegingsuitslagen zodat er meer van die propriocesses, van die posities in binnenkomt. En dat werkt eigenlijk als een soort stofzuigertje in het hoofd om de andere informatie op te ruimen. Helder. Oké, dus ik ging ergens op aan net van die wandelende hoven. Ik benoem dat ook vaak, wanneer ik zelf met mensen aan het werken ben. Komt dat niet heel veel voor? Ja, dat komt natuurlijk heel veel voor ook bij mensen die niet ziek zijn, zal ik maar zeggen. Mensen die niet last hebben van die sensorische integratie-problemen. Ja, dat is ook wel belangrijk inderdaad dat je dat eigenlijk zo vraagt. Want het is ook een beetje een bijna mode-woord geworden, overprikkeld zijn. Of mensen zeggen, ik kan niet tegen prikkels of ik ben overprikkeld. Ja, en ook zo post-corona, zal ik maar zeggen. Er zijn veel mensen die daar ook mee komen. Ja, zeker. Vandaar deze onderscheiding. Ja, want we proberen wel onderscheid te maken, ook in de intake en de screening. Als je gewoon moe bent en je gaat naar de stad, dan denk je, mijn hemel, wat is het hier druk. En kunnen die mensen niet even opzij. En dan word je er echt narrig van, zeg maar. Maar je wordt er niet ziek van. En iemand met sensorische integratie-problemen, dus na een aanrijding of een val of een klap of iets. Of een ziekte. Die denken niet alleen, jemig, wat is het hier druk. Maar die worden dus ook ziek. Worden er niet goed van. Ja, precies. En dat is ook wat de Hersenstichting wel probeert te benadrukken. Ja, maar wacht even. Er is wel echt een onderscheid tussen fysiologisch ziek worden van prikkels. En gewoon moe zijn en denken van, ik vind het te druk, ik heb hier geen zin in. Heb je daar cijfers van? Hoeveel mensen kampen met die overgevoeligheid van prikkels? Nou, daar zijn wel cijfers van, maar ik heb ze niet helemaal paraat. Oké, maar ongeveer. Is dat een grote groep? Van mensen die nog rondlopen, die nu zitten te luisteren, die het misschien niet weten. Dat was ik zelf. Ik denk het wel, want we hebben het wel over tientallen duizenden per jaar. Want alleen al voor mensen na een hersenschudding blijft 20% zeg maar, herstelt niet spontaan. Dus 20% op veel mensen die een hersenschudding oplopen is best veel. En er zijn ook heel veel Nederlanders naar Amerika gereisd in de afgelopen jaren voor een speciale behandelprogramma in Utah. Die dan anders insteekt dan wat we over het algemeen in Nederland doen. Ik heb dat volgens mij al eens een keer voorbij gezien. Ja, daar zijn ze echt gericht op herstel en in Nederland zijn ze over het algemeen wat meer gericht op leren omgaan met. Ja, dus niet volledig herstel maar leren omgaan met. En daar is de theorie die jij geeft weer anders in. Ja, er is eigenlijk een mix van. Want de sensorische integratie, dan zeggen we ook wel, door mensen vooral inzicht te geven over maar hoe werkt dat dan door als je wakker wordt? Wat doen al die prikkels dan? En dan de hele dag door. Dan doen we heel praktisch gewoon bespreken en analyseren met mensen. Waar kan je wel goed tegen en waar niet en hoe kan je dat dan anders doen zodat het toch lukt? Zodat je zoveel mogelijk wel kan doen. En niet alleen maar hoeft te minderen en te vermijden, zeg maar. Maar nu ben ik je vraag kwijt. Het ging over het onderscheid van wat je zelf al aanduidde, van die wandelende hoofden. Dat hoor ik vaker, dat gebruik ik zelf ook wel vaak. Maar er zit dus verschil in. Er zit dus onderscheid in. Maar misschien kan ik gelijk doorpakken naar een andere vraag. Want jij bent met de grondleg van de acid-therapie dan in aanraking gestapt. Waar staan die letters eigenlijk van? Ja, dat is een goeie. Die staan voor Adult Sensory Integration Timmerman Treatment. En Timmerman is dan de naam van mijn collega. Timmerman is de naam van de uitvinder van de grondleg. Hoe is zij tot dat sport gekomen? Zij heeft met een studiebeurzen in Amerika gestudeerd, zeg maar, voor ergotherapie ook. En daar heeft ze kennis gemaakt met mevrouw A.J. Ersch. Dat is dan weer de Amerikaanse ergotherapist geweest die eigenlijk voor het eerst op papier heeft gezet hoe dat nou werkt met al die zintuigsystemen en hoe een kind wat geboren is zich ontwikkeld tot lagere schoolkind. En wat daar in de zintuigsystemen zijn en welke rol, welke stapjes je dan maakt in functies en tot uiteindelijk wat we dan 30 noemen participatieniveau. Dus dat je inderdaad jezelf vertrouwen, jezelf controle, dat je met je handen en met je hoofd tegelijk iets anders kan doen. Dus communicatie. Eigenlijk wat een kind kan als hij... Eigenlijk van zeg maar eenvoudige taken en doelen naar meer complexere... Situaties, ja. ...gecombineerde motorische waardigheden. Ja, en zij heeft dat als eerste helemaal uitgeschreven. En wij gebruiken eigenlijk, of in het begin gebruikten we dat schema ook gewoon aan tafel met de cliënten wel om uit te leggen van, goh, zet nou eens een vinkje achter al die waardigheden waarvan jij vindt dat sinds het ongeval daar iets veranderd is. Nou, er stonden er echt heel veel vinkjes vaak bij communicatie, bij concentratie, bij aandacht, bij meer dubbeltaken, maar ook bij zelfvertrouwen, zelfcontrole. Dus dan liepen we met mensen door dat schema terug naar van, oh ja, dan kom je uiteindelijk weer uit bij die propriocepties en het EVS-orgaan, zeg maar, en vooral ook het zien. Dus die driehoek is wel vaak van de boosdoener in de verstoringen. Maar dan kom je dus ook langs de functies als zuidsflik ademsynchroniteit bijvoorbeeld. En dat is bij een kind natuurlijk hartstikke belangrijk als die aan