This is a guided visualization for relaxation and healing. Find a comfortable place and create a calming atmosphere. Take your time and focus on your breathing. Begin with a body scan, starting with the forehead and moving down through the body. Visualize a white light flowing through your body, soothing and healing each part it touches. Let go of any negative energy or pain. Imagine roots growing from your feet, releasing any discomfort into the earth. Focus on any areas of discomfort or pain and breathe into those areas, allowing the warm light to heal them. Embrace your body with love and acceptance. Take this time for yourself and let go of judgment. This is a time for healing and self-care.
Welkom bij deze visualisatie. Mijn naam is Anne van Vibromyalgia Guided. En voordat we beginnen wil ik jullie vragen om eerst even een comfortabele plaats op te zoeken. Misschien een schel in je bed of moet je nog een plekje creëren. Maar het is wel wel belangrijk als je dit gaat doen dat je in een rustige omgeving bent. Dat je niet gestoord kan worden. En het kan heel behulpzaam zijn om je bij de sfeer te creëren. En zoveel je lekker door een warm dekentje in ligt, dat je zeker warm bent.
Dat is heel erg belangrijk. Dat je ontspannen bent. Dat er niemand de kamer in kan komen. Dat je echt even je tijd voorneemt. Ook hou er rekening mee dat je daarna ook voldoende tijd hebt. Dit duurt ongeveer 20 minuten tot een half uurtje. Maar als je in diep ontspanning bent kan het heel aangenaam zijn om daarna nog even te blijven liggen. Daar zou je rekening mee. Als je nog niet en een comfortabele spot tegenover nog iets wil voorbereiden.
Dan zou ik zeggen dat je de meditatie stopt. En doe dat eerst even. Dan gaan we zo beginnen. Ga comfortabel liggen. Adem gewoon rustig door. Je hoeft niks te veranderen aan je ademhaling. Gewoon let het los. Probeer maar gewoon je ademhaling los te laten. Doe juist niet op de focus. Dan zul je voelen dat alles gewoon vanzelf gaat. We gaan eerst even beginnen met een body scan. Dat gaat als volgt. We beginnen vandaag bij ons hoofd.
Bij ons nek. Rustig ademen. Terwijl je ademt, breng je je aandacht even naar het voorhoofd. Het aandachtspunt waar we naartoe gaan is ook wel genoemd het derde oog. Breng je aandacht even naartoe. En dit is ongeveer tussen de wijnbrauwen hier een paar centimeter daarboven. Daar is het derde oog. Onze aandacht is hier. En we ademen rustig in. En we ademen rustig uit. We doen dat een aantal keer. De focus is nog steeds bij ons derde oog.
En dat wordt ook wel gezien als een portaal om naar binnen te vregen. En daar is het leven vooral gericht op de externe wereld. Maar we hebben ook een innerwereld. En we gaan langzaam onze aandacht in onze innerwereld brengen. Daar zak je van je voorhoofd langzaam naar beneden. En onze aandacht ligt stapsgewijs langs onze kruim. Langs ons achterhoofd, ons voorhoofd. En visualiseer een witte licht dat nu hier via je kruim naar binnen stroomt. En het witte licht voelt warm aan zoals de zon die je op je huid invoelt.
En het witte licht stroomt verder door je hals, over je borst, langs je rugwaarden, over je schouders. En het witte licht vult langzaam je lichaam. En alles wat het onderweg tegenkomt, wordt heel zacht aangewerkt. Vervuld en verwarmd met het witte licht. En al deze plekken worden langzaam zachter. En het diepste van elk cel op je lichaam. Het witte licht stroomt verder in je arm, in je bovenarm, in je elleboog, je onderarm, door naar je handen, je pols, je vingers.
Aan het tippen van je vingers. En het witte licht gaat ook verder over je borst, langs je rugwaarden, langs je rugwaarden, langs je longen. Al je organen worden aangehaakt. De middenrug, je naam. En vult langzaam je hoofd. Het stroomt verder naar je bekgeniet. En daar neemt het tijd om alle plekjes zachtjes aan te raken. Het witte vormt zich. Dan stroomt het door, door je bekken, je billen, je bovenbeen, door langs je knieën, je kuitveen, je chemie, je enkels.
Het veelt heel je voeten uit, je vregen. Dat is het luchttop voor je treden. Je lichaam is nu volledig gevuld met het licht. Je voeten lopen aan, lopen aan. Je zult zweven. En tegelijkertijd zak je diepers en diepers en dan op grond. Je voelt jezelf ademen. En al heeft het wel negatieve energie, prikkels, ongemakken, heeft het wel pijn. Het stroomt langzaam via je voeten naar buiten. Via je voeten visualiseer je wortels, de glijboog die je dient.
