Details
Nothing to say, yet
Nothing to say, yet
During the podcast, the Second World War in Antwerp is discussed, focusing on the impact it had on the city and its residents. The role of women in the resistance is highlighted, emphasizing their contributions in factories and sabotage. Octavie van Gijver, a young member of the resistance, is mentioned, along with the formation and influence of the White Brigade. Maria de Raad's involvement in protests due to food shortages is also discussed. The personal stories of these women shed light on the experiences of Antwerp during the war. OORLOG IN STAD Welkom bij de podcast waar we dieper ingaan op het onvergetelijke hoogtepunt van de Antwerpse geschiedenis, namelijk de Tweede Wereldoorlog. Hoe de Tweede Wereldoorlog Antwerpen en haar inwoners heeft beïnvloed. Het was een Duitse tijd waarin de stad zwaar te lijden had onder nazi-terreur, jodenvervolging en militaire aanvalling. Met minstens 25.000 slachtoffers tot gevolgen. Door aangrijpende persoonlijke verhalen worden deze belangrijke periode in de geschiedenis voelbaar en begrijpelijk gemaakt. Deze gebeurtenissen hebben we opgedeeld in meerdere thema's en wijden hieraan telkens hun eigen aflevering. Vandaag gaan we het hebben over vrouwen in het verzet. In deze aflevering zullen we dieper op de rol van vrouwen in het verzet ingaan. Dit onderwerp heb ik gekozen omdat vrouwen doorheen de geschiedenis eerder een passieve rol kreeg toegewezen. Maar de vrouw toch veel verschil heeft gemaakt doorheen de geschiedenis en ik wou daar ook een keertje extra aandacht aan geven. Ik vroeg me af of jullie enige bedenkingen hadden bij het horen van dit thema. Ik begin bij Noah. Nee, ik vind het zeer goed dat je hebt gekozen voor dit thema. Zeer interessant. Ik weet er zelf niet veel van, dus ik ben heel benieuwd naar waar je het gevonden hebt. Ik weet er ook niet zoveel van, maar wat ik wel weet is dat vrouwen later in de oorlog in de wapenfabrieken moesten gaan werken. En dat sommige vrouwen die dan ook bij het verzet zaten de wapens een beetje gingen saboteren. Maar ik ben heel benieuwd naar wat je er nog te zeggen over hebt. Ik denk ook dat het een totaal andere manier is dan mannen die verzet doen. Dat vrouwen op hun manier in de fabrieken meer iets gingen doen. Dat mannen in de oorlog zelf, daar denk ik aan in het begin, wat we zullen zien. Ja, want daarom heb ik dit ook gekozen. Omdat ik denk dat vrouwen een heel andere rol krijgen. Niet enkel ons verzet, maar natuurlijk ook heel die oorlog anders hebben meegemaakt. Want ja, de meeste mannen gingen natuurlijk het leger in en de vrouw bleef dan alleen achter met de kinderen. Wat natuurlijk een heel andere ervaring is. Dus oké, de eerste vrouw die ik heb, of misschien beter gezegd het meisje, is Octavie van Gijver. Ik zeg meisje omdat ze pas 16 was toen de bezetting begon. En ze ook vrij snel bij het verzet ging. Ze woonde in Borgenhout en besloot zich aan te sluiten bij het verzet. Ze werkte namelijk als courier bij de Witte Brigade. En Fatima, jij kon ons wat meer vertellen over de Witte Brigade. Ja, dus wat is de Witte Brigade? Dus dat is een verzetgroep die antifascistisch is en die eerder sympathie had voor het communisme. Deze organisatie was er al vroeg bij, namelijk al vanaf juni 1940. En wat er zo uitzonderlijk is aan deze Belgische verzetgroep, is dat deze ontstond in Antwerpen. Want