Details
Nothing to say, yet
Details
Nothing to say, yet
Comment
Nothing to say, yet
Fijn dat je hebt afgestemd op het Geboortekanaal. Mijn naam is Marike en ik ben Veerle. En in deze podcast delen wij alle ins en outs over ons leven als verloskundige in Amsterdam. Want we maken een heleboel leuke, grappige en ontroerende dingen mee. Welkom Veerle. Hé Marike, hoe is het? Goed, en met jou? Ja, ook wel goed. Beetje gespannen, maar dat hoort erbij zo de eerste keer, denk ik. Het is al een hoop gericht geworden vandaag. Ik denk het ook. Ik denk het ook. Maar de bedoeling is dat we dan andere mensen ook aan het lach maken. En dat hebben we ons behoorlijke voorbereid. Dat is waar. Veer, hoe hangt je vlag vandaag? Nou, eigenlijk wel goed. Ik ben blij dat de zon schijnt en dat de dagen weer wat langer worden. En ik had een goed weekend. Niet gewerkt, wat ook weleens lekker is. Want de werkweek vorige week was gewoon lekker al mijn werknachten doorhalen. En nou, toen ben ik weer een beetje bij geslapen. En jij? Jouw vlag? Mijn vlag hangt goed. Ja? Ja, ik had een bijzonder rustige dag. Want ik had een meeting met de baby's van Censoring Frequency. Maar die waren allemaal ziek. Nee. Dus dat ging niet door. Allemaal ziek. Dus... De baby's of die moeder? Deels de moeders, deels de baby's. En één baby die heel veel huilde. Dus nu waren er uiteindelijk nog vier die konden. En toen zei ik, nou... Gaan we een ander keertje doen. Volgende keer maar weer. Volgende keer. Ja. Maar, nee. En dat was eigenlijk best lekker. Want ik had nog wel andere dingetjes te doen. En nu kan ook de kogelgerij erbij zijn. Dus dat is fijn. Leuk. Dat is gezellig. En ik heb wel zin hierin. Ja, ik ook. Wij hebben hier natuurlijk al vet veel rol aangehaald in de voorbereiding van. Maar nu het al zo duidelijk is, denk ik... Oh ja. Ik keek er ook heel erg naar uit. Gelukkig. En jij bent nu, denk ik, het meest zenuwachtig. Terwijl dit jouw idee was. Ja. Dat is ook heel stom. Tot ik vanochtend tijd moest vertellen. Dat ik dacht, ja, hallo. Ik ben degene die overhoudt dit idee. Die eerst bij jou naar binnen moest poren. Voordat het enthousiasme een beetje begon te groeien. En nu zit ik hier zelf met het rood op de hoofd. Maar dat zien jullie thuis binnen niet. Nee, want we hebben geen beeld. We hebben nog geen beeld. Want we zijn amateurs. We zijn zeker nog amateurs. Maar goed. Dat geeft niks. Hé, waarom wilde jij een podcast? Jij hebt mij aangestoken met het podcast-virus. Want tot een jaar geleden luisterde ik helemaal geen podcast. En nu sta ik ermee op en ga ik hem in de bed voor ongeveer. En wij hebben het hier op de praktijk natuurlijk zo vaak over ons werk. En over alle bijzondere dingen die we meemaken. En dat gaat natuurlijk echt het hele spectrum af. Dat zijn de meest liefdevoelende en vertederende of ontroerende momenten. Die ons ook nog steeds pakken. Tot ook gewoon toch de dingen die ons stiekem best een beetje laten giechelen. Zeker. Het begrijpen van ons vak. En er zijn natuurlijk best wel wat verloskundigen die inmiddels aan het schrijven zijn geslagen. Maar goed. Maar wij zijn ook een beetje luid. We zijn zeker een beetje luid. Als het waarom gaat, kunnen we beter praten dan schrijven. Sowieso vind ik het ook grappig als ik een boek geleden heb. Ik ook. Ik vind het ook als ik een keer vakantie heb en ligt. Dan is het nog maar de vraag of ik verder kan met mijn hoofdstuk 3. Echt? Ja. Zeker. Ik lees echt heel veel als ik op vakantie ben. Dat deed ik vroeger ook. Maar nu val ik gewoon in slaap. Want het duurt niet te lang als ik ga lezen. Je bent ook een dagje ouder. Zeg dit nou niet. Nee, maar het is wel waar. Dus praten gaat ons denk ik gewoon makkelijker af. En daarmee kwam het idee voor een podcast. Ja. En ik denk ook, mensen vinden het vaak leuk om te horen wat we meemaken. Dan ben ik ergens en dan zegt iemand, heb je nog iets leuks meegemaakt? En dan onderspot weet ik dat heel vaak niet. Maar dan als ik eenmaal op stoot ben, weet ik een heleboel. En dan vind ik het ook heel leuk om te vertellen wat we allemaal meemaken. Nou en daar moet ik nu ook weer aan denken. Ik kreeg van jouw centering groep op een gegeven moment verhalen terug. Van dingen die jij hebt meegemaakt, waarvan ik dacht. Oh ja, dat was ook zo. Maar sommige dingen had ik dus ook nog niet gehoord. Dus daarmee denk ik dat we elkaar hier ook wel hoorlijk aan het lachen kunnen maken. Dat denk ik ook. Ja en vandaag hebben we het dus over Amsterdam. Want daar werken wij. En dat is heel leuk, vind ik zelf. En toen