Een wegzoek naar ondergrond. De kleine vertrokken, maar ook dikker geworden. Die wortel die groeit steeds verder en dieper en dieper. En jij zit steeds dieper weg en je voelt steeds het licht stroomen. Via je kraan. Boven je volledige lichaam en alle soorten golven voel je het licht naar binnen stroomen. Terwijl het naar binnen stroomt. Tot op al die plekjes die nog aangeraakt worden, die nog meer aangeraakt worden. Al hetgene wat je los mag laten stroomt volledig mee.
De golven komen binnen in je kraan, in je handen, in je schouders, in je minderen, in je bekken. Alles wat door de weg tegenkomt, wat jou niet meer dient, mag je loslaten en gaat vanzelf mee met de vrouwen. Via de wortels, vanuit je voeten groeien. Het is de weg naar de aarde. En daar mag je dan overlaten. Ongemakken en pijn mag je even helemaal loslaten. En weet dat je hier veilig bent in jouw lichaam. Jouw lichaam is hier tegemoet.
Probeer je het hele weg lichter te voelen hier bij je lichaam. En zonder oordeel te gaan voelen, zijn er misschien plekken waar je meer ongemakken ervaart dan anderen. En welke van die plekken roept het hart in jou af? Wil je huid nodig om? Om meer naar die plekken te gaan en je aandacht te leveren. Naar dat gebied wat jou aandacht draagt. En zonder oordeel gaan we daarnaar kijken en gaan we voelen. Heel voorzichtig. Misschien heb je wel je uiterste best gedaan om je liefste onder te pakken.
Om er geen aandacht aan te geven of dat je het geaccepteerd had. Nu je in alle rust in deze bubbel van licht even de tijd voor jezelf neemt. De tijd voor jouw lichaam en om een keer naar te luisteren. Even te kijken. Blijf bij dat oordeel. Probeer vanuit je gevoel eerst naar deze plek te kijken. Heeft deze plek misschien een kleur of een bepaalde vorm? En een bepaalde grootte? Voor ons heel groot en zwaar of juist heel klein? Wat zie je? Wat voel je? Welke kleur is het? Hierin is niks goed of slecht.
Het gaat erom dat jouw aandacht wordt gebracht bij datgene wat jouw lichaam wil vertellen. Welke gevoelens komen er bij naar boven? Zijn er misschien gedachten aangelinkt? Kun je je herinneren wanneer deze pijn misschien ontstaat? Hoe lang je hier al mee loopt? Laat het gewoon maar even voor leeg zijn en misschien voelt de pijn wel even wat erger. Of krijg je andere zin? Het mag er gewoon allemaal zijn. Terwijl je dit doet en terwijl je aandacht houdt, bedoel ik.
Blijf hier rustig in en uit ademen. Maar je legt iets meer de focus op je ademhalen. Rustig inademen door de neus. En vervoel uit ademen je ademhoel. En dat gaan we samen doen. Ga met je ademhoek naar het lichtgebied. En terwijl we naar kijken, naar het ervaren, halen we het er samen mee heen. Je hoeft niks te verlongen. Je hoeft niks te doen. Ademhoel. Samen doen. Adem in. Adem uit. Adem in. Adem uit. Adem in. En dit ademen we nog een paar keer.
Adem in. En adem uit. Je hoeft niet te vervolgens verder te ademen. Blijf maar even dit ademen. Gewoon door je neus dicht. Door de mond daar. Dan ga ik je verder begeleiden. Samen. Ademen we er doorheen. En normaal adem in. En adem uit. Dan voel je de spanning wat langzaam loskomen. Terwijl je in en uit ademt. Gewoon blijven door ademen. Door je neus in en door de mond uit. Terwijl we dit doen, visualiseren we bij elke in- en ademhaling de stroom van dit warme licht die via onze bruin naar binnen komt.
Door ons lichaam langzaam. Het is heel zacht. Het is een prachtig mooie zee. Het is hard water, zacht. Je schulft naar beneden. En zo stroomt het langzaam door ons lichaam. En het witte warme licht geraakt deze plekken aan. Het is niet verzacht. Misschien helen ze deze plekken wel weg. Zonder oordeel laten we dit gewoon weer gebeuren. En over ons heen komen. Wat is ons lichaam eigenlijk mooi. Wat heeft het ons al vergebracht. Misschien hebben we wel heel veel liefde voor dit lichaam.
Misschien zouden we willen dat we... ...liever waren voor dit lichaam. En dat meer liefde kon gaan groeien. Misschien is het tijd om de overtuiging door de duidelijkheid wat los te laten. En weer meer te halen. Omdat het van ons mogelijk is. En door je aandacht te brengen naar je innerlijk. Dat je misschien wel dingen kunt ontdekken. Of bepaalde stroomingen kunt loslaten. Waardoor je wat makkelijker door de lege gaten weg. Dus breng je aandacht nog even naar dit gebied.