in het Franstalig België was deze verzetcultuur veel meer aanwezig dan in Vlaanderen. Dus dat is opmerkelijk dat de Witte Brigade is ontstaan in Vlaanderen. Tijdens de oorlog ontwikkelde deze zich verder onder het leiderschap van oprichter Marcel Louet. En dat was een liberaal georiënteerde man die leraar was in de gemeenschapsschool in Antwerpen. En de organisatie krijgt ook steeds meer invloed dat het niet alleen binnen Antwerpen blijft, dus binnen de Antwerpse grenzen, maar dat het zich ook meer buiten Antwerpen gaat uitbreiden. Ja, want ik vond het wel interessant, want persoonlijk, ook nu als ik denk aan Vlaanderen, is het toch eerder rechts, zeker tegenover Wallonië enzo, dat eerder links is. Ja. Dat is wel tof om te zien dat in Antwerpen tenminste ook iemand, of een hele organisatie, ook wel gewoon iets deed. Ja, zeker. Als je denkt dat de nazi's toch zeer rechts waren, dat je dan weet, er was toch verzet uit de linkse hoek, dat is dan toch wel benoemenswaardig. Ja, en wat me ook heel erg opviel, is dat die Octavie in Borghout woonde. Toen ik dat las, toen kwam het echt wel heel dichtbij. Ja, en ik was al 16. Ze konden echt zo bij ons in de klas zitten. Ja, exact. Ja, ik weet niet waarom Borghout, ik weet niet, ik doe ook altijd alsof ik in Borghout heb gewoond. Ik heb nooit letterlijk in Borghout gewoond, maar ik weet niet, ik kwam heel dichtbij, ik vond het heel... Ja, ik vond het wel super. Ja hè? Ik kan het wel zo inbeelden. Ja, dat ben jij precies. Ja. Ja, je kon het echt zijn. Maar ik zie jou ook wel eens verzet, ik denk echt dat jij dat zou doen. Ik zou dat wel doen. Ook als courier zo, met je fiets en zo. Ja, ja. Maar goed, terug naar Octavie. Octavie werkte dus als courier. Wat inhoudt, dat ze het blad steeds verenigd, verspreidde. En ze had heel erg geluk met haar omgeving. Haar familie steunde namelijk ook het verzet en steunde ook haar rol daarin. En haar buurman, hij had een drukkerij, wat natuurlijk ook heel handig komt als je een blad hebt. In 1943 komt er wel een keerpunt. Want ze wordt namelijk samen met haar moeder gearresteerd door Duitse agenten. Later is wel ook haar vader gearresteerd worden. Terwijl Octavie, ze was natuurlijk heel jong, maar ze was ook al verloofd in 1943. En haar verloofde werd ook opgepakt. Na een periode van gevangenschap in Sint-Gillis, komt ze in het concentratiekamp in Polen terecht. Hier bevalt ze op 12 augustus 1944 ook nog eens van een baby. En na de bevrijding van het kamp begint Octavie aan een maandenlange zwerftocht door Oost-Europa. En pas op 19 juli 1945 komt ze terug aan in Antwerpen. Daar kon ze wel gelukkig terug herenigd worden met haar moeder. Maar de twee belangrijkste mannen in haar leven, namelijk haar verloofde en haar vader, keren nooit meer terug. Heftig he? Zeker van die baby vond ik ook heel erg. En haar eentje. Hoe oud is ze in 1943 als je niet oud bent? Het is wel mooi dat ze terug herenigd is met haar mama. Maar nog steeds spijtig dat ze haar man en haar papa uitwerkt is geraakt. Ja, en dat deed me ook erg denken aan de generatie na de Tweede Wereldoorlog. Dat die natuurlijk ook heel veel invloeden hebben gehad daarvan. Natuurlijk als je vader en je opa zijn er niet. Inderdaad, er wordt heel veel gedacht aan de mensen die de Wereldoorlog zo zelf echt als vanaf hebben meegemaakt. Maar de generatie die erna komt heeft ook nog wel heel veel invloeden. En elke