Home Page
cover of podcast 10 met Eke Folkerts
podcast 10 met Eke Folkerts

podcast 10 met Eke Folkerts

00:00-36:33

In deze negende of tiende Podcast spreken Rik en Elsa, door een groene Bril met Eke Folkerts, gedeputeerde provincie Fryslan, BBB. Vergeet Elsa natuurlijk de achternaam, moet Rik haar weer redden, kibbelen we over wie nu eigenlijk de podcast heeft bedacht en zitten we op de achterbank bij Jochem om de politieke waan van de dag door te nemen.

Podcastpolitiekbbbeke folkertsprovincie fryslan
110
Plays
0
Downloads
0
Shares

Transcription

Nou, welkom in onze tiende podcast alweer, volgens jou de negende, maar voor mij is het in ieder geval de tiende podcast. Ja, voor jou wel. Ja, voor mij wel. En wij zitten hier nu op de kamer van onze gedeputeerde Eke. Eke Volkerts. Eke Volkerts. Van de BWB. Van de BWB gedeputeerde, hartstikke fris gedeputeerd en hartstikke leuk dat je mee wilt doen aan onze podcast. In een mooie kamer, lekker warm hier, je jasje al uit, met het uitzicht op het oude postkantoor en dit is natuurlijk Postplaza, een mooie plek. Ik heb een hele fijne plek, ik ben heel blij bij elkaar. Ja? Ja, ik heb het ook altijd wel nodig hoor, om me een beetje thuis te kunnen voelen, noem het nestelen, weet ik veel, maar om een beetje een stukje van mij te hebben en dat had ik ook altijd al, toen het alleen het bureau was, dat vond ik altijd precies zo. Ja, dus ik vind het fijn om er een fijne plek van te maken en inderdaad, ik hou ook van een beetje warmte. Dus de kachel staat met mij te koffie aan. Nou, ik kan ook warme truien aandoen, hè? Zeker, ja, nee, ik heb vandaag een warme kleren aan, want ik zal ook heel nachtgoud klinken denk ik, maar ik ben niet zo fit. Maar nee, ik kan echt niet in kou werken. Als ik het bij de collega's zie, Friso die heeft de kamer altijd vrij koud, Mathijs ook. Oké. Ik heb me net voor een woord geraakt over Friso die in het koud is. Ja, je ziet hem bijna aankomen, hè? Ja. Maar de commissaris die sta ik altijd tegen mijn kachel aan geplakt in ons geval en dat heb ik ook. Oké, lekker warm. Ja, heerlijk. Nou, ja, gedeputeerde sinds de zomer, vlak voor de zomer zijn jullie geïnstalleerd. Een hele nieuwe functie voor je. Wie ben jij? Ja, nou ja, ik ben dus Eke en het is helemaal nieuw inderdaad. Ik woon in Oudebiltzeil, aan Oudebiltdijk. Het is de langste weg van Nederland, geloof ik. De langste straat van Nederland, ja. En ik woon vrij oud, in het begin nog. Maar goed, ik heb een klein dijkhuisje, want ik ben opgegroeid op Urk en daar heb ik van mijn vijfde tot mijn achttiende heb ik daar gewoond met mijn ouders en mijn broertjes. Ik heb vier broertjes. Mijn vader was of onze vader was schoolmeester en dat was de reden waarom wij naar Urk zijn verhuisd. Er zijn natuurlijk heel veel basisscholen en daar was genoeg werk voor mijn vader. Later ben ik teruggekomen naar Friesland en mijn familie heeft wel boerderijen. Zo ben ik ook een beetje in het agrarische wereldje gerold. Mijn broertjes zijn boer geworden in Duitsland. Zelf heb ik toerisme gedaan, want ik wist niet echt wat ik wilde worden toen ik groot was. Ik heb sowieso niet een heel vachtcarrière pad of een plan, totaal niet eigenlijk. Wat er ook voor zorgt dat je openstaat voor dingen die voorbij komen. En dan vanuit het toerisme gedeputeerde, want dat is best een serieuze job. Absoluut, ja. Natuurlijk werd het tot voordat ook wel gezegd. Het is anders dan de bestuurders dat ik tot nu toe heb gedaan. Maar je had wel wat bestuurlijke ervaring toch? Ja, precies. Via de agrarische sector kwam ik in contact met de agrarische jongeren. Dan word je dan bestuurder en later voorzitter. Dan wordt het nog wat serieuzer. Later ben ik het landelijke bestuur ingegaan. Toen ik voorzitter werd, is het misschien wel leuk om even te vertellen. Toen ik voorzitter werd, hadden we op de AofV een spreekster. Dat was Femke Wiersma. Die heeft mij toen een verhaal verteld vanuit de NMV waar zij toen bij betrokken was. De NMV? Sorry, ja. Gewoon