borstvoeding of flesvoeding in het begin daarvan moet groeien. Maar bij volwassenen met klachten zie je bijvoorbeeld dat ze weer veel meer gaan slikken en ook soms heel erg gaan boeren omdat dat dus niet meer goed verloopt, zeg maar. Dus mensen gaan echt wel een soort terug in de ontwikkeling, in de verstoring, echt in die integratie. Oké, mooi. Wat ik interessant vind, is dat je ook teruggaat naar een stukje emotioneel. Ja. Zelfvertrouwen, als het om controle gaat, in hoeverre speelt emotie een rol in deze therapie? Ja, best een grote, want hij staat ook in dat rijtje inderdaad van zelfvertrouwen, zelfcontrole. En de zelfcontrole, die vinken mensen eigenlijk toen de tijd altijd wel aan, omdat mensen heel vaak een beetje beschaamd zeiden van ja, ik vind het echt een beetje gênant om te zeggen, maar ik val echt heel vaak uit naar mijn kinderen, of ik val heel vaak uit naar mijn vrouw, of eigenlijk naar iedereen die in mijn omgeving is. En dan dat ze zelf ook eigenlijk niet begrijpen waarom ze ineens zo exploderen uit het niks. Maar dat is hem dan uiteindelijk natuurlijk niet uit het niks, want dan hebben ze zich de hele dag al een beetje groot moeten houden, overeind moeten houden letterlijk. Kosten energie. Ja, en dan gaan ze vanuit dat oerbrein eigenlijk ineens van nul naar honderd. Ik zeg altijd, dan ga je ineens als je paarse pentie als iemand de deksel te hard op de pan legt met het avondeten. En ja, dat vinden mensen wel heel moeilijk, want het zijn over het algemeen hele wilskrachtige mensen die dit, nou ja, die wij zien. Ik zeg altijd, de mensen die het wel geloven, die zitten gewoon thuis op de bank en die zeggen gewoon, het gaat niet, dus ik doe het niet. Die je gezichten banneren. Ja, dus die zien wij niet in ieder geval. Maar de mensen die een beetje de spin in het web zijn thuis en alle ballen hoog houden en die gewend zijn, ook heel erg van wat mijn hoofd bedenkt heeft mijn lijf gewoon uit te voeren en dat lukt altijd. En als het dan niet lukt, dan zet je een tandje bij en dan lukt het toch. Ja, en dit zijn dan klachten die je zo ontzettend overnemen en stilzet. Dat geeft wel emotie, ja. En dus de mensen worden daar enorm gefrustreerd van. Dus juist de mensen die wilskrachtig zijn, die lopen hier meer tegenaan? Absoluut, ja. En die andere mensen, die stoppen dan met werken en die stoppen met... Ja, die zijn wel beroerd, dus die gaan dan gewoon rustig aan doen, want ze zijn beroerd. Maar komt het daar dan uiteindelijk goed mee of zijn die gewoon niet in beeld? Ik vind wel in de stad... Die zijn in die zin niet bij ons in beeld. En wij denken, maar dat is een aanname, dus dat zou leuk zijn om eens uit te zoeken, maar die trekken dus het spierharnas niet aan. Want die hoeven zichzelf niet bij elkaar van huppakee en weer door. Maar het zou ook interessant zijn om te kijken van, stappen die mensen dan op enig moment op? Ja, dat zou inderdaad leuk zijn om nog eens uit te zoeken. Want de mensen die wij wel zien, daarvan zien we in ieder geval van... Dat zijn de strijders. Dat ze de spierharnas aan hebben. En daar hebben ze natuurlijk heel veel profijt van gehad, maar dat hou je niet vol. Dus uiteindelijk moeten ze die weer loslaten en moeten ze vanuit die ontspanning weer leren opbouwen. Dus daar zit zeker heel veel emotie bij en dat is zeker in de eerste fase altijd... Ik weet niet of je de polyvagaal theorie... Die ken ik. Dus dan zeggen we ook altijd tegen mensen van, het is de bedoeling dat we weer zoveel mogelijk in dat groen komen. In het nu en het is allemaal fijn en ontspannen. En dat je goed naar je rust en je herstel kan. Dus dat je goed kan slapen en dat je weer uitgerust wakker wordt. Dat is natuurlijk bijna ook altijd een probleem. Slecht slapen, slecht inslapen of doorslapen. En dat mensen dus heel snel door prikkels naar die vechtvlucht schieten. En ook wel soms door naar de vries. En dat we ze dus eigenlijk tools geven om te leren veel sneller weer terug te komen in dat groen. En dat ze dan eigenlijk uiteindelijk ook minder energie natuurlijk verbruiken. En vanuit die theorie zou ik zeggen, die mensen die het herharnelsen, die dus niet gaan vechtvluchten of bevriezen, die zouden eigenlijk ook weer sneller kunnen herstellen. Ja, dat zou je wel veronderstellen. Als je kijkt naar de fysiologie, die past bij vechtvlucht of vries. Ja, dat helpt niet om te herstellen. Maar mensen vinden dat dus soms, en we zien ook echt wel mensen natuurlijk wel met onderliggend trauma, die dus nooit eigenlijk echt in dat groen gezeten hebben. Dus die al hun hele leven eigenlijk een beetje in vechtvlucht, vries functioneren. Daar voelt het ook super ongemakkelijk voor om naar dat groen te gaan. Dus dat is helemaal niet prettig of comfortabel in het begin. Eigenlijk komt er weer een tegeltje. Je kan het zenuwstelsel wel begeleiden, maar niet ophaasten. En als ik nu kijk, we zijn nog 25 jaar verder met die ESVit, dan denk ik, ja, er is ook gewoon nog steeds niet echt een therapie voorbijgekomen die het tegendeel bewijst. Dus het zenuwstelsel kan je zeker wel begeleiden, maar je kunt het niet versnellen. Mensen hebben echt niet tijd nodig om naar dat groen te komen. Dus die spierspanning los te laten en dan dus weer die lichaamsinformatie te kunnen gebruiken. En omdat, zoals je dat net eigenlijk ook al aangaf, in al die verschillende situaties die dan in het dagelijks leven zich aandienen, om daar te leren om in het groen te komen. Ja. Want het duurt ook wel even geloof ik hè, voordat mensen die