Van harte welkom in de podcastserie Hoe kom ik van mijn verslaving af? Mijn naam is Piet Laan en ik houd van echtheid, oprechtheid en waar gebeurde verhalen. In deze serie podcast laat ik diverse mensen aan het woord die ooit verslaafd waren maar met godshulp zijn verlost van hun verslaving. Ook laat ik hulpverleners en familie aan het woord. Het zijn geen alledaagse verhalen, maar het zijn verhalen met een belangrijke boodschap. Want godshulp kan alleens krachtiger zijn dan je ooit had gedacht.
En besef ook dat het geen verhaaltjes zijn, maar dat het echte waar gebeurde verhalen zijn. Zoals ik zelf ook diverse ervaringen met godshulp in mijn leven heb mogen ervaren. Vandaag spreek ik met Lisa en Bob. Lisa heeft als kind geleden onder haar hoofdbegaafdheid waardoor ze zich anders dan anderen voelde. Ze werd als jong kind al gepest en ze kwam als achtjarige al in een depressie terecht. Ze heeft daarbij professionele hulp gehad en ook diverse medicijnen geprobeerd.
Maar ze kwam pas echt vrij van haar depressie nadat ze zich ook liet dopen en een levende relatie met Jezus vond. En daar gaat Lisa samen met Bob over vertellen. Van harte welkom Lisa en Bob. We gaan een podcast opnemen over jullie leven, hoe jullie tot geloof zijn gekomen en de bijzondere dingen die jullie hebben meegemaakt. Ik laat eerst Lisa aan het woord want Lisa gaat iets vertellen over haar depressie en over hoe haar leven is begonnen.
Lisa zou je kunnen vertellen in wat voor gezin je bent opgegroeid en wanneer je dan misschien voor de eerste keer in een depressie bent tegengekomen in je leven? Zeker. Nou ja, ik ben opgegroeid in een gezin wat eigenlijk ook gewoon heel liefdevol is. Mijn vader is aanwezig ook, maar eigenlijk vanaf hele jonge leeftijd heb ik het moeilijk gehad. Ik heb ook wel het een en ander meegemaakt, maar altijd me heel anders gevoeld, geïsoleerd gevoeld van mijn omgeving en ik heb daar altijd mee gestukt.
Een hele intense verband met mijn moeder, met mijn vader. Hey, dat komt er ook wel uit, schatje. Nou, welkom Dave. Dat onderwerp komt zo meteen aan Bob, dat zeggen we de kinderen. De kinderen vertellen het mij. Maar goed, je hebt het anders gevoeld, dat bedoel je anders dan anderen of wat bedoel je dan anders? Dat klinkt zo cliché, maar dat is wel een beetje waar het op neerkomt. En ik had denk ik vanaf jongs af aan een hele ingewikkelde relatie met mijn moeder.
Heel intens, maar ook wat ongezond. Hey, sorry. Ja, op de een of andere manier had ik van jongs af aan moeite met connecten met mensen. Met vrienden, maar ook met mijn eigen ouders. Ik heb op zich ook wel veel meegemaakt. Het komt natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen, zoiets. Maar in principe, mijn familie was eigenlijk heel liefdevol. Ik ben ook wel opgegroeid met geloof. Dat is er met een paplepel in die zin ingekomen. Je vertelde dat je op je achtste een eerste depressie had.
Klopt, ja. Dat is dus ook wel heel jong. Ik merk ook dat ik de neiging heb om dingen kleiner te maken zoals het gegaan is. Uiteindelijk voelde ik me zo slecht dat ik op mijn achtste niet meer verder wilde. Wat heel heftig is natuurlijk, maar wat gelukkig wel serieus werd genomen door mijn ouders. Niet meer verder wilde met leven? Ja. Toen al? Ja, toen al. Dat is heel jong. Ja. Toen hebben ze me van school gehaald.
Ik werd ook wel gepest, trouwens. Dat is ook iets wat altijd wel terug is gekomen. Ja. Dat is wel eens inderdaad de eerste keer dat het echt... En was het onder de kleur van je haren? Nee. Geen echte kleur? Nee, nee. Rood is geverfd. Oh, oké. Nee, ik werd eigenlijk vooral gepest omdat ik... Eigenlijk op vrij jonge leeftijd kwamen ze erachter dat ik, hoe noemen ze dat dan, hoogbegraafd ben. Ik was slim, zo te zeggen. En ook wat anders.
Daardoor, mede daardoor, in contact leggen, met vriendjes, vriendinnetjes omgaan. Ja, dat ging gewoon anders. Ja, dus dat speelde ook wel echt een rol. Ja. En hoe ging dat verder in jouw leven? Want in je tiende tijd kwam je weer een depressie tegen. Is het overigens weggegaan vanaf je achtste? Is het minder geworden toen je naar een andere school ging of iets? Ja, ik ben inderdaad van school gewisseld. En dat had ik heel erg gehoopt, dat weet ik nog.