dachten wij, hier gaan we het dus over hebben. Over waarom het hier heel leuk is. Waarom we hier eigenlijk wonen en werken. Want we komen hier helemaal niet vandaan. En vrij grappige en leuke Amsterdamse dingen meemaken. En ook wat er niet leuk is aan in Amsterdam werken. Want sommige dingen zijn ook gewoon niet leuk. Maar goed, dus. Ik ben heel benieuwd. Want wij hadden bedacht dat we het hier over gingen hebben. En ik ben heel benieuwd. Waarom werk jij hier? Ja, goeie vraag. Hoe kom jij hier eigenlijk? Toen ik dacht, oh ja, hoe is mijn werkavontuur in Amsterdam überhaupt begonnen? Toen dacht ik ook even, jeetje, hoe ging dat ook alweer? Want het is dit jaar tien jaar geleden. En ik heb mijn opleiding in Groningen gedaan. Maar ik kom oorspronkelijk uit het zuiden van het land. Dus ik heb best wel even wat omzwermdingen gemaakt. En ja, doordat ik mijn opleiding in Groningen deed, heb ik letterlijk overal in Nederland wel stage gelopen. Van het zuiden bij praktijken waar mijn ouders in de buurt. Praktijken in het oosten van het land. Maar ook gewoon echt, ja, Friese profilantspraktijken. Zo treurig op een zoldertje boven de praktijk. Boven op de zolder van de praktijk. Maar ik heb ook nog veel op de boerderij gewerkt. Ik ook! Oh, ik had gisteren nog zo'n bouwfakker. Ik word wel een viratenzender. Dat is ook leuk! Ja! Dat is ook een uitstelling. Ja! Dat is wel een plaatsje alweer. En mijn zus werkte destijds in Amsterdam. En die woonde hier ook. En toen dacht ik, ja, nu moet ik gaan werken. Waar ga ik nou mijn pre-vandaans doorzetten? En toen zag ik wel wat open vacatures staan op de website van de KNOV. Van behalve toen nog. Onze vervoerorganisatie. Daar heb ik op gereageerd. En ik heb de eerste paar maanden ook echt bij mijn zus op de slaapkamer gelegen. Echt heel zonderlijk wel. Maar ook een beetje onhandig. Voordat ik hier én vast werk én vast woonruimte had. Ja. Want toen zat je dus nog niet in dat huis bij Museumplein? Nee, dat was een huisje in Noord. Maar mijn zus, die stewardess, die was heel veel weg. Dus daarmee sliepen wij niet iedere nacht in hetzelfde bed. Maar goed, die nachten waren er ook. En ik denk toen na twee maanden, toen ik ook bij deze praktijk begon te werken. Toen had ik een huisje aan Museumplein. Ja, leuk. Ja, zeker. Grappig. Ja, ik wist het dus niet. Nee, ik zat ook te denken. Dus het is niet iets wat nou per se heel vaak terugkomt. Maar ik weet het van jou oprecht ook niet. Nou, ik studeerde dus in Maastricht. Ik kom uit Scholle. En ik heb dus overal stage gelopen. Inderdaad, op treurige kamertjes in dorpen bij de praktijk. Dat waren daar dan tien bevallingen per maand. Dus dan had ik gewoon heel vaak niks te doen. Maar ik kon ook nergens heen. Dus dan zat je daar een beetje vast. En ook wel bij mijn ouders, gewoon in Scholle bij de praktijk stage gelopen. En in Maastricht zelf. En toen ik afgestudeerd ben, ben ik in Rotterdam gaan wonen. Want mijn man studeerde in Rotterdam. Die deed de kunstacademie. En toen ben ik daar gaan wonen. En hij maakt reclame. En dat was allemaal in Amsterdam. En toen dachten we, misschien moeten we naar Amsterdam verhuizen. Want Rotterdam-Amsterdam is eigenlijk helemaal niet dichtbij. En toen zei iedereen, het is echt super moeilijk om daar een huis te vinden. En toen was er een nieuwbouwproject. En daar schreven we ons op in. En toen kregen we een huis. En toen verhuisden we naar Amsterdam. Ja, dat was leuk eigenlijk. Ja, dat was leuk. En toen heb ik nog in Zaandam gewerkt. En in Lelystad. Maar toen wilde ik wel graag in Amsterdam werken. En toen zag ik inderdaad een vacature bij deze praktijk. Omdat jij naar Suriname ging. Ja. En daar heb ik op gecontinueerd. Dat is ook zo. Ja. Ja. En toen ben ik hier gaan werken. En dat is negen jaar geleden, denk ik. Ja, negen. Ja. Bizar. En zo ben ik hier terechtgekomen. En nooit meer weg willen gaan. Eigenlijk ook. Maar ook wel echt door onze praktijk. En ik had vroeger nooit gedacht dat ik in Amsterdam zou wonen. Nee. Nee. Ik ook niet. Ik was echt een hater. Want in Groningen is het wel echt gewoon een bruisende studentenleven gaande. En als je even al wat langer zit daar. Dan gaat er op een gegeven moment massaal iedereen verhuizen naar Amsterdam. Ja, waarom nou dan? Want er wordt daar gestudeerd. Ja. Maar heel weinig gewerkt. En ik was altijd een beetje tegen de raad. Ik wilde niet per se andere dingen dan de rest. Maar ik dacht altijd wel. Oh, ik ga tevoren naar Amsterdam. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende. En de volgende.