de hele rit hebben doorlopen binnen de ESVit-therapie. Ja, gemiddeld zeggen we wel dat ze ongeveer drie tot zes maanden wel bezig zijn. Dat wij alles hebben overgedragen wat we kunnen overdragen. En dan zijn ze in ieder geval hun eigen therapuit. Dan zijn ze nog lang niet allemaal klaar. Want het kan best zijn dat het herstel en het generaliseren van eigenlijk al die compensatiestrategieën of de regulatietechnieken. Ja, dat is ook niet echt klaar op een gegeven moment. Want ze gaan ook steeds weer meer doen. De belastbaarheid neemt toe. Dus dan gaan ze ook weer opbouwen in wat ze thuis kunnen of wat ze op werk kunnen. Maar dan lopen ze weer tegen nieuwe grenzen aan. En dus moeten ze het daar weer toepassen, zeg maar. Ja, dus het duurt vaak wel inderdaad. Voordat mensen weer op een bepaald niveau zitten waar ze weer kunnen participeren, duurt het eventjes. Ja, en dat is ook echt weer de dag met, wij zeggen altijd van overleven naar leven. Leer een regeltje. Ik ga ze dadelijk allemaal opzuigen. Heerlijk, ja. Maar die is ook wel heel erg herkenbaar voor mensen. Dat ze echt normaal eerst zo'n soort van de broekriem aantrekken of het spierharnas. Van oké, daar gaan we. En dan s'avonds, het is weer gelukt. En morgen weer een dag. Maar oké, ik heb zin in de dag en hij past me, zeg maar. Ja, mooi. En inhoudelijk, kun je een tijdje over vertellen? Wat gaan mensen dan doen op het moment dat ze met de ACI-therapie aanslag hebben? Ja, de ACI-therapie zit dus inderdaad wel ingebed in of ergotherapie of fysiotherapie of oefentherapie of iets paramedisch. En we zeggen altijd... Sinds kort ook geadreteerd voor fysio. Fysio's, ja, daar zijn we heel blij mee. Dus we zitten te luisteren en geïnteresseerd zijn. Ja, voor het beroepsgerelateerde deel inderdaad, helemaal fijn. Maar het zit wel heel erg ingebed. Dus we zeggen ook altijd van de belangrijkste fundering is natuurlijk ook wel gewoon je algemene belasting en belastbaarheid. In de zin van, wat moet je allemaal, wat wil je allemaal en wat kan je allemaal? En is dat een beetje in balans? Of doe je de hele dag en de hele week alleen maar moetens en kunnens? Of zit er ook nog wat willens in? Dus ja, als ergotherapeut, zeker, doen we heel erg met tijdschrijving en met weekplanningen om te zorgen dat mensen dus... Nou ja, eerst terug gaan naar dat basisniveau waarop ze zich goed voelen en waarop ze dingen kunnen. Maar daar zitten dan natuurlijk vaak heel veel dingen in die niet passen. Omdat ze daar de energie niet voor hebben, de belastbaarheid niet voor hebben. Dus dat moet wel ook echt min of meer eerst op orde zijn. Wil je iets met die prikkels kunnen, want anders is het een beetje water naar de zee dragen. En als iemand continu over zijn grenzen blijft gaan en alsmaar meer doet dan hij eigenlijk aankan, dan blijf je natuurlijk ook overprikkeld. Dus dat heeft niet zoveel zin. Dus we zeggen altijd met de SI-bril op, dus de sensorische integratiebril op, kijk je naar wat past er in een dag en waar wil ik dan, als je het met geld zou vergelijken, waar wil ik mijn geld aan uitgeven. Oké. Dus dat is eigenlijk heel goed kijken naar, oké, we hebben gewoon dagelijks activiteiten, jij komt hier vanaf RTV. Hoe kan ik dat gaan verdelen, hoe kan ik mijn energie gaan verdelen eigenlijk? Ja. En daar zit ook wel weer natuurlijk een dingetje met de emoties. Want mensen vinden het ontzettend moeilijk dat ze, daarom zei ik het, het zijn vaak de wilskrachten van mensen die alle ballen hoog hielden thuis en op het werk vaak. Ja. En dat dat dus ineens niet meer gaat is ontzettend frustrerend. Dus mensen zitten altijd heel erg ook in die frustratie van, ja, ik kan eigenlijk niks, ik doe de hele dag niks. En als je dan tijdschrijflijsten gaat invullen, dan kleuren we ze altijd met rood, groen en geel. Want rood is de activiteit, groen is echt rust en geel is dan de ontspanning. En dan zie je toch wel vaak heel veel rode lijstjes, ondanks dat ze zeggen dat ze helemaal niks doen. Dus dat helpt ook wel. En dan, daarbij doen we dan zeg maar de informatie over die prikkelverwerking. Dus ineens is het dan gelijk mee in die dagindeling en die weekindeling. En jij gebruikt sinds kort ook de emotionele kaarsjes. Precies, ja. Kun je daar die mooie aanduiding in brengen. Nou ja, het is wel als mensen dus daar lang in blijven hangen, omdat ze de keuzes niet maken vanwege de niet helpende gedachten als we hebben geen kabouters en als ik het niet doe, wie doet het dan wel. En dat zijn natuurlijk hele bekende, daar hebben we allemaal weleens last van. Maar als je daar natuurlijk last van blijft houden en je maakt dus ook geen andere keuzes, ondanks dat je heel veel klachten hebt en heel erg beperkt bent, dan kan zo'n sentiment... Of mensen doen het onrustig, dat ze niet precies weten van ik zit de hele tijd tegen m'n aanduiding en ik heb niet in de smide... Dat die dat doet. Dat die dat doet en ik ben ervan overtuigd dat ik dat ben, of dat ik m'n gedachte ben, enzovoort. Dan kan dat zeker nutten. Dan ben je op een hele andere plek gehaald. Dus dan helpt dat wel om dat inzichtelijk te maken en dan maken ze die keuze wel. Dat kan dus inderdaad met de kaartjes zetten en ik gebruik ook, dat is weer een andere interventie, maar Reattach kun je daar ook goed bij gebruiken. Dus nou ja, en als we dat dan op orde hebben, dan ga je eigenlijk tegelijkertijd starten met het leren dat spierharnas los te laten en dat is met een oefening, die noemen we diepzitten. En dat diepzitten wil zeggen, dat is