Dat ik toen op de nieuwe school terecht kwam, dat ik had gehoopt van dit is een nieuwe start. En dat werd het niet. Dus die depressie bleef eigenlijk een soort van achter me aan. Wat natuurlijk ook wel typisch is voor een depressie. Die bleef achter me aankomen. Ja. Ja. In je tiende tijd werd het nog heftiger, zei je? Ja. Maar op je achtste, toen dacht je al van mijn is het niet meer? Ja. Dus wat dacht je toen dan? Ja, hetzelfde, maar dan serieuzer eigenlijk.
Ik denk dat ik veel bezig ben geweest met eigenlijk weer een punt achter willen zetten. En dat deed je ook echt niet? Ging je dan jezelf snijden of weet ik nog wat? Nou ja, ik heb wel verschillende dingen gedaan, geprobeerd. Maar niet in die zin dat je soms hoort van, nou iemand heeft dan zelf een poging gedaan, om het even zo te zeggen. Ik was ook bang. Want ik wist ook niet, ik wilde heel graag dat het op zou houden.
Wat ik voelde. Maar ik wilde eigenlijk dan heel diep van willen, denk ik, toch leven. Dat was heel diep. En ik was ook bang van wat er daarna zou komen. Dus als ik dat daadwerkelijk zou doen. Er was een hele grote wanhoop in mij, waar ik heel erg mee in rond liep, continu. Maar dat ik toch ook bang was van ja, maar dan zou ik dat doen. En dan is het dan daadwerkelijk opgelost. Wat komt er dan daarna? Ja, ik zit me wel te vragen.
Hoe zit het dan met je geloof? Want je was ook gelovig opgelost. Ja, ik had heel erg het gevoel dat God was niet heel tastbaar voor mij. Hij bestond, daar was ik over uit in die tijd. Van oké, ik geloof in God. Ik geloof in Jezus. Ik geloof de dingen die mij verteld werden, die nam ik aan. Maar echt een relatie met God kende ik niet zo. Dus God was voor mij ook een beetje een boelman.
Dus een beetje zo van, als ik bijvoorbeeld uit het leven zou stappen. Ik had ook heel sterk de overtuiging van ja, maar dat mag niet van God. Dan zou ik het nog verder verkeerd doen dan ik eigenlijk al weet. Dus ik was ook een beetje bang voor God, denk ik. Het was ook een beetje een kwelling eigenlijk. Want je wilde er wat uit, maar je kon er niet uit. Nee, dat lag heel erg op mijn schouders.
Dat ging heel erg, ja, ook het idee van, ik kreeg heel veel ideeën, principes wel mee. En het principe van de hel en het principe van, ja, dat God overal iets van vond. Dat is denk ik een beetje hoe dat voor mij gevoeld heeft. Ja, zijn oordeel. Ja. En ja, hoe, wat was eigenlijk je dieptepunt? Wat is dan je dieptepunt geworden? En uiteindelijk heb je God wel gevonden. Ja, ik denk het dieptepunt kwam, want de depressie zeg maar vanuit mijn tienertijd, die sleepte langer.
En op een gegeven moment kreeg ik ook wel echt een serieuze relatie met de man naast mij. Ja, Bob. Ja. Bob die is ook aanwezig. Ja. Bob luistert vooral nu al vanaf. Ja. Wel afgesproken dat Bob zo meteen nog aan de beurt komt. Ja, ja, ja. En eigenlijk, op het moment, op een gegeven moment ging ik studeren. Ik ging naar een consultorium, als ze dan muziek willen maken, dus dat ging ik doen. Ja. En ja, een beetje vanaf het moment dat ik met Bob ook in een relatie terecht kwam.
En daarvoor natuurlijk al, maar toen kwamen er ook dingen naar voren. Tuurlijk als je met iemand samen komt, dan komt er nog meer nadruk op, de dingen waar je zelf mee op verstopt. En op een gegeven moment ging het psychisch gewoon heel slecht met mij. Ik kreeg echt, ja, psychotische neigingen. Ik heb bepaalde episodes gehad, zeg maar, dus het ging steeds slechter. En dat is wel echt het dieptepunt geweest. Wat moet ik me daarbij voorstellen, dan, psychotische neigingen? Wat denk je dan, of wat zie je dan, of wat voel je dan, Bob? Ja, ik heb een herinnering die ik nu bijvoorbeeld heb, is dat ik in Enschede, waar ik studeerde, zeg maar, waar wij veel waren, over straat heb gelopen en eigenlijk ontzettend lang weg was geweest.
Ik kan me nog herinneren, ik herinner me dan niet alles heel duidelijk of heel scherp, dat ik over straat liep en de gezichten van de mensen, die werden een soort van helemaal vervormd naar een hele afschrikkenwekkende wezens, bijna. Dat was heel intens. Ik was heel bang. En zo liep ik dan over straat, helemaal aan het dissociëren. En hoe oud was je toen? Ja, dat was... Zeventien, denk ik. Nee, nee, nee, dit was echt wel later. Want toen was ik al met jou.
Dus dat was niet toen ik zeventien was. Nee, dat was, denk ik, begin twintig, zoiets. Zoiets, ja. Nou, heftig als je zo over straat loopt en je kijkt zo naar mensen. Ja, en zo zijn er nog wat meerdere momenten geweest dat ik echt dingen zag die er niet waren, of dingen die vervormd raakten, of dat ik heel ver weg kon zijn, niet kon praten, niet kon reageren. En vanaf die tijd werd dat ook steeds erger, dus kwam dat steeds vaker voor.