links luisteraar? Ja, precies. De Nederlandse Melkveefakbond, zeg ik even. Ja, dus er is een foto dat ik haar een bloemetje overhad. Van god, bedankt voor je verhaal. Door die foto, denken mensen soms dat we elkaar al heel lang kennen. Maar dat is het enige moment geweest dat we elkaar fysiek getroffen hebben. Later elkaar in de wandelgangen nog weleens tegenkomen. Het is een kleine wereld aan het agrarische sector. Het is natuurlijk ook een bubbel. Dus je hoorde wel van elkaar. Verder kenden we elkaar niet. Dat is heel goed. Toch heeft ze me benaderd voor de WWB. Ik was op dat moment landelijk actief. Maar om dan voor Friesland aan de slag te kunnen. En toch ook wel vanuit een landbouw gerelateerde partij. Dat vond ik een heel bijzondere kans. Ik heb er wel heel lang over nagedacht. Want wat je zegt, je weet ook echt wel vanaf een afstandje dat het best zo'n functie is. Kan ik dat? Moet ik dat willen? Die exposure ook. Politiek. Ik heb heel lang gezegd dat ik dat in ieder geval niet snel wilde gaan doen. Ik heb het ook nooit gezegd. Want ik denk dat is wel een hele harde om te zeggen. Natuurlijk werd er weleens aan me getrokken. Dat het toch een beetje zo in het bestuurswereld zit. Maar dat zag ik echt niet zitten. Goed dit is besturen. Dat is anders dan gewoon de politiek bedrijven natuurlijk. Femke moet dan iets in jou voorzien hebben. Wat zijn jouw kwaliteiten? Ik denk dat... Het is altijd lastig om het van jezelf te zeggen. Ik mag best een beetje positief zijn. Maar goed, dat moet je ook leren inderdaad. Dus ik ben een verbinder. Ik ben inhoudelijk onderlegd. Zo heeft ze me leren kennen in de agrarische sector. Ik heb een groot netwerk. En dat netwerk ligt ook voor een heel groot deel in Friesland. Dus dat maakt mij voor de BBB een geschikte kandidaat. Het is natuurlijk hartstikke spannend. Wij weten dat allebei. Ik ben 4,5 jaar geleden bij de vorige verkiezingen in de politiek gekomen. Ik wist het verschil tussen een motie en een amendement niet. En dan denk ik ook nog weleens, o ja, o ja. Je moet alles leren. En dat kost tijd. Soms is dat ook best wel spannend. Ik kon ook echt wel heel zenuwachtig zijn. Als ik dan mijn betoog moest doen op mijn onderwerp, stond ik ervoor. Wat hebben jullie fucking gemerkt bij mij? Ik kan me niet voorstellen dat niemand heeft gedacht... Niemand heeft gedacht, nou die is zenuwachtig. Het is gewoon spannend. Iedereen kijkt naar je en verwacht iets van je. En ik denk ook, het bijzondere is natuurlijk ook, in één keer moet je ergens naartoe om een prijs uit te reiken. Of een lintje door te knippen. Dus dat heb je bij deze functie natuurlijk ook nog meer. Het absurde voor mij persoonlijk is, ik heb heel lang op Daily Campus gewerkt hier vlakbij Leeuwarden, in het proefgoedrijk. En daar ontvingen wij ook wel gedeputeerden of ministers of wat dan ook. En ik vond dat daar altijd best wel wat koude drukte omheen hing. Dan mocht er oranje koek komen van de bakker, die dan uit eigen zaak betaald werd. En die oranje koek kwam er anders ook wel, maar dan werd het besteld door een groep. De raad van bestuur van Wageningen kwam dan afgedaald naar Leeuwarden om die mensen te ontvangen. Ja, ik vond het altijd heel veel koude drukte. En het hielp me altijd wat meer bezig met de chauffeurs, dat die hun koffie en hun lekkers kregen, dan met de hoogwaardigheidsbekleders die langskwamen. En dat is wel het meest surrealistische, dat je denkt, oh ja, ik heb nu mensen die drukte als ik. Nee, Bobo! Nee, geen Bobo! Ja, maar het is wel een functie. En daar heb ik me in het begin best wel wat zorgen om gemaakt. Je hebt zeg maar Eke, Mathijs, Friso, Femke, Sire, maar wij zijn passanten op een functie. En de gedeputeerden, dat is wat je bekleedt. En dat moet geen afbreuk hebben van wie er op dat moment zit. En je kunt daar geen lak aan hebben, want dan doe je het ambt ook te kort. Dus je moet daar wel in mee, maar dat voelt wel wat surrealistisch. Ik weet nu wel dat er was de wielerwonde in Surhuis de