eigenlijk gewoon een biomechanisch voefje, je schuift eigenlijk een hand onder een bil als mensen goed recht achterin de stoel zitten. De stoel moet dan ook allemaal wel een beetje kloppen, dat de stoel iemand ook kan dragen. En door die spier dan passief te rekken, dan ontspant die. En dus dan voelen mensen dat ze een soort zakken, een soort landen op hun billen. Dus dan voel je ook dat verschil. Dus wij zeggen dan, dan lijkt het alsof je dieper in de stoel zit. Maar dat kan natuurlijk niet, want die stoel wordt niet ineens dieper, maar dan zit je door je eigen spierlaag heen. Dus dan gaan mensen eindelijk pas ontspannen. Dan gaan ze eindelijk landen, ja. En dan ontspannen ze eigenlijk de bovenbeenspier, de bekkenbodem, lage buik, lage rugspieren, maar ook alle strekkers, dus je nek en je bovenbeen. En dat geeft vaak wel ook emotie. Want als mensen dan ineens die spierspanning loslaten na heel lang, dan gebeurt het best wel vaak dat ze dus ook emotioneel worden, of vegetatief reageren. En dat gebeurt eigenlijk nog vaker met het verzwaren, want de oefening daarna, dus bij kinderen kun je gelijk met verzwaringsvestjes en met bandjes en dingen in de weer, om ze meer hun eigen lichaam te laten voelen, zodat die prikkels beter geïntegreerd raken. En bij volwassenen heb je dus dat je eerst die spierspanning wat los moet zien te laten, want bij de intake doen we dus ook even testen met verzwaringssakjes op de bovenbenen, om te kijken of mensen gewicht kunnen voelen. Want als je wil kunnen voelen, moet je dus een ontspannen spier hebben. Dus als wij een zakje van een kilo op iemand zijn been leggen en we vragen, wat voelt u nou dat daar ligt, en dan weten ze dat het een kilo is, dan zeggen ze heel vaak eigenlijk niks, of alleen kou, of misschien een ontsje. Dus dan weet je zeker van, dat spierharnas staat nog behoorlijk aan. En met die zakken gebeurt het ook wel heel vaak dat mensen dus inderdaad, dat er ineens een traan over de bank rolt. En dat begrijpen ze dan zelf ook helemaal niet. Dan kan je gelijk mooi uitleggen van het spierharnas wat al heel lang de stabiliteit geeft, maar het maakt je ook heel verkrampt en heel instabiel. Dus als je zo'n ridder in zo'n harnaspak een duwtje geeft, dan kan hij misschien net aan uitstappen, maar anders is hij wel heel star, maar niet stabiel. Dus als mensen dan weer leren van, als ik dat pak nou eens uittrek, en je bent weer ontspannen en flexibel en je krijgt dan een duwtje, dan kan je gewoon opzij stappen. Juist. Zo hoort dan is het inderdaad, bij volwassenen dan eerst dat harnas laten zakken, en daardoor worden ze ook weer gevoeliger en daardoor verbetert hun functie ook weer. Ja, en kunnen ze dus eigenlijk uithieven, echt vlucht. Nou, ontspannen gewoon in het hier en nu. En dan kost het ook minder energie, want als je natuurlijk de hele dag met spanning alles doet, dan verbruik je ook letterlijk meer energie. Ja, dus dan zijn we helemaal afgepakt. Ja, en eigenlijk alle handelingen die gewoon zitten, staan, de basisvaardigheden noemen we natuurlijk dan, die kosten normaal geen aandacht, want die gaan via ons ruggenmerg op de automatische piloot, maar als dat dus gestoord is geraakt door die aanhoudende spanning, dan, net als dat je heel lang op je been hebt gezeten bijvoorbeeld, als je dan wil opstaan en weglopen, dan moet je ineens heel bewust gaan voelen, want anders pak je het door je been, omdat je het niet meer zo goed voelt. Dus al die gewone simpele basisvaardigheden, die kosten ineens weer aandacht. Dus als je dan een taakje gaat doen als bijvoorbeeld koken, dan ben je én de hele tijd bezig met hoe sta ik hier, én met koken. Dus je bent eigenlijk de hele dag aan drie dubbeltaken. Mensen geven vaak aan, ik heb moeite met concentreren, met geheugen. En dat is ook in de opbouwfase zeg je nu. Dus juist ook wanneer mensen gaan opbouwen en dat weer zo bewust moet gaan doen. Nou dan gaat dat wel verbeteren. Dus mensen gaan merken van, wat heb ik nou aan het spierharnas uit doen, dat ze meer energie overhouden en ook dat ze natuurlijk minder gevoelig reageren op licht en geluid. Want zo'n spierharnas is ook een soort strak elastiekje. Als je daar tegenaan piekt, dan is het effect heel groot. Maar als het een slap elastiekje is, dus ontspanning, dan gebeurt er niet zoveel als er gepiekt wordt. Dus mensen zeggen wel vaak van, ik vind de stofzuiger bijvoorbeeld al minder vervelend. Of mijn kinderen die op de mobieltje of met geluiden bezig zijn, kan ik weer beter hebben. Het staat minder scherp afgesteld. Precies. Mooi vergelijken met het elastiekje. Ja. Die herkende mensen wel. Oké, dus dit zijn eigenlijk hele praktische oefeningen die je aangeeft. Waar jullie dan aan de slag gaan. Verandert dat ook in de loop der tijd? Want het zijn drie tot zes maanden, komen er dan meer oefeningen bij? Zeker, ja. Het is opgedeeld eigenlijk in de screening fase, waarin we checken, is het inderdaad echt die verstoring van die gintagessystemen? Of is het vooral psychosociaal en emoties en moeten we eigenlijk iets anders aanbieden? En dan daarna, als je dus wel start, dan leer je ze eerst het spierharnas eigenlijk uitdoen. Dus je leert ze reguleren zelf. En als ze dan naar de supermarkt zijn geweest en we laten ze die oefening doen, en ze voelen van, hé, dan ben ik heel snel weer oké. Dan kunnen ze zichzelf dus, nou ja, dempen of reguleren met veel prikkels. En dan kan je door naar fase twee en dat zijn de gewenningsoefeningen. Dus dan krijg je voor elk gintagessysteem, zeg