Dat heeft Bob, denk ik, ook van een afstand echt wel bekeken en gezien, en mij daarin geprobeerd te helpen, als het heel moeilijk is. Ja, wij woonden toen al samen, toen dit gebeurde, en toen het ook steeds heftiger werd. En ik herinner me ook dat je je vaak dan had opgesloten en dat je inderdaad ook niet echt meer aanspreekbaar was. En dat er wel heel veel nachten aan heen gesloten dat ik eigenlijk met al mijn macht, met kennis en goede intenties jou erbovenop probeerde te helpen.
En dat was echt uren aan op je inpraten totdat je rustig werd. Ja, dat was wel een hele zware periode, want als iemand waarvan je houdt elke dag helpt en steeds op dat kantenpunt zit, dat was wel zwaar. Ze zei ook gewoon van, ik wil uit het leven stappen, of niet. Ja, dat kwam wel voor. Ja, en ik probeerde haar dan perspectief te geven, maar ik had eigenlijk zelf ook helemaal geen perspectief. Ik deed heel erg mijn best om alles te benoemen wat zij in huis had en wat wel waard was om voor te leven.
Maar ik had dat zelf ook totaal niet scherp. En was jij toen al geloverd op haar? Nee, helemaal niet. Nee. Dat kwam later pas? Dat kwam later pas. Eigenlijk toen wij net samenkwamen leken we een beetje een perfecte koppeltje. Omdat we complete zelfde personen leken. En zo was het ook. Dat vond ik zelf heel comfortabel, want ik zocht ook mijn vrienden op de precies dezelfde eigenschappen uit. Ben je ook hoogbegraafd? Het is niet getest, ik weet het niet.
Ik ben wel intelligent, maar hoogbegraafd weet ik niet. Je bent slim, sowieso. Ja, maar ik omringde me graag met mensen die hetzelfde waren. Dat kwam vaak niet veel van de grond met de mensen waarmee ik omging en bij mezelf ook niet. Ik had met Lisa ook wel een beetje een idealistische inslag en een soort van hippie leven wat we naastreefden. Dat matchde gewoon heel goed en dat hield ons ook echt bij elkaar. En de levensstijl. In die tijd was het gewoon heel normaal.
Dit was op de conservatoriumtijd. We dronken veel. We waren veel s'nachts wakker. Het was ook qua tijd en levensstijl sloten we heel erg bij elkaar aan. Terwijl ik onderlichaam natuurlijk eenmaal niet goed in mijn vel zat. En jij denk ik ook niet trouwens. Onderuit zat het er al, maar we hadden allebei een beetje confrontatie, meiden gedrag. Maar op een gegeven moment, als je inderdaad met elkaar leeft, dan komen bepaalde dingen gewoon vanzelf boven. En op een gegeven moment heb ik eigenlijk gezegd, ik kon best wel lang stand houden, maar op een gegeven moment kwam ik ook op een, ik weet niet of ik dat zelf depressie mag noemen, maar we zaten allebei helemaal in as.
En toen zei ik, maar kan God niet iets voor je betekenen, want je bent toch geloof opgegroeid. Dus ik probeerde het maar op die manier, via die weg te proberen, want ik merkte gewoon dat het alleen maar neerwaarts ging. Al het licht dat probeerde binnen te komen, het was heel duister. Ik zocht de duisternis zelf in die tijd ook heel erg op. Je moest lachen omdat hij zei, zou je God misschien niet gaan zoeken? Ja, ik vond het zo belachelijk op dat moment dat hij daarmee kwam, terwijl in mijn ogen jij eigenlijk stond van het geloof zo ver van het licht wat ik misschien ooit wel had meegekregen.
Bob keek wel na de Bijbel, maar hij heeft er nooit in gekeken. Nee, nee. Ja, bijzonder. Maar hoe is dat dan verder gegaan? Ja, dat we gewoon een keer naar een kerstdienst gingen en ik tegen Bob zei, ga je mee? Durf je dat aan, ondanks dat jij er niks mee hebt? En hij zegt, nou ja, is goed, dat doe ik dan voor jou. Ja, jullie waren zo lang open. Ja, maar ja, ergens, ergens wel. Ja, ik denk wel dat dat uiteindelijk daarachter heeft gezeten, hoewel op dat moment alles was gewoon een beetje van, nou ja, we doen maar wat en impulsief en zullen we dat doen? Ja.
En toen kwam ik eigenlijk weer in contact met mensen waarmee ik vroeger ben opgegroeid, waarmee ik ook naar de kerk ben geweest. Uiteindelijk die kerk ook heb verlaten en een aantal van mijn vrienden ook. En toevallig, ja, waren zij in aanraking gekomen met een kerk en toen nog niet een kerk, maar ook een groep mensen die bij elkaar kwamen om te bidden, specifiek voor genezing. Een soort huistering of zo? Ja, het was een soort van, volgens mij hadden zij echt op hun hart van, oké, wij gaan, het was in een zaaltje, wij gaan voor mensen bidden die genezing nodig hebben.