familie heeft wel iemand die daar gevochten heeft of wel daar gestorven is. Dus het is een heel brede wonde die overal zit, ergens een beetje. Ja, het is veel groter dan gewoon die vijf jaar. Het is echt veel langer dan dat. Zoals ik al zei, heb ik deze vrouw gekozen omdat ze zo jong was. En zeker ook toen ze zich al aansloot bij de Witte Brigade was ze ook zestien. Ik bedoel, dat moet je ook maar eens doen. Ja, ik denk niet dat veel zestienjarigen dat nu zouden doen. Nee, want die vraag wou ik ook stellen, want iedereen hier is zeventien, achttien jaar. Wat zou jij gedaan hebben, zeker op die leeftijd? Want jij hebt nog helemaal niet zo heel veel verantwoordelijkheden naar mijn gevoel, weet je wel. Ja, het is natuurlijk nu makkelijk om te zeggen van ja, ik zou sowieso in het verzet gaan. Maar je hebt wel die dreiging ofzo, fietskoerieren, even rond gaan rijden. Het is niet zo makkelijk als het klinkt ofzo, denk je. Nee, nee, dat denk ik ook niet. Want je hebt constant die Duitsers die op de huurden zitten bijna. Ja, het is een zovaarlijk job ofzo. Ja. Ja, ja, ja, dat denk ik ook. Zeker in het verzet, dan moet je al heel erg blij zijn met zo'n kleine dingen, denk ik ook. Ja, ik denk dat het meer zo zou zijn van zo hier en daar iets van verzet, maar openlijk in de Witte Brigade, ik denk dat dat toch een zware stap is. Ja, een grote stap. Ja, en je moet natuurlijk ook nog geluk hebben met je familie, want zoals ik al zei, haar familie steunde haar dus wel, wat uiteindelijk ook wel hun einde bij de helft was geweest, weet je wel. Maar ja, het ligt er ook heel erg aan wat je omgeving is, weet je wel. Als je omgeving wel gewoon heel erg, ja, nazi-gezind is, ja, dan kom daar ook nog maar eens uit, weet je wel. Ja, het is lastiger om je aan te sluiten bij het verzet als je omgeving inderdaad nazi-gezind is. Oké, wauw. Nou, dit was het eerste meisje dat ik wou bespreken. Zal ik beginnen met de tweede? Ja. Oké, de tweede vrouw, zij heet Maria de Raad. Maria kwam in opstand door het voedseltekort, en wat we ook al vaak hebben gezien tijdens de geschiedenislessen, is dat honger echt heel vaak terugkomt als het gaat over opstand en zo. Ja, en nu ook, hè. Als je ziet naar de conflicten nu, dat is gewoon spijtig genoeg gepaard met oorlog. Ja, dat is waar. En dat honger, ik weet niet, dat dat echt wel iets met de mens doet, dat dat echt wel de laatste druppel is. Ja. Ja, dus oké, vanaf het begin van de oorlog was er eigenlijk al een tekort aan eten in Antwerpen, en de georganiseerde voedselhulp, die voldeed niet, en dus reageerde het volk. Veel trokken naar de zwarte markt, waar ze peperdure prijzen moesten betalen. Ik heb zelf peperduur bedacht, vond ik wel goede. Deze spanningen zorgden voor een protest tijdens de lente van 1940. Maria ging ook protesteren, ze kwam dus echt op de straat op, wat je natuurlijk ook nogmaals moet doen, echt in een oorlog op straat komen met je gezicht, hier ben ik. Zeker als er op dat moment zoveel mensen alweer werd gedeporteerd. Ja. Zo'n beetje als in Rusland nu, hè, zo protesteren en zo. Ja. Je weet nooit wat de gevolgen zijn dan. En zoveel mensen zie je ook niet meer terug, hopelijk. Ja. Oké, haar getuigenissen bleven gelukkig bewaard, waardoor we haar nu ook kunnen bespreken. In de processen verbaal van de Elfdenwijk, dit heeft zij gezegd, ik ben een ziekelijke vrouw en mijn dochter Anna ook. Ik heb verder