Veen, daar was ik toen. Volgens mij moest Femke toen het openingsschot of zo doen. Dat denk ik ook weer. Een paar weken geleden was je er niet, en in één keer moet je dan gewoon dat soort dingen gaan doen. Het is niet iets waar je over nadenkt als je de politiek in het raam ziet. Nee, zeker niet. Wat ik me ook al afvraag, en je zegt, en ik heb heel veel kennis over de agrarische sector, maar in je portefeuille heb je daar eigenlijk niet zo heel veel mee te maken, toch? Nee. Wat heb jij allemaal in de portefeuille? Ik heb het financiën. Dat is een van mijn grote dingen. Als je naar de portefeuilleverdeling kijkt, hebben we allemaal iets wat heel intensief is. En we hebben daarnaast de andere taken verdeeld. En we hebben ook allemaal, we noemen dat een zoetje. Iets wat we gewoon heel graag vinden. Ja, een hobby. Daar heb ik wat mee. En ik zou het heel fijn vinden als de groep mij... Zo'n onderdeel hebben we ook allemaal. En ik heb dus Friese taal. Dat is voor mij dat stukje. Maar ik heb ook bedrijfsvoering. En het is niet zo dat ik financiën of bedrijfsvoering minder leuk vind, want ook daar zitten heel veel uitdagingen op. En ik ben ook wel een puzzelaar. En daar hou ik ook wel heel erg van. En organisatorisch, de boel met Jelmer dan weer. Een nieuwe secretaris. Weer nieuw op de rit zetten. Al die mensen die hier werken. Dat vind ik ook ontzettend mooi om daarmee bezig te zijn. Maar inderdaad, helemaal niks meer met de landbouw. En dat vind ik eigenlijk ook wel heel erg leuk. Want de landbouw, daar heb ik heel lang in gezeten. En ook als belangbaardige. En wat je merkt, is dat op de feestjes, overal waar je komt, ik ga dan ook veel naar die boerenfeestjes. Ja, ik merkte dat ik soms ook een hele avond stond te praten over de stikstofproblematiek. En dat je bubbel niet meer een bubbel is die door te prikken is, op een of andere manier. Maar die steeds harder wordt. Dus dat wordt een beetje zo'n glazen bol. En je weet dat de hele wereld buiten is. Op een bepaald moment heb ik zelfs de molenkust gedaan met mijn vader om ook iets te doen wat niet met landbouw te maken had. Het blijkt dat alle molens ook hun landbouwkundig doel te hebben. Je komt er toch altijd weer niet gelukkig mee. Dat klinkt heel fijn. Dus ik vind het heel erg leuk om nu ook wat anders te doen. In de portfolio bedrijfsvoering zit wel vastgoed. En vastgoed is ook grondzaken. Dus op die manier heb ik het nog steeds wel met landbouw te maken. We hadden natuurlijk gezegd, wat willen we allemaal weten van Eke? En jij zei nog van jouw buitenland ervaring. Want je hebt volgens mij, heb ik begrepen, ook veel in het buitenland gewerkt. Ja, vanuit mijn opleiding toerisme heb ik in Italië een stage gelopen. We moesten een buitenlandstage doen. En dat heb ik in Italië gedaan op een hele grote camping. Prachtige ervaring. Het enige wat je doet is heel veel schoonmaken. Ik was 18. Dus je leert heel veel over de mensheid. Al die verschillende gasten die vanuit verschillende landen naar Italië afreizen. En de verschillende karakters die daarmee samenhangen. Vanuit mijn bubbeltje op Urk. Ja, dat was ook wel een bijzonder bubbeltje. Dat was ook weer een bubbeltje. Dus daar heb ik heel veel van geleerd. Maar daarna heb ik in Nieuw-Zeeland koeien gemolken. En daar is voor mij eigenlijk de besmetting met de landbouw waar je gaat plaatsvonden. Je zegt ook, beide broers zijn boer. Je komt wel uit een familie met agrariërs. Je vader was docent, want anders was hij waarschijnlijk ook boer geweest. Of was hij boerenzoon? Nee, mijn vader komt uit Zwaarsteveen en die hadden een woonwinkel. Mijn moeder, haar familie, die heeft wel allemaal boerderijen. En omdat mijn vader schoolbeheerder was, hadden wij een heel lange zoonvakantie. Dus we gingen altijd met ons gezin van vijf kinderen. Want de jongens waren allemaal zo gericht op de boerderij. We gingen altijd die caravan neer bij de familie op het erf. En dan stonden we daar. Dus we zijn daar wel heel erg mee opgegroeid. En voor de