Ze waren op dat moment volgens mij niet echt aansluitbaar bij een kerk of iets, maar dat was gewoon wat zij wilden doen en daar gingen ze voor. Ja, deze week, het was echt een genezingsbediening elke woensdag. Ja. En daar gingen jullie heen samen? Ja, na aanrijding van... Jij ging eerst alleen? Ja, dat werd dan weer door die oude vrienden die ik tegenkwam, die hadden zoiets van, hé, ga je daar een keer mee naartoe? Ja. Toen ben ik inderdaad de eerste keer alleen gegaan en ik voelde daar iets bij.
Er kwam een beetje, mijn gevoel was een beetje dood, om het zo te zeggen. Ik voelde ook op een gegeven moment niet zoveel meer. En er begon een beetje zoiets te borrelen. Ja. Ja. En ze hebben voor je gebeden gedaan? Ja, ze hebben voor me gebeden en ook wel wat advies gegeven, maar daar heb ik niks mee gedaan. Het gebed was ook eigenlijk... Ik vond het mooi en het voelde ergens ook wel prettig om weer in zo'n omgeving te zijn.
En mensen die toch ook wel... Wat ik me heel erg herinner van hun is een soort hele liefdevolle blik naar je. Ja. Zonder oordeel, ik mocht daar gewoon komen. Ze wilden voor me bidden, ze hadden iets te zeggen. Ja. Maar dat was niet de plek in eerste instantie waar iets gebeurde, zeg maar. Nee. Maar wel echtheid, oprechtheid, eerlijkheid, liefde, warmte, wat je daar voelt. Ja. Voor zover het mogelijk was, want je voelde niet zoveel. Nee, nee.
Nee, en ik denk dat dat ook wel het eerste stapje was naar als deze mensen dit doen vanuit de naam van God, dan moet God ook wel meer zijn dan hoe ik hem heb gekend. Ja. Ja. En toen ben je op zoek gegaan of ging dat verder? Ja, er gebeurde wel iets. En omdat ik dat iets toch belangrijk genoeg vond om iets mee te doen, ik begon iets te voelen. En ik kan niet met vingeren opleggen wat dat precies was.
Maar uiteindelijk zijn we naar de gemeente gegaan of naar de kerk gegaan, waar die oude vrienden van mij uiteindelijk terecht gekomen waren. Ja, en daar gebeurde wel echt iets. En dat was heel bijzonder ook. Wat gebeurde daar dan? Goeie vraag. Nou ja, ik had enorm mijn weerstand opgebouwd bij alles rond God ook. Dus de opwekkingsliederen, die kon ik niet aanhoren, zeg maar. En ik weet nog, we gingen dus naar een dienst met z'n tweeën. Bob, die wilde wel mee, gelukkig.
Alleen ergens heen gaan vond ik heel spannend ook. Ik weet nog dat we daar, we kwamen daar binnen en er was een vrouw met een gitaartje, een beetje zo aan het zingen. En alles, alles werkte bij mij op mijn weerstand in. Ik had echt zoiets van, wat komen we hier doen? Waarom zijn we hier? Eigenlijk ontzettend veroordelend vanuit mij ook. Ja, ik weet niet, je komt met jezelf op een dienst. Wat mag gebeuren dan? Het wordt waarschijnlijk.
Dus dat hebben we een beetje uitgezeten. En Bob heeft dat trouwens anders ervaren volgens mij, vanaf het begin. Maar voor mij was het heel erg van, nou ja, ik weet niet wat hier. Er werd op een gegeven moment dingen uitgesproken en er werd profetisch bediend, zeg maar. Mensen die, ja. Dus die diensten gingen eigenlijk voorbij. En ik had heel erg gehoopt van, ik had mijn hoop opgezet van, ik ga daar naartoe. En dan gebeurt er iets, er is iemand die me ziet.
En God, die gaat iets zeggen of iets doen. En dat gebeurde dus niet tijdens de dienst. Dus mijn eerste reactie daarop was, nou ja, daar heb ik weer gezeten en weer niks. Terug dan? Ja, ja. En Bob dan? Nou ja, jij ervaarde de dienst al anders. Maar het was eigenlijk na afloop dat er wel iets gebeurde. Maar hoe ervaarde jij die dienst? Nou ja, het ging een beetje naar verwachtingen. Want bij die genezingsdienst was ik ook al een keer mee geweest.
En er stonden mensen met de arm omhoog. En ik ervaarde de aard van de liedjes al een beetje van, oké, dat klinkt allemaal een beetje zo. Ik had er eigenlijk nog nooit zoveel kaas van gegeten. Dus ik zat er vrij neutraal in. Maar ik had wel een verwachting van, als er iets gebeurt, zou het mooi zijn. Ook al zou het haar alleen helpen. Dan heeft zij haar geloosbeleving. En nou, fijn voor haar. Een beetje zo zat ik erbij.