nog vier kinderen en daar ik voor hen geen eten genoeg had, heb ik een zwarte rok genomen, hem aan een benenstil genageld en erop gezet, wij eisen meer brood. Ik bedoel, dat kunnen we ons nu ook amper voorstellen, van dat je gewoon... Brood, nog zoiets. Ja. De basis, letterlijk nu. Ja, niet eens voor basisbehoeften. Ja, het is echt van, ik bedoel, wij eten elke dag brood, weet je wel. Ja. Ik denk, we gaan elke dag gewoon naar de les en we gaan hartstikke veel eten halen. Ja. Ja. En dan zit je daar met vier kinderen over, wat was het, vijf in totaal dan? Ja. En je hebt gewoon geen eten. Heel hevig. En ik denk dat je dan wel hetgeen gaat doen wat je eten geeft. En niet zozeer wat dat goed of slecht is ofzo. Ja, want dat was ik ook pas laatst achtergekomen eigenlijk, van dat heel veel, tenminste in Nederland zo, was het dat in heel veel families die dus, ja, Joden voorraden hebben, die dus schelden. Juist in de provincies. Dat zij dus daar eten voor kregen of geld voor kregen. En dat heeft heel erg mijn perspectief geswitcht van, ah, dit zijn niet gewoon verraders. Dit zijn ook gewoon mensen die willen overleven en die ook gewoon hun kinderen in leven willen houden. Maar dat is het visaan het hele systeem, dat die nazi's toch nog, ja, op zo'n manier toch nog mensen konden overtuigen om andere mensen te verraden enzo. Ja. Dat die daar gewoon gebruik van maakten van de hele situatie, dus ja. Ja, echt gewoon van iedereen. Ja. Ik denk dat we dat net hebben gezien van de Witte Brigade, hoe snel het zou zijn om in verzet te gaan. Ik denk dat het veel makkelijker in ieder geval is om als laboratuur mee te helpen. Ja. Zeker als uw kinderen en uw familie zitten verhongeren. Ja. Ja, dat denk ik ook. Eh, goed. Of Maria en haar gezellen succes oogsten met hun acties is niet helemaal duidelijk. Dat is wel een beetje jammer. Maar goed. In de oren vallen ze alleszins niet, want enkele dagen later ontvangt oorlogsburgemeester Leo de Weijden een delegatie van vrouwen op het Stadshuis. Ik zie jullie hier juichen bijna. De burgemeester. Jullie kennen hem. Ja. Ik juichte niet per se omdat het zo'n goede persoon was, maar wel... Nee, nee, nee, nee, nee, maar daar gaat het... Ja, ik bedoel, ik kan niet afwachten met dit onderwerp. Ja, ja, ja. Nee, want ja, kleine sneak peek. Ja. Dit gaat natuurlijk over jullie onderwerp. Ja, dus eh, Leo. Ja, Leo. Dat was onze burgemeester in de oorlog. En ja, velen denken nu van, hmm, zo'n goede man is hij niet. Als we nu weten, weten we ook dat hem zeker geen goede man was. Hij heeft heel slecht dingen gedaan, maar daar straks meer over. Maar ja, ja. Ja. Later meer. Later meer. Sneek peek. Hele kleintje. Ja. Ja, dit was eigenlijk het verhaal van Maria. De reden dat ik dit verhaal heb gekozen is omdat de oorlog natuurlijk al een vreselijk iets is. Maar als moeder lijkt me dit nog veel zwaarder. Ja. En ik denk dat we dat ook veel meer moeten meerekenen met, ja, hoe wij kijken naar de oorlog. En hoe wij kijken naar de mensen en hoe zij hebben gereageerd van, alles is relatief. Het is niet gewoon iemand die zonder enige... Het is nooit volledig zwart, goed, slecht. Nee, ja, dat bedoel ik. Ja. Oké, we zijn nu al aangekomen bij het derde verhaal dat ik wou vertellen. Maar voordat we daaraan beginnen, hebben we een nieuwe stem. Wie zit hier naast mij? Hey, ik ben Emmeline, ik ben 17 jaar oud en ik heb er enorm veel zin