maar, voor de ogen, voor het tegenwegsorgaan, voor het voelen van vaste prikkels, krijg je allemaal oefeningen en dat wordt een soort pakketje. Want elke dagelijkse activiteit bestaat natuurlijk niet uit één gintaginformatie of één prikkel. Het bestaat altijd uit een heleboel laagjes. Dus het wordt een soort pakketje van oefeningen die mensen achter elkaar doen. En omdat de oefening die eerst heel moeilijk ging, veel tijd kostte, dan al heel makkelijk gaat, wordt het niet steeds langer of zo. Maar gemiddeld zijn mensen dan drie keer een kwartier ongeveer wel bezig met het oefenen. Drie keer een kwartier per dag? Ja. En dan daar buiten lopen ze meestal nog één tot twee keer buiten om ook een stukje conditie opbouwen en ook om prikkelen, zeg maar, door. Dat lopen, dat bewegen is echt het stofzuigertje van de andere prikkels. Kun je ze bijvoorbeeld geven voor de ogen? Ja. De uitgangshouding is dus altijd dat diep zitten. Dus daar starten mensen mee om altijd met die neutrale spierspanning weer te beginnen. En wat dus veel gebeurt, is dat mensen op hun hoofd, of de aanrijding, de hoofdsteun, of achterover zijn gevallen, of een klap op hun hoofd, of hun hoofd gestoten. Dus heel vaak is het visuele systeem, zeg maar, werkelijk verstoord, door het visuele schors. Dus de ogen werken heel vaak bij deze mensen niet optimaal samen. We hebben het over de fixatie-disparatie, het gelijk zien. Dus beide ogen hetzelfde waarnemen. En die is vaak verstoord. Dus als mensen én hun lichaam niet meer zo goed voelen vanwege de spierspanning, én dan dus eigenlijk als compensatie de ogen gaan gebruiken, dus wat ik net aan jou vroeg, hoe staan je voeten? Hoe staan ze dan onder de tafel? In het midden opstaan ze anders. En dan gaan mensen heel vaak gelijk onder de tafel kijken. Dus dan weet je al, ze zijn dus gewend om dat wat ze niet voelen te compenseren. En dat is leuk als je ogen kloppende informatie doorgeven. Als je ogen dus niet zo goed samenwerken en dus een verstoorde informatie doorgeven, dan werkt die weer aanverrecht op dat cirkeltje. Want dan gaat bij een verstoorde visuele informatie gaan je nekspieren weer strakker staan, gaan je bovenbeenspieren weer strakker staan, om jezelf schrap te zetten, want je wordt dan een soort duizelig van die verkeerde informatie. Omdat het dan verschillende soorten informatie of verstoorde factoren op dat evenwichtsoorgaan, waar die informatie binnenkomt, dan komen dan meerdere verstoorde prikkels binnen. Ja, want normaal heb je het stabiele blikveld. Dus als we lopen door de samenwerking tussen de ogen, het evenwichtsoorgaan en de spieren, zien we de omgeving niet op en neer duinen als we lopen. Terwijl dat in feite wel zo is. Maar gelukkig hebben we dat niet. Maar als je dus daar een verstoring in hebt, dan heb je dat dus ineens wel. Dus dan word je ook heel naar van lopen eigenlijk. Ja, een soort cesie. Ja, precies. Mooi, mooi voorbeeld ook. Dus even voor de goede orde, voor de mensen die niet helemaal zo inzitten, die visuele informatie komt achter bij in je hersenen binnen. En vandaar dat daar ook die verstoringen dan plaatsvinden. Wanneer mensen een whiplash-achtige... Of op hun achterhoofd vallen. ...plaats hebben gehad. Dus daar de nadelige consequenties van ervaren. Ja, we horen het overigens nu wel ook heel veel bij de mensen met post-COVID. En dan kunnen we natuurlijk nog niet vanuit wie insteek verklaren, want die mensen zijn niet per se op hun achterhoofd gevallen, of hebben een klap gehad of wat dan ook. Maar daar doet zich wel een beetje hetzelfde fenomeen voor. Dus er zal nog een ander iets onder zitten wat ook maakt dat die samenwerking tussen die ogen en dat evenisorgaan en dat voelen van je lichaam in de ruimte verstoord raakt. Dus dat is dan nog weer een interessante om verder te zoeken. Nou, je kan sowieso gewoon een aantal andere zijwegen bedenken, maar dat valt misschien weer buiten deze podcast. Ja. Maar mooi om het zo terug te horen hoe je ook redeneert. Dus dat is ook super interessant om ook weer aan te horen. En hopelijk zet het andere mensen ook weer aan tot denken van... Er zijn dus verschillende aanvlieggoedjes bij dit soort problematiek. Ja. Dat zijn toch een hoop mensen die helaas nog hier blijven aanlopen. Wil je verder nog iets aanvullen op de AASVIT? Waarin verschilt het van andere therapiesoorten die hier zich ook oprichten? Ja. Het is ontstaan omdat de reguliere behandelingen niet voldoende resultaat gaf bij deze groep mensen. Dus wat er vaak gebeurde is dat mensen terechtkwamen en nog steeds wel komen in pijnprogramma's van de revalidatiecentra. En als iets niet werkt is dat het. Want als je sensorische integratieproblemen hebt, dan helpt het niet om gewoon exposure te doen. Dus om het maar gewoon heel vaak te doen. Want dat gaat niet wennen. Ik had bijvoorbeeld zelf als kind moest ik vanuit Capelle naar Rotterdam op school. En dan in de ochtend was ik fit. Dan kon ik met de bus redelijk aankomen. Maar terug ben ik vier jaar lang gewoon hartstikke wagenziek thuisgekomen. Dus dan zou je denken, nou, dat is een best goede vorm van exposure vier jaar lang, vijf dagen in de week. Ja. Nou, dat went dus niet als je er niks aan verandert. Dus je hebt het persoonlijk ervaren? Ja. Aha. Ja. Nou, dat komt er dan nu uit. Ja. Ja. Ja, ik ben ook nog wel eens inderdaad flink bewusteloos gevallen op m'n hoofd. Dus toen ben ik zelf permanent dronken geweest zonder alcohol een jaar lang. En dat is zeg maar dit wat je hier over zegt. In die periode was je