Ja, ja, ja. Neutraal dus. Jij ging met teleurgesteld naar huis. Of gebeurde er nog iets na de dienst? Nou ja, het was inderdaad iets na de dienst eigenlijk. Ik wilde denk ik ook heel graag gezien worden. Want ik had zo ontzettend veel pijn. Dat ik ook mijn hoop een beetje stelde op. Dat misschien God iemand zou bewegen om iets voor mij, om mij te zien. En na de dienst werd ik aangesproken. Ik weet nog precies dat een man met wit haar me zo op mijn schouder tikte.
Van, hé, ik wil toch even iets aan je vragen. Ik heb het gevoel dat jij worstelt met een depressie. Dus de vinger werd direct op de zere plek gelegd. En mag ik voor je bidden, vroeg hij. En ik natuurlijk nog steeds in de weerstand. Maar ik had wel zoiets van, oké. Hij begint nu zonder mij te kennen. Zonder achtergrond informatie over precies datgene waar ik mee worstel. Al ontzettend lang. Ja. Dan geef ik het een kans.
Ja, je wilde gezien worden. En gehoord. Ja, het gebeurde. Dus op dat moment stond er ook een soort hoop in me op. Van, oké, er is nu iemand die letterlijk dit wat ik hoopte te vinden. Mij kon brengen eigenlijk. Dus nou ja, graag dit maar vormen. Ja. Met weinig verwachting eigenlijk. Omdat, ja, wat zou God kunnen doen, zeg maar. Ik had nog nooit echt de kracht van God ervaren. En ik weet nog, hij begon te bidden en het was een vrij simpel gebed.
Nou ja. Weet je het nog? Weet je dat? Volgens mij was het zo simpel als, hij sprak de depressie aan. Stuurde dat weg. Hij verbrak het over mijn leven. In de naam van Jezus. In de naam van Jezus, ja. Ja, en ik weet niet precies meer welke woorden hij gebruikte. Maar het was kort, het was simpel. En op dat moment ervaarde ik iets wat ik nog nooit heb meegemaakt. Het voelde echt alsof iemand mijn hoofd van bovenaf een soort van opendraaide.
Als een soort van pot die openging. Ja. En alsof die depressie gewoon, die ging er gewoon uit. Die werd er gewoon uitgetrokken. Dat was ook echt een gevoel. Ik had een beetje het gevoel dat ik gek werd, op een positieve manier. Ja. Van wat overkomt me nu? Ja. En het werd er gewoon, het ging weg. Het werd eruit getrokken. En ik had nog nooit van mijn leven zoiets. Ik weet nog, ik had helemaal kippenvel over mijn hele lichaam.
Ik voelde dat gewoon gebeuren. Kom je gevoel terug en werd je blij? Wat gebeurde daarna dan? Nou ja, vreugde was voor mij echt iets wat heel ver weg was. Al heel lang. Ik had ook heel erg moeite met, ik luisterde ook alleen maar depressieve, zware muziek. Ik was nooit, dus vreugde was niet hetgeen dat ik direct, het was denk ik vooral de rust. Voelde dat een bevrijding? Ja, ontzettend. Ik voelde me van het eerst kalm, op een fijne manier.
Alsof ik een soort van, er weer mocht en wilde zijn. En ik werd inderdaad echt bevrijd van, hoe zeg je dat, het donker, het wolk. Die ik altijd ervaarde, altijd boven mijn hoofd hing. Die in jou zat in de vingermannen? Ja, zeker. En tegelijkertijd, toen die depressie uit je hoofd werd getrokken, werd er een last van mijn schouders afgetrokken. Maar echt fysiek voelde ik het. En toen dacht ik, wow, wat gebeurt hier nou? Hoe bedoel je fysiek? Er werd een gewicht van mijn schouders afgetrokken.
We zaten heel lang in een hele moeilijke periode, en iemand spreekt iets uit. En het werd uit haar hoofd getrokken, en ik ervaarde dat gewoon. Ik had zo'n diepe connectie met haar, dat ik gewoon voelde van, dit gebeurt echt. En ik voelde een letterlijk gewicht van mijn schouders gedeeld worden. Dus de last van je jurk, zeg maar, echt van je af? Ja, ja. Met MS water? Ja, zoiets. Echt een letterlijk fysiek gewicht. Maar dat was ook jouw eerste echte ervaring, denk ik? Dat was mijn eerste echte fysieke ervaring, echte aanraking, zeg maar, met God.
Ja, bijzonder. Dus je hebt het ook echt als een last ervaren? Ik was me daar niet van bewust, totdat hij erover heeft gehaald. En ik vond het heel bijzonder dat het echt een fysieke manifestatie had, zeg maar. En wat deed dat met jou? Nou ja, ik was sowieso al helemaal mindblown dat iemand naar haar toeliep en direct de vinger op de goede plek legde, zeg maar, over die depressie. En nou ja, gewoon de simpelheid van een kort simpel gebed, want ik zag haar naast.
En ik had zelf een fysieke ervaring. Ik voelde ook een opluchting, ik voelde ook een warmte. En toen dacht ik, ja, weet je, die gelovige mensen zijn zo gek nog niet. Er zal wel iets zitten in de naam van Jezus. En toen wilde ik dat gewoon wel heel graag ontdekken. Maar niet zo graag dat ik direct de volgende kerkdienst ook weer zat. Er zat best wel wat tijd tussen. Maar het konden ook niet de woorden zijn, want ik denk ook dat dat het verschil heeft gemaakt.