jongens was het heel erg zeker. Drie zijn boer geworden van de vier. En de vierde werkte ook in de melkveehouderij. Die waren daar heel zeker van, die wilden boer worden. En mijn reis naar Nieuw-Zeeland was eigenlijk misschien nog wel meer om aan de familie te bewijzen dat ik het ook kom. En ik had het tot dan toe nog nooit gedaan, koeien melken of dat soort dingen. Dus het was... Ik dacht misschien wel een beetje, nou, ik heb het nog nooit gedaan. Ik denk dat ik het wel kan. Ik denk de eerste vier weken, het was vreselijk. Ik vond het zo zwaar. Hoe lang heb je daar gezeten? Acht maanden uiteindelijk. Ik zou maar drie maanden daar werken en dan een maand rondreizen. Maar ik ben er acht maanden aan het werk geweest. Dus wat ik op toerisme ook al wel geleerd had, dat je eerst een maand moet doorzetten voordat je kunt zeggen van nou, dit is echt niks. En dat was in Nieuw-Zeeland ook zo. Het was fysiek heel zwaar werk. Ik werkte daarvoor op de Frieslandbank, op het klantcontactcentrum. Dus dat was een kabelbaan. En ik kwam daar in het staartje van de winter. Het was koud. En ik moest alle kalfjes die in die periode geboren werden, die moest ik groot brengen. En dat klinkt fantastisch, is het ook. Het zijn ook hele lieve beestjes. Maar als je 25 à 30 kalfjes op een dag moet leren drinken, nou, ze zeggen een koper geit dan leer je vloeken. Maar dat kan met een kalfje ook wel. En waarom? Ja, de een die snapt het meteen. En de ander die loopt nog wat te prutsen. Maar die wel moeten wel, zeker in die eerste 24 uur. Dus dat is met verleiding, dat is met dwang. Je probeert van alles. Ze werden meteen bij de moeder weggehaald, de kalfjes. Ze werden het meest in het land gevonden. Want in Nieuw-Zeeland hebben ze een soort van pure graze systematiek. Dus dat betekent dat de koeien die lopen buiten. En toen ik daar op de boerderij kwam, dacht ik, het kan niet waar zijn dat hier duizend koeien gemolken worden. Want dat was een bedrijf met duizend koeien. Maar er stond alleen maar een afdakje met een melkstal eronder. En nog een afdakje en daar waren wat hokken onder gemaakt voor de kalfjes. Maar daar lopen de koeien altijd buiten. Dus die kalfjes werden ook buitengeboren. En we gingen er één keer per dag naartoe om te kijken of er kalfjes geboren waren. Dat was natuurlijk elke dag zo. Want ze hebben daar een systeem dat in twee maanden tijd kalven al die koeien af. Zodat de cyclusie ook allemaal gelijk is. Dat is niet iets wat we in Nederland of in West-Europa veel doen. In Ierland heeft dat systeem ook wel wat. Sommige boeren in Nederland doen dat ook wel. Maar goed, dat betekent wel dat je alles tegelijk hebt. Dus alle zwangerschapsverlopers tegelijk. Dus dan heeft de boer ook gewoon echt twee maandjes verkalfing. Maar ook al het afkalven. En die werden dan in de wei geboren. Maar omdat we er één keer op de dag naartoe gingen kon het best zijn dat een kalfje al een twintig uur oud was. En dan kunnen ze al heel hard lopen. Dus om ze dan nog te pakken te krijgen in een weiland dat is ook een hele uitdaging. En ze zijn wild. Ja, precies. Die reizen zichzelf wel. En waarom gingen jullie ze dan onder het afdakje bij een SEDA-melkgever? Omdat de koeien dan, net zoals in Nederland, in het melksysteem gaan. Dus de kalfjes worden erbij weggehaald. Die gaan in groepszakken. Die krijgen de biest van hun moeders. Dat gaat daar ook anders dan hier. Omdat het daar meer in de grote groepen gaat. Hier heb je vaak, of eigenlijk altijd, ik ken het niet anders, dat de beboer de koe melkt en die melkt ook naar dat kalfje. Dat is daar anders. Dus die hele groep van dertig koeien die die dag dat kalfje hebben gekregen. Die worden apart gemolken en die melk gaat in een grote bak. En dat bracht het koffietje naar die kalfjes. Je zei van, ik wilde ontdekken wat dat voor mij was. Maar laat maar kijken, kom maar heen. Ik zie hier al best wel veel koeien. Ik zou dan niet gelijk de bevlissing voeren naar Nieuw-Zeeland te gaan om te gaan melken. Je weet dat dat