van Capelle naar Rotterdam al? Nee hoor, toen was ik 16, 17 of zo. Ja, toen was het een andere periode. Maar dat gebruik ik weleens om mensen te zeggen van, soms denken ze van, ik moet gewoon maar doorzetten. Ik moet gewoon wat harder m'n best doen en ik moet gewoon vaker doen. Dan went het wel. Maar dan geef ik hem wel eens als voorbeeld van, dat went niet tenzij je iets anders doet. Want op een gegeven moment had ik wel door met die bus, van als ik ga zitten, als ik naast het raam zat, dat ik dan meer last had. Want wat je dan doet is natuurlijk naar buiten kijken. Dus dan krijg je die misstachmes van je ogen. Dus dan wordt dat erger. Dus dan dacht ik ook, dan ga ik aan het pad zitten. Nou, als ik dan aan het pad zit, dan ging het wel al iets beter. Maar toen had ik op een gegeven moment ontdekt van, als ik nou met die lange harmonica bussen in het midden ga staan, dat is het punt waar die het minste beweegt. Het minste uitslag heeft. Dus dan ging ik al een beetje zo het zoeken. Bijna in het oog van de storm. Ja, precies. Dus dat had ik dan wel gevoelsmatig al een beetje ontdekt. Maar nu ik de theorie erachter snap, denk ik, oh ja, dan krijg ik natuurlijk meer propositieve informatie. En dus meer over hoe sta ik zelf in de ruimte ten opzichte van die bus. Maar was er een aanleiding voor? Het vertelt over die middelbare schoolpinion, zeg maar. Ja. Is er iets gebeurd? Nee, daar was verder... Nee, ik woonde gewoon in Capelle en ik zat in Rotterdam op school. Dus ik moest met die bus. Maar dat geeft dan wel als voorbeeldje van, je kan niet gewoon maar doorzetten bij een verstoring in je integratie, zeg maar. Dat helpt niet. Dus je moet dan wel echt iets anders doen. Dus de vraag van wat doet deze behandeling anders is wel vooral dat het het echt anders aanvliegt. Omdat het uitlegt aan mensen van, ja, maar hoe werken die zintagsystemen dan met elkaar samen? En wanneer krijg je een goede uitkomst? Wanneer kun je gewoon wel op vakantie of kun je wat mensen veel vermijden, heel veel sociale dingen, omdat dat veel prikkels geeft. Hoe kun je zorgen dat mensen er wel naartoe kunnen en dat ze die prikkels wel kunnen verwerken? Dus de andere insteek is denk ik wel... Ik vond het wel verwarrend, het werkt inderdaad, wat je eerder aanvraagde met je DSM. Zeker nu dat je dit zo over zo'n vakantie, dat het ook wel heel soms verwarrend kan worden met fobieën en angst en anders. Ik heb zelfs echt heel triest één keer een dame in behandeling gehad en die had echt behoorlijke klachten. En die was eigenlijk best wel aardig hersteld of opgeknapt, zeg maar. Maar die worstelde al heel lang met dat ze na een skiongeval deze klachten had en dat ze dus zelf zeker wist dat het daar ook mee was ontstaan. Maar dat de arts eigenlijk zoiets had van, ja, maar er is niks en we vinden niks. Uiteindelijk heeft ze een andere vorm van een MRI gehad waarop wel degelijk een heel groot litteken zichtbaar was. Dat had ze prima aangevoeld zelf. Dus dat voelde wel als eindelijke erkenning ook. Dat doet natuurlijk ook mee in zo'n herstelproces. Dat helpt niet echt lekker als de hele medica... Ja, als er zo'n belading moet zitten, nou, je wordt niet gehoord en niet verloopt. Precies, ja, dat is heel naar. Dus die had daar zeker profijt van, maar toen heeft ze een keer een terugval gehad naar aanleiding van iets. En toen is ze dus inderdaad toch niet begrepen weer door de arts, is ze door een psychiater naar een opname gestuurd. Als je ergens overprikkeld raakt is het een gesloten afdeling in de psychiatrie. Dus daar is ze heel slecht geworden. En toen, gelukkig had ze mij later weer gebeld, is ze weer in behandeling gekomen. En toen zijn we het ook gaan duiden en weer gewoon op dezelfde manier opgepakt. En toen heeft de psychiater ook wel zijn excuus aangeboden. En die heeft gezegd van, ik heb het gewoon helemaal verkeerd gediagnosticeerd. En je hebt inderdaad gewoon echt sensorisch integratie problemen. Dus ja, je had daar nooit opgenomen mogen worden. Dus het is wel bekend ook bij dit soort professioneel. Ja, gelukkig steeds meer. En ik spreek af en toe inderdaad toevallig psychiaters die het kennen. En die zeggen van, oh ja nee, ik verwijs mensen wel vaker. En Elisabeth die heeft een jaar nadat ze met pensioen is gegaan, heeft ze nog een soort pilot gedaan. Met een CAT-team, dus mensen die hun eerste psychose hebben gehad. En heeft ze met een psychiater gekeken van, wat zou de rol kunnen zijn van het SC-protocol in zo'n CAT-team, zeg maar. Ja, dat had wel positieve uitwerkingen. Dus daar zijn ze toen aan het kijken geweest van, hoe kunnen we dat eventueel integreren ook nog binnen de psychiatrie. Oké, dus je begrijpt het dan goed dat mensen met een psychose worden gediagnosticeerd die eigenlijk een vorm van sensorische integratie heeft. Nou, dat zou ik niet durven zeggen, maar het was eigenlijk in die insteek meer van, omdat er wel zoveel gelijkenissen zijn. En omdat, ook als je aan het polyvagaal denkt, in de vries heb je natuurlijk ook het dissociëren enzo. Als je mensen weer terug kan brengen naar hun lichaam door die preocricepties weer te leren voelen, dan kan dat natuurlijk wel helpend zijn. Ik wil dan niet zeggen dat ze het etiket niet verdienen of er niets aan hadden moeten krijgen. Misschien is dat nog wel gewoon naast elkaar mogelijk. Maar het ging dan vooral om, zou dat hand en voet kunnen geven aan een behandeling, zodat je eigenlijk voorkomt dat mensen een tweede psychose krijgen, omdat ze zichzelf eerder terug kunnen