Het was niet de man die mij aansprak, het was niet hetgene wat hij zei. Het was echt uiteindelijk nu achteraf de kracht van God, door zijn handen. Maar het was onomstotelijk God, zeg maar. Dat was voor het eerst eigenlijk voor mij dat ik dat ervaarde, voor jou. En dat is uiteindelijk, denk ik, hetgene wat verandering bracht. Dat we dat echt mochten zien. Mooi, prachtig. Ik kan me voorstellen dat je dan vanaf daar wel elke week heen gaat, maar dat was dus niet zo.
Nee, dat was niet zo. Ik had eigenlijk een beetje een mooi probleem opgelost en een hele bijzondere ervaring. We gaan weer naar huis. Maar we gaan inderdaad weer naar huis. Misschien moest het even zakken of zo. Maar ik heb het niet losgelaten. Het gaf me een klein stukje geloof en een beetje smaak en gevoel bij, oké, dat zijn die mensen dus aan het doen. En toen ben ik het eigenlijk de periode gewoon een beetje domweg nagaan doen.
Dus bidden zonder dat je eigenlijk het gevoel hebt van, hé, dit voelt authentiek of zo. Ik was heel erg met de authenticiteit bezig. Maar omdat ik dat effect wel graag wilde zien, ging ik het maar gewoon domweg geven. Sommige dingen nagaan zeggen, in de naam van Jezus en kijken wat het effect was in ons leven. En hoelang is het nu geleden dat dit gebeurd is? Hoeveel jaar zijn we nu verder? Oh, 2018 ben ik gedood. Ja, precies.
Minimaal vijf. We zitten bijna in 2024. En nu zijn jullie wel een stukje verder in geloof en daarmee verder gegaan. Ja, er is echt ontzettend veel tot leven gekomen vanaf dat moment. Heb je ooit nog last van depressie? Nou, het zijn gedachten die kunnen komen. Ik heb echt geleerd en ik ben erachter gekomen dat niet elke gedachte die je hebt, daadwerkelijk van jou hoeft te zijn. En dat ik daar iets tegenover kan zetten. En dat ik ook de autoriteit heb over mijn gedachten.
En die autoriteit heb ik echt leren terug te pakken op allerlei vlakken van mijn leven. En dat ik kan zeggen tegen die gedachte die dan komt, die depressieve gedachte. Zelfs soms misschien van, hé, ik zie het niet meer zitten of het is te veel. Dat ik dat kan wegsturen omdat God iets anders zegt. Wat zet je tegenover dan? Nou ja, God heeft het leven in mij opgedekt, zeg maar. En dat is zijn wil voor mij. Dus ik kan ook echt, en de autoriteit die Jezus ons heeft gegeven, ik kan echt zeggen van in de naam van Jezus deze gedachten stuur ik weg.
En ik kan daar tegenover zetten, nou bijvoorbeeld een tekst of iets wat God tegen me zegt. Dat hij van me houdt, dat ik het waard ben. Dat je kostbaar waardevol geliefd. Ja, ja. En dat je beloften hebt. Ja. En dat helpt. Dat helpt, ja. Ja, en zelfs ook dat hij bijvoorbeeld bepaalde beloften die hij ook in hem hoort doet, dat hij ons niet boven vermogen verzoekt. Dat is iets waar mensen soms heel erg moeite mee hebben van, ja maar kijk waar ik doorheen ga.
Maar dat ik echt geloof en daarachter ben gekomen dat daar een waarheid in zit die heel diep is. Met hem samen. Dat dat zijn wil is ook voor jou. Voor mij. Ja. Ja. En zo leer ik steeds meer dat voor elk probleem in God is een oplossing, zeg maar. Ja, ja. Ja. Ja. Mooi. Ja. Prachtig. Ja. Ik zit ook naar een paar heel blije ogen te kijken. Niet van depressiviteit ervan en ook. Nee. Nee. Nu we dat ook niet vertellen over de kinderen, want de kinderen die horen we op de achtergrond.
Ja. Dus ja, wat willen jullie daarover kwijt. Want dit is natuurlijk wel een prachtige les voor deze podcast. Ja. Maar jullie wilden ook nog iets over de kinderen vertellen. Ja. Ja, wij konden helemaal niks met kinderen. Als we met kinderen moesten interacten, dan konden we dat gewoon helemaal niet. Nee, want ik vond ze zelfs vaak, ja dat klinkt zo, mensen hebben me daar ook echt belachelijk voor gemaakt. Maar ik vond kinderen echt vervelend. Ik vond ze irritant.
Ik kon er ook niks mee, inderdaad. Jij ook niet. We hadden echt zoiets van, nou ja, sorry, maar leuk voor een ander, maar nooit voor ons. Ja, plus we waren muzikant en we dachten van ja, dat past niet bij onze levensstijl. Dat gaat hem gewoon niet worden. En we hadden zelf ook nog sinds, want we snapten zelf nog niet eens hoe het leven werkt. Dus dan gaan we zeker niet aan kinderen beginnen. Nou ja, en toen we aan kinderen begonnen, snapten we nog steeds niet echt helemaal hoe het leven werkt.