een heel andere manier van boeren is dan dat we in Nederland gewend zijn. Het is ook best wel agrarisch om in het buitenland werkervaring op te doen. Ik weet niet of het in andere sectoren ook zo fors is. Maar ik ken eigenlijk geen agrarische jongeren. Zelfs de oudere generaties. Dus mijn ouders, hun generaties, dat waren al agrarische studenten die naar Texas gingen om daar een stage te doen. Dus in de agrarische sector is dat heel gebruikelijk. Dus heel veel Texas, heel veel Nieuw-Zeeland. Dus waar je echt die grote bedrijven vindt om dan ook dat andere systeem wat te leren kennen. En vervolgens thuis ook aan de slag te gaan. Als je nu kijkt, want we hebben hier natuurlijk het stikstofprobleem. We hebben het hier over de koeien die op stal staan, mest, urine, de hele handel. Goed, je weet er alles van. Is dat in zo'n land als Nieuw-Zeeland, heb je dit soort problematiek natuurlijk niet. Of is dat anders? Omdat die beesten allemaal buiten zijn. Klopt dat, is de vraag. Klopt dat, ja. Ja, dat is een aanhoudsprobleem inderdaad. Want wat je ziet, nee dat scheelt helemaal niet. Want dat is toch ook wel een beetje wat je ziet bij Nederlandse boeren die emigreren. Die denken, nou daar hebben we geen regeltjes van, dat is niet waar. Dus wat je ziet is dat heel veel vraagstukken, die zijn daar misschien een beetje anders. Maar niet heel veel anders. Dus daar zijn ze nu ook heel erg bezig met nitraatafspoeling. Bemesting is daar veel minder een probleem. Net als stikstof. Nou ja goed, Natura 2000, dat kennen ze niet. Nee precies, dat is echt wel een feestdingetje. Maar waar ze daar wel heel erg mee bezig zijn is, kijk daar brengen de koeien alles gewoon naar het land. Dus heb je stallen. Dus je hebt geen mest op slag. Je hoeft het niet uit te rijden, want die koe heeft het er zelf naar toe gebracht. Maar dat betekent wel dat het allemaal vrij gecentreerd op het land valt. Ja, hoe zit het dan met de afspoeling? Dus dat zijn wel dingen waar, en het is natuurlijk een eiland. Heeft ook een hele andere problematiek. Dus hier nu, het deed me ook wel een beetje eraan denken, maar we hebben hier nu de Amerikaanse rivierkreef. Maar toen ik daar zat, dat is inmiddels dus al twaalf jaar geleden ofzo. Toen hadden ze daar een soort van alg ofzo die in het water zat. En dat kwam ook uit aquaria. Maar dat was daar in Nieuw-Zeeland ook bijna niet te bestrijden. Dus eigenlijk, waar het waterschap hier mee kant, en dat is daar ook. Alleen staat daar ook een schaal. Je zag ook wel dat bepaalde regels daar ook echt wel komen. Dingen die hier al lang wel niet meer mogen, omdat we hier al veel langer over dierenwelzijn zijn. Dat begon daar toen een beetje te komen. En dat is ook terecht. Ik bedoel, het kan niet zo zijn. Wij hadden daar toen nog een paar koeien rondlopen waar de staart van afgeknipt was. Dat kan voor jou als melker fijn zijn, want dan krijg je niet zo'n staart in je gezicht. Maar goed, die staart zit er niet voor niks. Je moet er ook een muggen op afstand houden voor zo'n dier. Dus dat was daar toen aflopend. En dat was hier in Nederland al langer niet meer toegestaan. Heb je zelf ook huisdieren? Nee. Ik ben heel blij voor een of twee huisdieren dat ik ze niet heb. Want mijn planten zijn al heel treurig. Het is best erg, maar ik vind koeien en kippen leuk. Dat vind ik fantastisch. En voor de rest heb ik helemaal niet zo veel met dieren. Nee hè? Nee, niet met honden en katten. Oh ja, wij wel. Jij hebt ook met konijnen, hè? Ja, maar konijnen vind ik ook leuk. Maar ik heb ook wel wat konijnen gehad. Die werden opgegeten door een steenwarten. Dat was ook niet zo'n succes. Dat vond ik echt heel sneu. En wat ik niet wist, is dat een konijn zich letterlijk dood kan schrikken. Dit is best wel een sneu verhaal. Ik had best vast zo'n steenwarten. Dus ik had kippen. Die zijn allemaal opgegeten tot drie keer toe door een steenwarten. En een konijn had ik in zo'n stel. Zo'n ding buiten had ik dat te staan. En daar had die steenwarten geprobeerd