Heksentaart

Ella is a witch who is different from others. She dislikes black and spiders, and prefers her red elephant. Her twin brother, Casper, is a true wizard. Despite their differences, their parents are happy with both of them. Ella starts school and learns spells and scaring techniques. She struggles to fit in but eventually wins a cooking competition with a unique recipe. Ella continues to bake delicious treats and everyone enjoys them. Hexentaart Iedereen is anders, ook Ella. Toen Ella nog een heel klein meisje was, was het al heel duidelijk dat ze niet zoals de meeste heksen was. Ella houde helemaal niets van zwart. Spinnen vond ze maar vieze beestjes en ze knuffelde het allerliefste met haar rode olifantje. Haar tweeling voor Casper is wel een rasechte tovenaar. Hij is dol op vieze drankjes, grappige tovenspeuken en zwarte loopkevers. Voor mama en papa maakt het niets uit, ze zijn gewoon heel erg blij met hun twee beugelinkjes. Ook als ze ouder worden, zie je meteen dat de tovenaarsteling heel verschillend is. Kijk eens, roept Ella, mijn tekening is klaar. Goed zo, juicht papa, dat ziet er mooi uit. Mooi, mooi, roept Casper, ik heb nog nooit zo'n tekenkleurige heks gezien. Heksen zijn toch zwarte mager? En waar zijn de spinnen en de spinnenwebben gebleven? Ik vind het veel leuker zo, mompelt Ella. Misschien, misschien moet ik er nog wat glitters bij doen. Net zoals de gewone kinderen, moeten heksen en tovenaars op een dag ook voor de eerste keer naar school. Ella, Casper, opstaan, roept mama. Hier is jullie schooluniform. Ella trekt een vuus gezicht als ze haar zwarte heksenjurkje ziet. Moet dat echt, zeugt ze? Natuurlijk, roept Casper, vandaag mogen we eindelijk naar school. Met tegenzin trekt Ella het jurkje aan. Mag ik er misschien een paar gekleurde lintjes op naaien, vraagt ze. Het is een heel eind vliegen naar toverschool. Zo, we zijn er, zegt papa, als ze even later met een bezem landen aan de schoolpoort. Voorzichtig kijkt Ella door het hek naar de heksenkinderen op het schoolplein. Ze vindt de school maar een saaie boel. Alle kinderen zien er hetzelfde uit, in keurig uniform. Plots ziet Ella een heel klein bloempje groeien tussen de grijze tegels van het speerblad. Kijk eens, vindt er ze, een madeliefje. Voorzichtig plukt ze het en steekt het op haar heksenjurkje. Goedemorgen kinderen, roept de heksenjuffrouw. Ik ben juf Pampoen, welkom op de toverschool. Hier leer je wat je allemaal moet kennen om een echte heks of tovenaar te worden. Leren we ook toverspreuken, vraagt Casper opgewonden. En mensen bang maken met toverdrankjes bouwen. Ja hoor, knikt juf Pampoen. En vandaag gaan we beginnen met de eerste les. De eerste oefening is eenvoudig, zegt juf. Hebben jullie allemaal een beetje met een grijze muis? Alle heksenkinderen knikken. Goed, gaat juf Pampoen verder. We gaan deze muis veranderen in een puukenspin. Het is niet zo moeilijk, je moet gewoon de juiste toverspreuken kennen. Klaar? Pak jullie toverstok en zeg mij na. Timpe tampe toverspin, maak van deze muizenspin. Emeltje, wat is hier gebeurd? roept juf Pampoen. Met grote heksenogen kijkt de juf en de kinderen naar de beker van Ella. Daar zit geen dikke zwarte spin in, maar een grote roze spuikenspin. Ik vind deze veel leuker, zegt Ella glinderend, en lekkerder. Ik hou niet zo van echte spinnen. Ach, het is je eerste dag, zegt juf Pampoen. Vroeg of laat lukt het je wel. Je moet natuurlijk ook leren hoe je mensen bang maakt, zegt juf Pampoen even later. Is dat moeilijk? vraagt Casper. Nee hoor, zegt juf. We leren vandaag drie manieren om mensen bang te maken. Door gekke gezichten te trekken, door ze te laten schrikken, of door spinnen of muizen te gebruiken. Probeer het maar eens. Waarom moeten we mensen de angst aanjagen? vroeg Ella. Zijn ze dan niet lief? Toch wel hoor, knikt juf Pampoen. Maar wij heksen en tovenaars vinden het gewoon leuk om mensen bang te maken. Maar Ella heeft daar helemaal geen zin om mensen bang te maken. Dat is gewoon stom, denkt ze. Toch probeert ze heel erg haar best te doen. Maar iemand bang maken met een suikerspin, ja dat lukt natuurlijk niet. Wie een echte heks of tovenaar wil worden, moet