Nee, en nog steeds niet. Dat is heel eerlijk gezegd. Maar wat het verkeerpunt voor ons echt heeft gegeven, is dat jij een droom hebt gehad. Ja. Nou, vertel maar. Nou, anderhalf jaar voordat onze dochter het geboorde, ons eerste kind, kreeg ik inderdaad een droom. En ik weet nog dat ik heel zenuwachtig was om dat te vertellen, omdat wij zo overtuigd waren dat we geen kinderen wilden. En in die droom... Vertel aan Bob. Ja. Aan Bob niet vertellen.
Nee, nee, ik vond dat heel spannend, want er was echt geen enkele opening, en bij mij zelf ook niet. Het was niet dat ik stiekem wel kinderen wilde of zo, nee. Dat was gewoon, die deur was dicht. Ja. En in die droom zag ik een meisje van een jaar of vijf, met ook een hele specifieke naam die dus werd uitgesproken in mijn droom. Welke naam? Dat was Roa. Ja. Een naam waar ik zelf ook eigenlijk nooit van gehoord had, dus ik weet ook zeker dat dat niet iets uit mijn brein is.
Ja, en ik zag haar gezicht, ik zag haar haar, ik zag het meisje gewoon. Ja. En die droom, die maakte heel erg impact op me. En op de een of andere manier, ja, ik was zenuwachtig om dat aan Bob te vertellen, maar bij mij veranderde dus direct iets op het moment dat ik die droom had gehad, terwijl ik wilde het echt niet, ik had echt niks met kinderen. Nee. Maar het eerste wat ik dacht na die droom was, wat zouden wij eigenlijk een mooie plek zijn voor een kind om op te groeien, wat zouden wij ze iets moois ook mee kunnen geven, wat bijzonder als een kind in ons huis, in onze situatie.
Ik ging open voor het feit dat wij iets te geven hadden, zeg maar, niet te delen hadden en iets. Eigenlijk stond je een beetje als een blad aan de bomen om. Ja. Voor die droom. Ja. Van allemaal niks naar, nou, we hebben het te geven. Ja. Wat doen we? Wat moeten we nog gaan vertellen? Ja. Heel spannend, want ik wist gewoon dat die deur dicht was en ik had ook toen nog niet zoiets. Het voelde een beetje van, nou, ik denk dat ik een droom van God heb gehad, want zo ervaar ik dat wel.
Maar dat voelde ook een beetje bijna manipulatief, zo van, hé, ik heb een droom van God gehad, dus we moeten, weet je wel, daar moeten we iets mee. Dus ik heb dat toen heel schoorvoetend gedropt bij jou, van, hé, ik heb een droom gehad en ik vertel het je gewoon wat er gebeurde. Dan word je meteen enthousiast Bob, of niet? Nou, ja. Ja, en dat komt eigenlijk omdat ik God toen al begon te kennen, en ik wel echt zoiets had van, als God zoiets geeft, dan komt dat wel goed.
En natuurlijk wil je hoofd dan naar allerlei dingen grijpen, van, ja, maar dat kan niet, en daar is een reclame voor, bla bla bla. Maar ik vond het vooral zo bijzonder, van, ze krijgt een droom, een naam. En een gezicht, dat is niet voor niks, dus dan durf ik dat wel aan. Als God dat geeft, dan gaan we dat gewoon doen. En dat was een gewone droom, want je herkent een gewone droom van een andere droom.
Het is gewoon zoiets bijzonders wat gegeven wordt, dat ik eigenlijk dacht van, ja, als God dat geeft, dan gaan we dat doen. Maar het duurde nog wel even, want ik weet nog dat wij beide wel open gingen voor het idee, maar ook niet helemaal. Het was nog wel zo van, we vertrouwden er wel op, denk ik, van wat jij zegt, dat als God dat zegt, maar ja. Maar het was niet dat we direct zoiets hadden van, nou, dan moet dat gebeuren.
En uiteindelijk dus, na ongeveer anderhalf jaar, gedeurde het echt. En dat was nog wel weer even een nieuwe realiteit of zo, van, ja, nu dat ik inderdaad echt op dat punt stond, dat we heel bewust ook zoiets hadden van, nou, dit is van God, dus dan is dat iets waar we voor gaan. Dus dat was nog wel weer even een andere stap. Nou, Ruach is gekomen. Ja. Ze loopt hier door de kamer en we horen haar af en toe op de achtergrond.
En er is zelfs nog een kindje gekomen. Ja. Zef. Ja. Ja, en het mooie is ook, nu ik Ruach dan eigenlijk zie opgroeien, en we haar de naam hebben gegeven en alles tot leven is gekomen, zeg maar, zoals God dat ook gesproken dan heeft, zoals ik dat nu zie in de droom, dat zij ook echt het gezicht uit mijn droom, dat klopt. Het droomgezicht. Ja. Er zit nog geen vijf, toch? Nee, er is nog geen vijf, maar ja, ik zie gewoon aan alles het gezicht, zeg maar, hoe ze er uit ziet, ook letterlijk, dat het klopt.