om in dat hok te komen. Maar die konden niet inkomen. En dat konijntje heeft drie dagen in een hoekje van dat hok gezeten. Zonder dat ze zich bewoog, at of dronk. En ik dacht echt, die leeft. En toen vertelde iemand mij, maar ze kunnen zich letterlijk dood schrikken. En daar is na drie dagen wat van op stroom gekomen. Maar later is die steenwarten nog een keer bij haar geweest. En heeft die haar niet kunnen wijten of wat dan ook. Maar is het dier wel dood? Dus dat vond ik heel moeilijk. Ik dacht, dit doe ik niet weer. Oftewel, we nemen dus geen dieren meer. Ben je wel van de mut afgekomen? De mut heb ik niet meer gezien, gelukkig. Maar ja, dat is natuurlijk ook iets. Ik heb ook wel begrepen, je kunt haar wel vangen. Maar ze nemen ook haar territoria over. Dus je krijgt ze altijd weer. Als je nou vrije tijd hebt. Dat heb je nu vast niet zo heel veel meer. Wat vind je dan leuk? Ik vind zomers, dan ben ik heel veel op pad. Ik vind zimmeren in Friesland, dat is wel echt mijn zomervakantie. Dat is al jaren zo. Ik ben heel fanatiek Veenhoopganger. Die kwam ik dat dit jaar dus voor het eerst tegen. En de Veenhoop Zwarte Cross. Dat is mijn vakantie in de zomer. De scootjefeesten, keertsen. Dat vind ik echt fantastisch. De zomers is dat op pad met vrienden en vriendinnen. Maar zwinters ben ik echt wel een huismus. Tijdens het ijsweer. Ik hou heel erg van lezen, van puzzelen. Ik ben best wel kleuterig. Nou heerlijk. Lekker warm bij de kachel. We hebben Matthijs gevraagd wat zijn beste recept was. Wat is jouw beste recept? Ik heb een hele lekkere pompoen lasagne. Met geitenkaas en chorizo. Die is echt heel lekker. Ook een struintjes overschotel met oude kaas en mosterd. Dat is wel een beetje mijn winning. Overschotel met oude kaas, geitenkaas en mosterd. Vertel er eens iets over. Ik zie het nog niet direct voor me. Dat is zo lekker. Het is met aardappelpuree. En dan zit daar ook nog vlees mee. Dat denk ik niet. Dan wordt het een optie. Hij is echt heel lekker. Met een dikke lik grove mosterd erdoor. Stuur het recept maar een keertje door. We kunnen er wel een hele special van maken. Maar we zitten al een beetje over de tijd heen. Heb je nog een hele mooie vraag? Ik weet het niet. We kunnen nog een hele lange politieke beschouwing doen. Heb je een vraag aan ons? Dat mag natuurlijk ook. Hoe zijn jullie op dit idee gekomen? Om een podcast te maken. Ik geef mezelf al de credits. Nee, dat is helemaal niet waar. Jullie als combi, dat is ook heel gezellig. Dat werkt wel. Dat vind ik heel gezellig. We hadden een fractieweekend in Appelscha. Ik had vorig jaar met Sjada al een paar keer een poging gedaan tot een podcast. Maar dan was ik gewoon een uur aan het woord. Ik laat dat helemaal niet toe. Jij laat dat niet toe. Toen hadden we dat weekend gezegd. We gaan bezig met een podcast. We zijn daar maar mee begonnen. We hebben echt een rol in het. Dat is ook te zien. Het is ook heel erg leuk. Ik vind het een gezellige idee. Hij staat ook op Spotify. Ik ga hem tekenen. We zullen hem naar je doorsturen. We hopen op een hele goede samenwerking. Je bent natuurlijk ook onze gedeputeerde. Absoluut. De komende vier jaar zitten we weer aan elkaar vast. Dat klinkt allemaal weer iets minder. Nee, dat is niet negatief bedoeld. We zullen het met elkaar moeten doen. We kunnen ook zeggen, we gaan met elkaar opgebijtjes. We gaan met elkaar opgebijtjes. Ik heb er heel veel zin in. Heel veel succes. Jullie ook. Ik ben benieuwd. Mag ik even een biertje? Wie gaan jullie allemaal nog interviewen? Femke moeten we ook nog interviewen. Siebe? Siebe moeten we nog interviewen. Arno? Arno? De commissaris van de Koning, meneer Brok. Die moeten we ook nog interviewen. Verder vallen we altijd iedereen lastig die we tegenkomen en waar we een vraag aan willen stellen. We zijn ooit eens begonnen met Max Aardema. Het lijkt me ook echt wel eens leuk om Harry Giaans in de podcast te hebben. Dit is een uitnodiging aan Harry Giaans? Dit is een uitnodiging aan Harry. Al dat