halen. Want we hebben wel eens mensen gehad die dan gewoon zes keer per dag flauw vielen. Nou, als je die mensen kan leren in je therapie van, hé maar wacht eens even, wat zijn dan die eerste signalen? En ga dan reguleren door te lopen of te verzwaren of je ademhaling. Ja, precies. Ja, overmiddag. Het is wel echt heel mooi, zoals je in het begin al zei, van het holistische. En soms is dat zo'n graag term, maar het is meer het mind-body dilemma, waar we dan ook over hebben van, wat zit er nou allemaal puur in het hoofd of puur in het lichaam. Er zit heel veel overloop natuurlijk, ook dankzij de polyvagale theorie. Ja, zeker. We hebben daar steeds meer hand en voet aan kunnen geven en nu komt dat weer mooi terug. Terug. Terug eigenlijk, als je het zo brengt. Ja, ja. Ja, dus oké, helder. Wat je bedoelde net eventjes in een gebeurtenis uit je eigen leven, dat je in de staat van permanente dronken schat, dat je achterover was. Ik was in je achterhoofd gevallen. We zitten in de Emotion Masters tolkast en je bent een Emotion Masters in boarding. Wat zijn nou voor jou spraakmakende emoties die jij hebt beleefd? Dat kan iets vervelends zijn, waar ze het over willen hebben. Dat kan ook weer juist een positief effect hebben gehad. Heb je iets waarvan je zegt, nou, dit is iets wat ik regelmatig tegenkom of ben tegengekomen in mijn leven. Nou ja, wat je nu noemde was, in die zin, dat was na de bevalling van mijn vierde kind, dat ik onder de douche... Ik had een darmbacterie, dus ik was al een paar dagen natuurlijk niet heel fit en ik dacht, nou, ik ga nog even snel douchen. En daar vierde de slui onder de douche. Ik ben een soort, nou ja, door een glazen deur heen op de grond geland een tijdje gelegen en koud wakker geworden. Dus ook wel even een tijdje buiten Westen geweest. Maar goed, dat was toen natuurlijk niet leuk, heel frustrerend. Het was voor jou gelukt? Ja, ik had een hele leuke kraamtijd eigenlijk. Ik was heel fit, ik was alweer op de been en zo. Dus dat was een flinke domperde op het geheel. Want ik dacht eerst, nou ja, ik heb daar zoveel kennis van, dat gaat mij niet gebeuren, want ik weet precies hoe het werkt. Dus ik ging mezelf ook liggen testen en zo, met oogvolgen in bed en even kijken of alles het nog deed. Ik dacht, nou, dat is meegevallen, dat komt wel goed. Maar ook heel klassiek, na twee dagen begon de ellende. En wat iedereen dan, wat ik herken van mijn cliënten, patiënten zeg maar, kreeg ik allemaal zelf. Dus inderdaad, heel snel ging ik een boodschapje toch nog proberen te doen. Ook weer met het idee van, we hebben geen kabouters, dus iemand moet het toch doen. En dan kwam ik in de supermarkt en dan hadden ze van die vreselijke TL-verlichting bij de groente en fruit waar je binnenkwam, bij wijze van spreken. Ja, dan was ik echt binnen een minuut of twee, was ik zo geroemd naast de Granny Smiths die daar lagen. En dan zei mijn vriendin, die was dan meegegaan om mij al een beetje te ondersteunen, die zei, ga jij maar vast weer naar huis. Ik maak het wel even af en dan kom ik zo weer terug. Dus ik voelde me toen ook wel echt heel, hoe zeg je dat? Gefrustreerd natuurlijk, wat ik herken van mensen. Dat je denkt van ja, je hebt net je vierde kind gekregen, er moet van alles, het gezin draait door. En je man moet ook werken en kan ook niet toveren, zeg maar. Maar jij bent ook zo'n echte doorpakker. Ik was ook wel, of ben misschien nog wel, een ballenhooghouder. Ja, dus inmiddels kan ik dat gelukkig allemaal meer loslaten omdat ze natuurlijk groter zijn. Dus ze is nu vijftien en de oudste is twintig. Dus dat is nog wel even geleden. Zeker, ja. Dus je bent daar dus goed doorheen gekomen. Ja, hij heeft ook zeker, ik denk wel, uiteindelijk drie jaar toch geduurd. Het eerste jaar de grootste stappen gemaakt. Ook zelf het protocol ter hand genomen, maar ook wel naar de osteopaat geweest. Waar mensen ook vaak wel naar verwijzen als ze ook bij het protocol in behandeling zijn, om te ondersteunen. Maar ja, het kost gewoon tijd. En dat je het eerste jaar inderdaad met Koningsnacht gewoon echt er niet aan denkt om te gaan, want dat is echt gewoon een no-go. En de tweede keer denk je, nou misschien een kwartiertje. En dan ben je heel blij als je er maar één dag last van hebt. En het derde jaar dan denk je van, nou joh, ik ga gewoon weer en we zien wel hoe het gaat. En dan ben je heel blij als het eigenlijk wel weer lukt en je niet echt heel veel lasten meer van hebt, zeg maar. Dus dat gaat in stapjes, ja. Ja, en dat in deze tijdgebonden maatschappij, dat is best een klus. Ja, dat is vechten tegen de tijddruk inderdaad. Je weet dat je niet moet haasten en dat je het niet moet ophaasten, maar alles draait door. En toch nog wel bijzonder vind ik dat je daar dan als professional mee bezig bent en dan in je privéleven daarmee te maken krijgt. Ja, ja. Is dat toegang? Dat is een andere podcast. Ik denk, we fietsen er gewoon heen. Nou ja, tegenwoordig. Ik bedoel, je werkt dan ook af en toe met die kaarten. Dan vallen die kaarten ook gewoon in. Ja, niks gebeurt voor niks. Nee, ik denk dat uiteindelijk zegt iedereen dat natuurlijk wel. Ik had dat liever niet meegemaakt, maar nu ben ik er toch ook wel weer dankbaar voor dat ik het dan wel heb meegemaakt. Want, en dat geldt voor mezelf ook wel, dat ik denk van, oké, als ik had mogen kiezen had ik het even overgeslagen. Want plaats je je regelmatig voor keuzes die je eigenlijk liever niet maakt of die je anders wil maken. Maar als je dan terugkijkt, denk je