Verlaat het allemaal stroomen. En dat het loskomt. Laat je meestroom aan je voeten. En druk het oordeel in buiten je lichaam. Op het moment dat deze gevoel is. Dit gebied. Wat je daarbij voelt. Dat het zwaar is. Dat er een bepaalde kleur is. Een bepaalde uiterlijk. Zeg maar wel geluid. Laat het los. Laat het maar mee. Het feit dat het loskomt zal de overtuiging door de duidelijkheid los te laten. En visueer dat het langzaam meegenomen wordt op het wit licht.
Dat deze plekken langzaam worden verzacht. En misschien is er nog wel een stukje. Wat nog meer aandacht nodig heeft. Misschien voel je wel dat dit heeft een paar keer nodig. Maar ik ga hier aandacht aan geven. Want ik ben het waard om je aandacht aan te geven. En mijn lichaam is het waard om je aandacht aan te geven. En ik ben het waard om makkelijker door het leven heen te bewegen. Al is het zo'n even. In mijn bed.
Of op de bank. Of in een aangenaam plek. De tijd voor onszelf te nemen. En even gewoon te zijn. Even te zijn. Zonder oordelen. Zonder dingen die je moet. Zonder pijn. Of misschien wat minder pijn. Gewoon in complete ontspanning. En vreemd aan onszelf zijn. Als je je behoefte voelt. Dan ga je gewoon nog even lekker naar het elftal. Dan geniet je van het witte warme licht van nog steeds. En dan ben je naar binnen gestoken. Dan kun je nog een kijk of er nog misschien plaatjes zijn in je lichaam.
Die aandacht vragen. Speciale plekken. Waar je nog even met je aandacht toe wil. Heel mooi. Dan kan het. Je kent het. Vreemd aan onszelf. Een aangenaam zichtje. Een aangenaam sfeer. En het is heel goed. En het mag. Deze tijd nemen voor jezelf. Dat is een groot beloon. Het is tijd om te gaan helen. En het is tijd om je aandacht te geven aan. Tot het einde van je aandachtvraag. Want misschien. Zou je je moeten bieden. Je moest ook zijn.
Er vallen er een paar uur bij. Of je dat niet mogelijk maakt. Het gaat erom dat je enige verlichting ervaart. Als jij nu enige verlichting ervaart. Dan weet je dat het is gewoon lekker voor je. Dat het een veilige plek is. Die je overal kan toeroeven. En ook mede in de oefening. Het is allemaal lekker voor je. Als het zo werkt. We gaan nog even terug. Terwijl het avond is. Vandaar dat we stromen met het witte licht mee.
Om in één keer het verleden te blijven. Want de avond is bij ons gehoord. Vandaag is het avond rustiger geworden. Misschien is het avond wel. Maar ben je wel een beetje aandachtig in je lichaam. Ben je moeilijk aan de hand. Of in een manier van ontspanning. Of ben je een klein beetje langzaam in beweging. Heel lief voelen. Maar voor iedereen. Zit de lichtstel nog steeds via jouw kruid. Naar binnen. En terwijl je het op de bovenkant doet.
Neem hier langzaam de tijd om nog even je aandacht te brengen. Naar die andere plek die ook je aandacht noemt. Je haalt naar de plekken. Die ons eerst naar voren kwamen. Zal je langzamerhand je hoeft niet volledige aandacht meer bij te brengen. Maar je raakt het wel even aan met de warmte. Het zakken door de borst. De schouder plagen. De schouders. Het lichtstroom van je bovenarmen. Misschien boel je je ook wel. Het trekken. Het achteraan de vijf spieren.
Het waarmakken. Het uitlaat. Het stroomvliegtuig. Het lichtstroom van je leeftuigen. Het warme heet. Het zwaartepal. Het zwaartop van je vingers. Het zwaartepal van je vingers. Het gelukkig verdere wienst met de rest. Het zachtste rullewijn. Het wijnvolkboer. Het verwaakt je lichaam. Het brengt je licht in. Het zachtste honderen. Het koeien in je bekkengewicht. Het halen van je onderwachten. Je hoeft het goed. Als het langer zijt. Als het even regent. Maar het loopt weer. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen.
Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Ik wil weten dat ik niet altijd kan regenen. Het wordt tijd dat je dit gaat uithalen. Je mag dit ook uithalen. Dit ben jij. Dit is jouw energie. Jouw energie hebben we vandaag steeds verlichterd. Opschroefen. Je kunt hier zo vaak als je wil. Ik hoop dat je er nog wel een hele diepe, fijne avond van hebt. Dan breng je je aandacht nog even bij Don in je midden.
Zet hem even boven. Je mag je handen erop leggen. En dan herhalen we de volgende affirmatie. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.
Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben. Ik ben veilig, heel en goed zoals ik ben.