in. Oké, perfect. Nou, dan gaan we erin vliegen. De derde vrouw die ik wou bespreken, haar naam is Louise Jaspers. Ik ben achter deze vrouw gekomen door de expo van het MAS, genaamd Oorlog in de Stad. Ja, toevallig. Ja, hè. En Louise Jaspers, zij woonde in Hoboken en vanaf 1942 werkte zij ook in de reisfabriek. En ze stond aan band 10. En daar werd heel erg hard gewerkt. Elke vier minuten werden er twintig legerbroeken gemaakt. En haar taak was eigenlijk om al het naaiwerk na te kijken en er een stempel op te zetten. Maar wat er dus ook gebeurde uit verzet, is dat er soms een zak of een mouw dicht genaaid werd. Goed, hè? Dit vind ik echt goed. Dit vind ik natuurlijk wel. Heel origineel. Ja. En heel klein, maar echt heel effectief. Als ik een broek aan zou doen en niet even... Ja, zeker. En zeker in de oorlog. Alles moet super snel gaan. Super stressy. En dan een broek dicht. Ja, inderdaad. Maar het heeft wel z'n betekenis. Ja. Inderdaad. Dat vond ik heel leuk. Maar blijkbaar was de sfeer wel goed in de fabriek. Duitse liedjes werden zelfs aangevraagd. Aangevraagd? Amai. Ja, dus de sfeer was daar echt wel goed. En naarmate de oorlog zich ook eerder ten einde begon te gaan, begon ze zich ook niet ziek te melden. Dus kwam ze niet meer naar de fabriek. Dat vond ik wel interessant. Ik weet nog niet zo goed waarom. Stond er ook niet bij. Nee. Waarschijnlijk weer een verzetspoging. Waarschijnlijk. Protest. Ik kom niet. Ja. Maar ja, het is juist ten einde van de oorlog. Ja. Misschien werd ze echt ziek door elke dag een nieuwe vakantie. Zou ook kunnen. Inderdaad. Ja. En iemand nog opmerkingen? Ik vind, wat we al hebben gezegd, inderdaad zo'n kleine Duits. Maar ik denk inderdaad dat veel mensen dat heel irritant vonden. Ja. Veel Duitsers. En de vraag wordt natuurlijk gesteld, wat zou jij doen als jij in die positie stond? En ja, zoiets kleins heeft een heel groot effect. Klopt. Dus ja, we support. Niet precé een effect op zo'n militaire ding, maar wel gewoon echt zo... Nee, dat is niet grootschalig. Maar zelfs zo'n heel kleine... Zodat ik me frustreer. Ja, frustratie inderdaad. Klopt. Wel goed gevonden. Ja, inderdaad. Nou, dan wou ik mijn aflevering sluiten met een iets positiever verhaal. Een Nederlander heeft een vrouw genaamd André de Jong. Zij is geboren in Schaarbeek, dus niet echt in Antwerpen. En zij is eigenlijk opgegroeid in een erg gelukkige gezin. Alhoewel ze van laagkomma was. Maar ze had dus een zus en ze had ouders. En die ouders waren ook heel interessante mensen. Die waren namelijk leerkrachten. Dat is wel heel tof. En haar vader was een oud-soldaat uit de Eerste Wereldoorlog. Ah. Ja. Zeg maar. Dus dat vond ik ook heel heavy. Dat je dat twee keer in één leven moet meemaken. Ja. Oei. Ja, hè. Maar André de Jong, zij was heel cool. Zij was namelijk tekenaarster. En ze had ook een verpleegstersdiploma. Al vroeg tijdens de oorlog hielp zij gewonnen soldaten in Brugge. En uiteindelijk begon ze ook Britse soldaten te helpen in het bezetgebied. Dus zij was wel echt goed bezig. Ja, op militair vlak dan ook zo. Echt Britse soldaten gaan helpen. Niet zo eer een broekspijp dicht naaien of zo. Nee, nee, nee. Echt wel. Het ging wel verder. Ja, klopt. Zat er echt wel die drive-crash vroeger. Ja. En ja, ze begon ook steeds een betere band te vormen met deze soldaten. En ja, ze vond het heel jammer dat zij in het bezetgebied waren. Ze wou gewoon heel