van, nou oké, het heeft me ook wel weer heel veel inzichten gebracht die ik nu kan delen met heel veel mensen. En ik probeer dat sowieso nooit te noemen hoor, want ik denk als mensen mij kennen, dat heel veel dat ook helemaal niet weten. En als testpatiënt ga ik dat ook niet per se zeggen. Soms deel je het wel, maar niet iedereen, je kan sowieso mensen niet met elkaar vergelijken. Dus het heeft geen zin als ik ga zeggen, nou, want ik, maar het geldt wel. Ja, ik wil toch zeggen, je hebt het wel echt van binnenuit ook meegemaakt. Ja, soms is dat, ik bedoel, als je erin was blijven hangen, dan was het misschien wat minder een voordeel. Ja. Maar uiteindelijk heb je daar van dat nadeel ook weer een voordeel. Ja, en ook inderdaad wel, soms werkt het dus wel in het voordeel als je het wel vertelt. Want dan hebben mensen ook zoiets van, oh, maar blijkbaar kan je dan dus ook wel weer zover komen. En dat geeft soms ook wel houvast. Ja, mensen lezen ook wel eens boeken waarin mensen een verhaal beschrijven waarbij het helaas dan niet zo goed is hersteld. Dus dan hebben ze dat ook voor ogen, dus dan weten ze een beetje van, oh ja, maar alles wat er tussenin zit kan. Succesvolle voorbeelden. Ja. En dat zie je toch in deze podcast. Dus daar ben ik heel erg dankbaar voor dat je dat hebt benoemd, in ieder geval. Ja. Zijn we inmiddels alweer best wel een lange tijd onderweg. Zit ik bijna anderhalve uur uit de klas hier. O, dat is wel best heel lang. Is er nog iets wat je wilt delen, is er nog iets wat je kwijt wil? Nou ja, het is nog steeds wel echt mijn passie of missie om dit te blijven delen. We geven dus de scholing inderdaad aan inmiddels eigenlijk alle paramedici die mensen tegenkomen die struggelen met sensorische integratieklachten of prikkelingsklachten. En gelukkig groeit de aandacht ook vanuit de Hersenstichting, dat helpt natuurlijk enorm. Dus mensen weten ons eerder, of ons maar, therapeuten die ze kunnen begeleiden daarin eerder te vinden. Want dat was lang echt wel een vreselijke frustratie dat mensen dan zeiden, jee, maar heb ik hier na al die jaren ook moeten wachten of zolang moeten zoeken. Nou ja, dan bestaat dit gewoon. Dus het is heel fijn dat we... Ja, het zegt wel dat mensen gaan uitwijken naar Amerika, toch op zoek zijn naar een bepaalde expertise. Zeker, ja. Dus wat is dat boodschap? De boodschap is zoeken naar een sensorisch geïntegreerde, sensorisch geïntegreerde geschoolde therapeut of een SC-therapeut. Ja, met name dus op het moment dat je aanhoudende klachten hebt nadat je... Ja. SOS geweken of een whiplash-achtige... Ja, of bij een ander ziektebeeld, dat kan zeker ook. Zoals? Ja, nu veel post-COVID, maar ook wel toch mensen, ik heb pas gesproken op het congres voor MS. Ja, toch ook mensen met 10 jaar of met kleine 7 jaar. Dus eigenlijk... Dus het gaat veel breder. Het is echt wel breder, ja. Eigenlijk alle mensen die dus niet echt gewoon met de reguliere behandelingen, zeg maar, herstellen van hun, nou ja, vermoeidheid, concentratiegeheugen, overprikkel door, licht geluid. Drukte, dat zijn wel een beetje de klassieke dingen waar mensen tegen oplopen. En de een is daar dan wel de hele dag duizelig en misselijk bij en de ander niet. Maar als je daarin vastloopt en het lukt je dus niet om op te bouwen, of wel in je privéleven of werk, dan is het zeker nuttig om in ieder geval voor een screening te gaan. Ja. Oké. Dat is super. Ja. Dan gaan we zo naar het einde toe van deze opname. Ik wil je heel hartelijk danken voor je openheid en voor je inbreng. Heel graag gedaan en erg leuk om het te mogen doen. Ik hoop wel dat het een beetje te volgen was. Ik hoop het ook, want het is natuurlijk soms, het ligt ook een beetje aan wie de toehoorders zijn. Maar wellicht zijn het wel de therapeuten die geïnteresseerd zijn in de ACID, die op deze manier toch ook een inkijkje in de keuken krijgen. Ja, en voor de mensen die al wat langer tijd met dergelijke klachten lopen en die inmiddels ook wel een beetje thuis zijn in de achterliggende terminologieën en dergelijke. Ik hoop dat we het voor die groep ook hebben kunnen verduidelijken. Ja. Nogmaals, dankjewel voor je bijdrage en wij gaan elkaar sowieso nog vaker zien. Ja, zeker. Leuk. Nou, heel erg bedankt ook. Graag gedaan. Tot wellicht een andere keer. Ja. Yes, hopelijk ben je net zo enthousiast geworden over het onderwerp sensorische integratie als Marinka en wil je direct aan de slag met de opleiding. Of misschien herken jij je in deze problematiek en wil je een contact heden met een gediplomeerd ACID-therapeut. Kijk dan voor meer informatie over het achtergrond en mogelijkheden op www.acid.nl. In voor duidelijkheid, het is dus www.asictt.nl voor meer informatie. En wellicht onthullen we hier wel wat meer informatie over Marinka haar nieuwe project www.goedgeprikkeld.nl. Wie zal het zeggen? Deel de podcast in ieder geval met je vrienden, familie, collega's, geïnteresseerde, iedereen die het maar gunt om verdieping te vinden in emoties. Tag zowel ACID-therapie als Emotiemesters in je bericht. Wij waarderen dit echt enorm. Nogmaals, ik lees alle berichten persoonlijk en reageer hier ook op. Kijk ook zeker even op onze website www.emotiemesters.nl. Hier vind je onze handige kaartset en tegenwoordig ook ons werkboek. Het was heel gemiddeld een proces om helderheid te verschaffen in emoties en je op weg te helpen uiteindelijk ook die emotiemeester te worden. Bedankt weer voor het luisteren en tot een volgende keer. Doei! ***

Listen Next

Other Creators