Ja, ja, ja. Los van dat, nou ja, ze is inderdaad nog geen vijf. Maar dat vind ik heel bijzonder. Ja, zeker. Dat ze echt voor mijn gevoel dat meisje is, zoals ik haar zag. Mooi hoor. Ja. Had vanuit een depressiviteit komende niet kunnen voelen, of niks met kinderen willen, maar een situatie waarin jullie eigenlijk hartstikke blij zijn met twee kindjes. Ja. Ja, en Rua, we hebben haar natuurlijk twee namen gegeven, Rua Liv, levensadem, en dat is ook echt wel wat ze is, wat ze heeft gedaan.
Ja. Zij ook, ja, al die betekenissen, daar zit dan ook weer wat in, wat een effect heeft op je leven. Dat vind ik ook heel bijzonder. Mooi. Ja. Nou, hartstikke mooi. Ik denk dat, ja, ik denk dat dat een prachtig getuigend is. Ik denk dat veel mensen hier ook blij van worden van dit verhaal. Ik wel, in ieder geval. En wat ik me nog wel afvroeg is van, ja, had je in gedurende jouw leven niet ook gewoon hulp buiten de kerk of zo al gezocht? Ja, heb ik zeker gedaan.
En waarom heeft dat dan in ieder geval niet geholpen? Dat vroeg ik me nog wel even af. Ja. Ja, dat heb ik mezelf ook wel afgevraagd. Ik had daar natuurlijk mijn hoop ook wel op gesteld. Meerdere keren. Ik heb meerdere keren ook wel hulp gezocht in een reguliere, hoe zeg je dat? Circuit. Ja. Met pillen en met, ja. Ja, ik heb ook medicatie gehad. En dat als heel onprettig ervaren. En ik geloof ook zeker wel dat dat, weet je, ik ga niet zeggen dat je dat niet moet doen of dat dat niet goed is.
Maar voor mij heeft het nooit het verschil gemaakt. Misschien wel een verschil. En bij vlagen ging het beter, slechter, beter. De bevrijding kwam bij jou door iets anders. Ja. Ja. Ja, zeker. Mooi. Ja. Nou, dank je wel. Dank jullie allebei voor jullie getuigenis. En ik weet niet als jullie nu achteraf kunnen zeggen van nou ja, dit had ik ook wel zonder God gered. Nee. Nee. Absoluut niet. Zijn jullie allebei volmondig nee? Nee. Absoluut niet? Nee. Nee.
En hoe blij zijn jullie met God op dit moment? Kunnen jullie dat? Ja. Ik kan er echt, ik kan er niet één woorden aan geven. Ik heb gisteren op mijn werk nog tegen iemand gezegd van ik hou zo veel van Jezus. Hij is zo geweldig. Ja. Maar echt, ik hou van hem. Het is, ja. Ja. Echt, echt onbeschrijfelijk. Ja. Vind jij ook wel? Ja. Ja. Absoluut. Ik vind het, het voelt alsof onze levens al zo vaak over de kop zijn gegaan, maar nu is er zo'n mooie, stabiele zekerheid, wat ik heel bijzonder vind.
En ook een vriendschap met Jezus. Hij heeft ook een keer bij mij af en toe op de fiets gezeten. Dat was ook, dat was zo gezellig. Als een broer en als een vriend, zeg maar. Maar ook een fysieke aanraking. Ik vind dat, ja, ik vind dat helemaal geweldig. Ik hou ook echt, ja, ik hou echt van Jezus. Ja. Supermooi. Ik zit hier in mijn vier hele blije ogen te kijken. Ja. En ja, dank jullie wel voor deze, voor jullie verhaal.
Graag gedaan. En ja, bedankt ook voor jullie Jezus. Absoluut. Halleluja. Amen. Amen. Dank u vader, dat gebed werkt en dat u gebeden verhoort. Het is goed om te zien dat uw liefde alle angst uitdrijft. En dat u geneest waar geen andere geneesheer kan komen. En dat u het goede met ons voorheeft. Dank u voor uw bescherming. En dat er bij u altijd hoop is op een nieuw leven. Voor degene die u serieus zoeken. En dank u wel daarvoor vader.
In Jezus naam. En mocht u hulp nodig hebben voor bevrijding of bij bevrijding. Ga dan op zoek naar Derk Prins Ministries. U kunt het vinden via Google. Ook Stichting De Hoop is succesvol bij het loskomen van verslaving. En voor lichtere verslavingen zou ik u willen verwijzen naar yesweekend.nl En bij lichte verslavingen bedoel ik dan bijvoorbeeld een gameverslaving of een mobiele telefoonverslaving. Dank u wel vader. Voor alle dingen die u gaat doen voor degene die u serieus gaat zoeken.
Dank u wel voor de hulp die u geeft en die niemand op deze wereld kan geven. Dank u wel voor bevrijding, voor uw zegen, voor genezing. Voor u is niets onmogelijk. Dank u wel vader. En dat wit ik u allemaal in de naam van Jezus. Amen. Ondertitels ingediend door de Amara.org gemeenschap