ook een echte tovengerecht leren maken, vertelt juf Pampoen. Daarom houden we morgen een grote torenkijk toverkookwedstrijd. De volgende dingen moeten zeker in je toverrecept zitten. Drakenbloed, veermuizenmelk, rattenkeutels, vliegenvleugels, trollefnots, krokodilleneieren en kikkersmeel. Wie hiermee het leukste en lekkerste kan toveren, wint de gouden pezentrofee. Wat ga jij toveren, vraagt Taster als hij s'avonds zijn spultjes bij elkaar zoekt. Ik weet het nog niet, zegt Ella. Waarom toveren wij heksen altijd met de vlaardigste dingen? Er is helemaal niets bij dat ik lekker of leuk vind. Als het bedtijd is, weet Ella nog steeds niet wat ze morgen gaat toveren. Ik kan toch niet zonder recept naar school gaan, denkt ze. Maar misschien wordt de juf wel en wel boos, of lachen de andere heksenkinderen me uit. Een hele tijd zit ze stil voor zich uit te staren. Maar ineens springt ze recht en loopt naar haar bedem. Even later vliegt er een kleine gedroevige heks doeloos door de donkere nacht. Ella wil weg uit het heksenbos. Maar waar kan ze naartoe gaan? Ze is nog nooit uit het bos geweest. Met haar hoofd verovergebogen vliegt Ella steeds verder en verder de zwarte nacht in. Boing! Ella zet de kop tegen haar hoofd. Auw! Voorzichtig beseft ze dat ze laatst langs haar bedem ligt op de grond. Wat is er gebeurd? Ella wrijft over haar dekenbult over haar voorhoofd heen en kijkt naar boven. Daar bengelt de reclamebord zachtjes heen en weer. Dan gaat er een lichtje aan. Een jongen met ronde krullen steekt zijn hoofd door het raam. Maak jij er zoveel te paal? sprak hij. Sorry, fluistert Ella. Ik had dat stomme bord niet gezien. Mijn naam is Daan, zegt de jongen vrolijk. Heb ik je pijn gedaan? Wil je toevallig even binnenkomen? Ella vertelt Daan het hele verhaal. Waarom ze is weggevlogen. Hoe zijn mensen toch op de rechten gekomen. Ik hou helemaal niet van drakenbloed en rapkeutels. Hoe kan ik een bovengezicht maken? Daan denkt heel diep naar. Wel, misschien kan ik jou helpen, zei hij beenzinnig. Zorg me maar. Kijk, zegt Daan. Dit is de bakkerij van mijn vader. Hier hebben we nu vast en zeker alles wat we nodig hebben. Daan begint meteen te zoeken tussen de rekken met spulletjes. Hier en daar neemt hij een doosje of een pakje van een plank en stopt hij alles in de grote zak. Zo, dit worden de rattenkeutels, zegt hij. En nu? Nu hebben we alles. Weet je nog hoe het moet? vraagt Daan. Als Ella even later op haar bezem stapt. Ja hoor, lacht Ella. Je hebt het me heel goed uitgelegd. Heel erg bedankt. Graag gedaan en veel succes, roept Daan. Tot binnenkort. En niet verklappen hoor. Vandaag is een grote toverkijkwedstrijd. Goedemorgen kinderen, zegt juf Pompoen zorgelijk. Hebben jullie de juiste toverspulletjes gevonden? Ja juf, roepen alle rechten, zegt Brinko. Mooi zo, zegt juf Pompoen. Ik kan de wedstrijd beginnen. De jonge heksen en tovenaars gaan meteen aan de slag. Ella neemt een grote pak bloem uit de zak van Daan. Zo, zegt de zachtjes, dit is een dikke meel. En deze twee uitjes worden met troldes mot. Daarna ziet ze een halve liter melk in haar ketel en het wordt ze prachtig met haar toverstok doorheen bekomen. De tijd is om, roept juf Pompoen. Leg je toverstokken maar neer. Blijtom de leerlingen wat ze gemaakt hebben. Ik heb troldes mottensoep gemaakt, glundert Nina. En ik vleermuizenpudding met rattenkeutels, roept Kaspers. En jij Ella, vraagt juf Pompoen, wat heb jij gemaakt? Rot stond Ella haar aardbeientaart met slagroom en amandelschilders. Dit is mijn drakenbloed-bavoir. Mijn vleermuizen schuim en vliegenuggels, zegt ze. Wie wil er een stukje proeven? De taart van Ella ziet er zo lekker uit, dat iedereen maar twee van wil proeven. Dit is de lekkerste taart die ik ooit gegeven heb, roept juf Pompoen met haar mompseltaart. Ella, Ella, jij hebt de toverstok wedstrijd gewonnen. Hier is de gouden pezen trofee. Proficiat, proficiat, roepen alle afgelopen jaren. Vanaf die dag vliegt Ella regelmatig naar Mensendorp om haar ingrediënten te halen. Steeds weer krijgt ze vandaan nieuwe recepten en zo bakt ze de heerlijkste taarten. En de anderrijkste kinderen en juf Pompoen, die smullen hun buik lekker om.