graag dat zij ook weer gewoon thuis konden komen. Dus wat zij had gedaan is, ze had in de zomer van 1941 een ontsnappingsroute samengesteld. Samen met Arnold Deppen. Hij is jammer genoeg al na de tweede reis gearresteerd. Ja. Ja. Maar dat stopte André niet. Zij bleef heel erg doorgaan. Zij bleef haar hele route verfijnen. En ze kreeg zelfs hulp van de Britse geheime dienst in Spanje. Nee, oh wauw. Ja, goed hè. Nee. Ja, maar ik... Zij was echt gewoon undercover, weet ik veel. Mission Impossible dingen zat te doen. Maar ja. Daar was die vrouw. Zoals in de films. Zoals die vrouw. Ja, gewoon echt big. En hoeveel keer is er dan soldaten geholpen? Ja, hier komt het dus. Oké. Haar motto was vechten zonder te doden. Daar haalde ze dus ook haar motivatie uit. Mooi motto hè? Ja hè? Heel mooi. Maar 15 januari 1943 werd ze helemaal genoeg ook gearresteerd naar haar 23ste... 23ste... ...tocht. Dus hoeveel mensen je daarom niet mee kan helpen vind ik ook insane. Ja. Ik vind het gevaarlijk. En hoeveel les je moet hebben om... Ja. En ze blijft er maar voorzien hè? Inderdaad. Ja. Ja, maar die werd opgepakt. Ja, als die al bij de Zwits zou oppakken zou ik gewoon een derde keer nog gaan en dan in veilige Spanje blijven. Ik zou dat niet eens doen denk ik. Ik zou gewoon stoppen nadat mijn vriend werd opgepakt. Ja, maar niet haar liefdespartner volgens mij. Nee, nee, maar ja. Maar zeker ook omdat je zelf ook opgepakt kunt worden gewoon. Ja. Dus dat risico. En ook omdat ze natuurlijk dat privilege had dat ze een verpleegster was. Ze kon ook echt wel. Ze kon ook echt al verschil maken gewoon waar ze was, weet je wel? Ja. Maar dat was nog niet genoeg voor haar. Nee. Maar zoals ik al zei, dit verhaal heeft een happy ending. Naar arrestatie werd ze weliswaar gedeporteerd naar Duitsland, wat heel jammer was. Maar na de oorlog heeft ze besloten om verpleegkundigheid te gaan studeren, 1950. En haar verdere leven heeft ze ingevuld door naar Congo te verhuizen en daar lepra-patiënten te helpen. Amai. Mooi, hè? Amai, die vrouw was gewoon een hel. Ja, niet te stoppen. Echt een hart van goud, hè? Haar hele leven in het teken van de ander. Ja, ik vond haar echt heel mooi. En ze is overleden in 2007. Dat is nog vrij recent, hè? Ja. En hoe oud was ze toen ze begon? In 1940? Dus toen de oorlog begon was ze 26 jaar. Ze is sinds 1916 geboren. Dus zij is eigenlijk ook als kind de eerste wereldoorlog. Nee, maar ja, tot hoever je dat gaat meemaken. Tot je twee bent. Natuurlijk, in de tijd erna. En zij is dus overleden in 2007. Dus dat maakt haar dan... Even snel rekenen. Bram, doe het, doe het. Quick, man. Wanneer is ze geworden? 91! Nee, dat kan niet. Ze is 91 geworden! De eerste twee jaar van haar leven had ze dan geen vader. Want die was bij het schoonvouden. Ja, inderdaad. Oud-oud-soldaat. Ik weet niet wanneer ze is gekeurd. Maar ja, die kant staat er zeker wel dat hij toen niet was. Maar dat is wel met die generatie in 1900. Twee oorlogen, hè? Ja. Er zijn twee wereldoorlogen geweest. En die hebben dan al twee meegemaakt. Ja. Wel heel erg. Maar het is er niet door afge... Nee. En dit bewijst ook maar van als je echt een hart van goud hebt, dan word je 91. Tip van de dag. Tip van help mensen. Help mensen, word oud. En vecht zonder te doden. Ja. Heel mooi motto. Ik vind het ook een mooi motto om mee af te sluiten. Ik ook. Let's hear the sound for one more time. Thank you!