leugen? Ja. Nee. Misschien ook van buiten het hoe is zeg maar. Heb je leuke ideeën? Ik zit er nu over na te denken. Wie zou je nou nog kunnen noemen? Ik vind het vooral ook leuk om mensen te laten weten, want heel veel mensen weten eigenlijk helemaal niet wat er gebeurt in de Friese politiek. Dus dat is wel een beetje ons idee. In eerste instantie om mensen mee te nemen in het wel en nee in de Friese politiek. Ik zat te denken naar misschien ook de beroepen. De fractie medewerkers, dat vind ik ook ongelofelijk. Ik kijk er nu natuurlijk ook met een hele nieuwe bril tegenaan. Wat een organisatie zit erachter. Een griffie. Wat doet die nou allemaal? Dan gaan we ons ook nog wel in aflevering 20. Dan 19 voor jou. Ja, zoiets ja. Oh, sorry. Dankjewel. Bedankt. Misschien komen we nog eens bij je langs. Zou ik leuk vinden. Goed. Dankjewel. Jullie ook bedankt. Dat was alweer een versprek met de BBB-gedeputeerde Eke Vogert. Wat een leuke vrouw eigenlijk. Ja, ontzettend leuke vrouw. Hele aardige, hartelijke vrouw vond ik het. Ja, hele warme ontvangst. Hele openhouding. We hebben ook ontzettend lang met haar gesproken. Het wordt een hele lange podcast. Ja, we zijn al geluisterd. We zijn natuurlijk alleen maar heel blij mee. Ik hoor altijd wel dat de meest geliefde rubriek van onze podcast, dat is toch niet het stukje waarin wij ons mee bezig zijn. Nee, dat snap je dan niet, hè? Nee, dat gaat om 28 seconden. Daarom luisteren de mensen naar onze podcast. Ja, mijn vrouw was laatst aan het luisteren. Ze heeft de vorige twee minuten geluisterd. Dat moet ze nog doen. Maar die zei van, ja, ik heb Jochem niet gehoord. Ik zei, dan moet je beter luisteren. En hij zat er wel in. Ja. Maar dat is toch de meest geliefde rubriek. Ja, dat is wel onze kliffhanger. Dus eigenlijk moeten we Jochem een beetje altijd op plaats houden. Ja, maar met Jochem Knol in de lift. En daar moeten we nu maar naartoe gaan, denk ik. Jochem, heb je nog iets te vertellen? Helaas is de opname van Jochem Knol in de lift, en deze keer zat hij achter het stuur, is niet gelukt. Het was niet te verstaan. En ja, helaas zijn deze opnames onbruikbaar. Maar een aflevering zonder Jochem Knol is natuurlijk geen aflevering. Dus we gooien er nog even een gouden ouwe in. Met Jochem Knol in de lift. Zo, we zijn nu in de lift. En Jochem, we gaan zometeen naar de achtste verdieping. En je hebt 28 seconden. De tijd is voor jou. 28 seconden om een nieuwe beweging aan te koppelen. En dat wordt de gezond borstwachterbalangbeweging. Wat is dat? Is dat 350 borstwachters zien dat het ontzettend slecht gaat met de natuur? Daar hebben we verder geen onderzoeken voor nodig. We moeten nu gewoon wat doen. Dat gaan we met die beweging, daar gaan we voor. We gaan ze helpen. We gaan onze natuur helpen. En we gaan onze borstwachters weer gelukkig maken. Nou, dat is ook wel goed. Achtste verdieping. Dankjewel, Jochem. Nou, we hebben nog 10 minuten en dan zitten we in Lauwersoog. We zijn nog eventjes een beetje kletsen zo onderweg op de achterbank bij Jochem. Ja, wat een sfeertje. Heel die leuke sfeer. En de sneeuwen. Ja, bijzonder hè. Dus voor ons zit Jochem, die zit achter het stuur. En Arjette, die zit daarvoor. Dat is onze fractiemedewerkster. En we zijn dus op weg naar de sliphub. En wat het precies is, dat weet ik niet. Ja, ik dacht aan de slipjeshut. De slipjeshut. Nee, het is een hub. En een hub is, ja, wat is dat? Een verzamelpunt. Een punt waarvanuit iets weer verder wordt verspreid. Ik weet het niet. We gaan het zien. We gaan het zien. We gaan het zien. Ja, waar hebben we het nog niet over gehad? Nou ja, we hebben natuurlijk vorige week verkiezingen gehad. Ja. GroenLinks-PvdA, tweede partij. Ja, dat. En een flink aantal vetals extra. Fantastisch nieuws. Waren het niet dat de PVV ook behoorlijk heeft gewonnen. En dat is natuurlijk heel knap van ze. Maar ik kan daar niet heel blij over zijn. Nee, ik denk dat dat best wel een beetje een domper is. Juist omdat het een partij is die heel veel dingen vindt die wij absoluut niet vinden. En die wij zelfs zo nu en dan wel heel erg vinden. Dus het is spannend. En we kunnen er heel veel over zeggen. Maar ik denk dat er al heel veel over is gezegd door een heleboel mensen. We gaan het zien. Ja, ik moet wel zeggen. Ik maak me er wel echt ook grotere zorgen over. Niet zozeer voor mezelf. Ik red me wel. Maar er is natuurlijk een hele grote groep van kwetsbare mensen in Nederland. Die nu al meer onder druk staan. Mensen voelen zich nu ook eens vrij om nog meer in de stapje verder te gaan. In hun haat tegen de volksgroepen. Ook over het klimaat maak ik me echt wel een beetje zorgen. Voor die die ergens zijn. En Nederland krijgt misschien wel een klimaat onbekennende regering. Ja, wij zijn klimaattracties ofzo. Dus dat wordt wel een beetje zorgen. Ja, ik vind het heel eng. Ik vind het ook wel heel eng voor mensen die gewoon voor zichzelf willen zijn. En voor de LHBTQ mensen. En ik ben gewoon bang dat zij niet een veilige plek zullen hebben in Nederland op deze manier. Maar laten we hopen dat de PVV zich aan een waardeloze regeringsprincipe toont. Ik denk dat de boodschap aan ons moet zijn om in ieder geval juist voor al die angsten die we hebben heel hard te gaan strijden. Er zijn natuurlijk heel veel mensen die zijn ontevreden. Die hebben geen vertrouwen in de politiek. Die hebben een zondebok nodig. Dus die vinden toch dat alle vluchtelingen te schuld zijn. Van alle ellende in de wereld. Ja, nou goed. We gaan zien wat de PVV ervan maakt. En of zij ervoor zorgen dat iedereen over vier jaar een huis heeft. En dat het allemaal goed gaat. Het bijzondere is natuurlijk. Ik ben ook heel ontevreden met hoe de regeringen het de afgelopen jaren hebben gedaan. En links heeft natuurlijk bijzonder weinig in producten gehad. En zeker voor links. Ik denk dat als de mensen die zo ontevreden zijn willen dat er iets op lost. Dan hadden ze beter op ons kunnen stemmen. Ja, ik weet het niet. Maar ik weet wel dat ik in ieder geval de komende jaren heel hard ga inzetten voor mensen die het moeilijk hebben. En laten we hopen dat dat dan helpt. En als het niet helpt. Nou ja, dan hebben we het al best gedaan. Wij moeten maken. Het volk heeft gesproken. En nu moet het volk op de blaren zitten denk ik. Maar we gaan het zien. Misschien wordt het geweldig. En wordt het allemaal helemaal mooi in één goede tijd. Ja, ik zou wel even noemen. In Utrecht wordt openbaar vervoer volgend jaar gratis voor kinderen. Oké. Voor kinderen of ook voor studenten en zo? Ja, volgens mij voor mensen onder de 18. Oké. Dan ga je je bijna afvragen wie daar in het bestuur zit. Ja, dat zal wel gewoon links zijn. Ja, volgens mij is het de enige provincie waar de BBB niet meedoet. Maar daar moeten we misschien niet altijd weer een badkamer doen. Nee, nee. Misschien de sluizen van Lauwersoog hier wel. Ik zie ook allemaal gansen. Ja, die moeten ook dood. Ik was laatst met mijn nichtje. We waren in een soort dierentuin. Toen moesten we een speurtocht doen. En je moest in die speurtocht al vier verschillende vogels zien. En dat nam dat meisje bloed serieus. En op een gegeven moment, er waren echt wel twee vogels te zien. Want er stonden meer daar. En na een minuut of twee zijn er mijn vrouw en ik. En we hebben het samen meegenomen. Oh, kijk! Een vuut! En dat meisje zei, is dat een vuut? En ik zei, ja, dat is echt een vuut. En dan mocht een vogel... Sorry, Caitlin, als je het luistert. Ja. Maar is er nog ander nieuws wat je zou willen vertellen, Elsa? Nee, ik heb denk ik... Nee, nee. Het was een drukke week. Het was een zware week. Ik vond de verkiezingsuitslag zwaar. En ja, weet je... Ik denk, laten we het hier maar bijhouden vandaag. Dat denk ik ook. We hebben een mooi gesprek gehad met Eker. Ja, een mooie Jochem-knol op de voorbank. En dan spreken we elkaar de volgende keer weer. Ja, nou, tot de volgende keer dan. Ja, oké. En dan luisteren op Spotify. Zoals Joost Ruik dan zegt. Nou, dag! Nou, dag!

Listen Next

Other Creators